Kleine schelpjes herinneren Nederland koppig aan het slavernijverleden

  • 0

Onlangs was bij galerie Lumen Travo in Amsterdam de serie fotocollages Monetaria moneta van kunstenaar Judith Westerveld te zien. “Monetaria moneta” is de Latijnse naam voor de geldkauri, een kleine schelp die eeuwenlang werd gebruikt als betaalmiddel, onder meer in de trans-Atlantische slavenhandel.

In Westervelds fotocollages gaan de schelpjes een gesprek aan met historische documenten, de Zeeuwse kustlijn en een anatomisch oor. De kunstenaar zelf komt ook in beeld. Zo verkent Westerveld aspecten van spreken, horen en luisteren. Is Nederland gereed om de eigen rol in het slavernijverleden onder ogen te zien?

Judith Westerveld, Monetaria moneta (VIII), pigmented inkjet print on Hahnemüle White Velvet 270g paper, 52,5 x 70 cm, 2020, Courtesey of the artist and gallery Lumen Travo.

Kun je iets vertellen over de herkomst van de kaurischelpen, het gebruik van deze schelpen als ruil- of betaalmiddel en het feit dat er veel van deze exotische kaurischelpen gevonden worden langs de Zeeuwse kust?

Kaurischelpen zijn in grote delen van de wereld eeuwenlang als betaalmiddel gebruikt. Wat ze zo geschikt maakte, is dat ze weliswaar klein zijn, maar ook hard en onbreekbaar. Een koopman hoefde dus niet bang te zijn dat ze zouden vergruizen. Tijdens de slavernijperiode is het gebruik van kaurischelpen als betaalmiddel enorm toegenomen en schoot hun waarde de hoogte in.

De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) haalde de schelpen per schip uit de Malediven, een eilandengroep in de Indische Oceaan, ten zuidwesten van India. Daar werden ze gekweekt en vergaard. Vervolgens bracht de VOC scheepsladingen vol kaurischelpen naar Nederland, waar ze werden geveild. Belangrijke gegadigden waren de West-Indische Compagnie (WIC) en de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC), maar er waren ook particuliere opkopers en kopers uit het buitenland.

De terugkerende schepen vergingen soms in het zicht van de haven, bijvoorbeeld voor de kust van Vlissingen en Middelburg, of verder naar het noorden, bij Castricum of Texel. Zo zijn deze schelpen in grote hoeveelheden in de Noordzee terechtgekomen, waar de niet aflatende stromingen en getijden de geldkauri’s al honderden jaren doen aanspoelen op de stranden. Er zijn ook kaurischelpen gevonden bij het aanleggen van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, op plekken waar ze tijdelijk werden opgeslagen en waar vroeger een veilinghuis stond waar kaurischelpen verhandeld werden.

Wat een tot slaaf gemaakt persoon kostte, in termen van kaurischelpen? Ik heb een document gezien waarin stond dat er in dat geval voor één tot slaaf gemaakt persoon 80 pond kaurischelpen werd betaald. Het ging per gewicht. En dan kwamen daar bijvoorbeeld nog een aantal lappen katoen, wapens en brandewijn bij; dat alles bij elkaar was dan de gehele aankoopsom.

Vandaag de dag kun je online talloze kaurischelpen kopen, in alle kleuren van de regenboog. Voor dit project heb ik een heleboel kaurischelpen besteld, zowel naturel als geverfd. In de Westerse context worden ze nu veel gebruikt in de mode-industrie en bij het maken van sieraden en decoraties. Als handelswaar hebben ze dus een compleet andere functie gekregen.

In mijn collages hebben de schelpen – net als de andere elementen die je ziet: het oor, het landschap en mijn eigen poses – een eigen performatieve rol. Ik heb er bewust over nagedacht in wat voor vorm de schelpen in de collage verschijnen; wat ze daar moesten doen. Ze plegen een interventie. Elke collage heeft zijn eigen beeldtaal.

In je collages maak je ook gebruik van historische documenten. Kun je iets vertellen over het archiefonderzoek dat je gedaan hebt?

Ik vind het fascinerend dat de zee nog steeds herinneringen opwerpt – terugwerpt op het land – die refereren aan de Nederlandse slavenhandel. Daarom ben ik op zoek gegaan naar documenten die konden helpen om de geschiedenis die besloten ligt in dat schelpje dat nog continu aanspoelt, in beeld te brengen.

Ik heb archiefonderzoek gedaan bij het Nationaal Archief in Den Haag en het Zeeuws Archief in Middelburg, zij het, vanwege de coronamaatregelen, voornamelijk digitaal. Gelukkig is er over deze periode ontzettend veel online beschikbaar en openbaar toegankelijk.

Judith Westerveld, Monetaria moneta (I), pigmented inkjet print on Hahnemüle White Velvet 270g paper, 52,5 x 70 cm, 2020, Courtesey of the artist and gallery Lumen Travo.

De kaarten die ik gebruikt heb, komen uit het Nationaal Archief. Het zijn kaarten die door schepen van de WIC gebruikt werden om vanuit Nederland naar de westkust van Afrika te varen. Die kaarten zijn gemaakt vanuit een Nederlands of Europees perspectief, bestemd voor de scheepvaart en de handel (wat we nu “exploitatie” noemen). Op één kaart is Benin bijvoorbeeld onderverdeeld in wat er te halen viel: “rijk aan slaven”, “rijk aan goud”, “geeft paarden”, “geeft kleden”, en op de kaart zie je ook vaak de aanduiding “onbekend land”. Belangstelling voor de mensen die in zo’n gebied leefden, lees je er over het algemeen niet aan af.

In de archieven van de MCC heb ik lijsten gevonden van mensen die aan boord van de schepen vervoerd werden. Ik vond het schokkend te lezen hoe dat gedocumenteerd werd. Elke persoon kreeg een nummer; dan zie je zo’n nummer staan, en dat is dan iemand. Het is heel confronterend dat een mens gereduceerd wordt tot een nummer. Aan de hand van zo’n nummer kun je het hele proces volgen: waar en wanneer iemand ingeladen werd, hoeveel er in geldkauri’s en aanvullende goederen voor die persoon betaald was, en, aan het eind, voor hoeveel hij of zij verkocht werd. Soms staat erbij of het gaat om een man, een vrouw of een kind, of een hele groep. “Tien koppen slaven”, staat er dan.

Je kunt ook de scheepsjournalen inzien. Die zijn soms moeilijk te lezen, met dat ouderwetse schrift, en ook omdat bepaalde woorden in onbruik zijn geraakt. Uit die journalen kom je meer te weten over de erbarmelijke omstandigheden aan boord. De scheepsarts stelde bij elke reis een verslag op over hoeveel mensen er dood gingen. Daar wordt melding van gemaakt omdat de getallen moesten kloppen; er wordt niet uitgeweid over emoties. Een enkele keer lees je ook wel eens dat er melding wordt gemaakt van verschillende vormen van verzet.

Wat is jouw persoonlijke affiniteit met dit onderwerp?

Ik houd me als kunstenaar in mijn werk bezig met het koloniale verleden en hoe dit doorwerkt in het heden. In mijn collages, films, installaties en performances onderzoek ik welke stemmen en verhalen er wel of niet gehoord worden, wel of niet een plek krijgen in geschiedvertellingen en waarom. Door middel van mijn werk probeer ik juist een veelvuldigheid aan perspectieven te bieden waarin herinnering, archiefmateriaal en verbeelding met elkaar worden verweven.

Een derde element in jouw collages, naast de kaurischelpen en de foto’s van historische documenten, is inderdaad een reusachtig kunststof oor: zo’n model dat bij een anatomieles wordt gebruikt.

Dat oor is een uitvergroting van het wel of niet willen luisteren naar een pijnlijke geschiedenis, in dit geval die van het Nederlands slavernijverleden.

Er valt natuurlijk ook een verband te leggen tussen een schelp en een oor. Bij zo’n anatomisch oor kun je de schelpvorm aan de binnenkant van het oor goed zien. Die schelpvorm is dus een onderdeel van het lichaam, van onze zintuigen.

Velen zullen als kind waarschijnlijk wel eens een schelp tegen het oor hebben gehouden. Dan is het net alsof je de zee hoort. In mijn collages verbind ik die combinatie van schelp en zee met de trans-Atlantische slavenhandel. Het is verschrikkelijk te bedenken hoeveel tot slaaf gemaakte mensen er over de zee weggevoerd zijn van hun thuis, hoevelen omkwamen tijdens de overtocht en in zee beland zijn. Dus wat hoor je als je een kaurischelp tegen je oor houdt? Wat hoor je wel, wat hoor je niet? Dat ligt natuurlijk ook aan je kennis, je positie in de maatschappij en hoe er in jouw omgeving over het koloniale slavernijverleden gesproken wordt.

Vind jij dat er in Nederland voldoende geluisterd wordt naar de verhalen over het slavernijverleden en de Nederlandse rol daarin?  

Je hebt in Nederland mensen die afstammen van tot slaafgemaakten, of die zich op andere manieren met de geschiedenis van de slavernij verbonden voelen, die er jaren voor gevochten hebben om meer erkenning voor dit onderwerp te krijgen. Hun oproep viel lange tijd op dovemansoren. Ik krijg de indruk dat er sinds kort meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden komt, niet alleen in de geschiedenisboeken, maar ook in het publieke debat. Toch zal het nog lang duren voor er sprake is van brede erkenning. Het onderwijs kan hierbij een belangrijke rol spelen, en er zou ook een belangrijk signaal van uitgaan als Keti Koti een nationale feestdag zou worden. Maar er moet ook meer aandacht komen voor hoe het slavernijverleden praktisch en concreet vandaag nog steeds doorwerkt, in de vorm van vooroordelen, discriminatie, uitsluiting en maatschappelijke ongelijkheid. Er valt nog veel werk te doen.

Het Zeeuwse landschap is ook een opvallend element in de collages. Heb je dat op een bepaalde manier willen gebruiken?  

Voordat ik aan dit project begon, kende ik Zeeland nog niet zo goed. De dramatiek van het landschap heeft me enorm verrast.

Ik heb precies uitgezocht wáár de kaurischelpen van de VOC-schepen langs de Zeeuwse kust aangespoeld zijn, zoals bij Domburg, Westkapelle, Ritthem en de Kaloot. Op die plekken zijn de foto’s genomen.

Ik vond het belangrijk om het landschap deel te maken van het beeld. Als het in Nederland over de slavernijgeschiedenis gaat, hoor je vaak dat het allemaal “ergens anders” is gebeurd. Zo dacht men er in de achttiende en negentiende eeuw ook over, en daardoor leek het allemaal minder confronterend. Maar natuurlijk heeft Nederland van de slavernij geprofiteerd en zijn er hele steden en vele mensen enorm rijk geworden door de trans-Atlantische slavenhandel. Dus ik wilde de voorstellingen heel duidelijk een plaats geven in het Zeeuwse landschap, dat ook nog eens een typisch Nederlands landschap is. Op een aantal van de collages heb ik met historische kaarten laten zien hoe de kust van Zeeland en de kust van West-Afrika door scheepvaart en de trans-Atlantische slavenhandel met elkaar verbonden waren.

Naast de schelpen, het oor, het archiefmateriaal en het Zeeuwse landschap ben jijzelf ook een terugkerend element in de collages. Kun je iets vertellen over jouw eigen rol als performer?

Het performance-element is geleidelijk gegroeid in mijn praktijk als kunstenaar. In eerdere werken ben ik niet te zien en stond ik achter de camera. Maar omdat ik in mijn werk vaak de interactie opzoek en wil kijken op wat voor manieren je nader tot elkaar kunt komen, ook als het gaat om een pijnlijke geschiedenis waarbij je alle twee een soort uiterste vertegenwoordigt, werd het voor mij op een gegeven moment noodzakelijk om ook zelf in beeld te komen. Het ging mij ook om het onderzoeken van mijn eigen positie in relatie tot een gesprekspartner, of in relatie tot een bepaalde geschiedenis. In deze fotocollages ben ik mezelf: ik ben wit en vrouw en Nederlands. Dat zijn constructies van identiteit die meespelen en die belangrijk zijn in relatie tot de geschiedenis waar ik het over heb.

Judith Westerveld, Monetaria moneta (IX), pigmented inkjet print on Hahnemüle White Velvet 270g paper, 52,5 x 70 cm, 2020, Courtesey of the artist and gallery Lumen Travo.

Bij het voorbereiding van de acties en houdingen die je op de foto’s ziet, die ik met mijn lichaam en het oor in het landschap aannam, ging het mij om wel en niet luisteren en de reeks zintuigen die daar voor mij aan verbonden zijn: horen, zien en spreken. Sommige poses drukken duidelijk niet luisteren, niet zien of niet spreken uit, en andere doen dat juist weer wel. Ik vind die dualiteit belangrijk; dat het om alle twee gaat. Daarnaast zijn er een aantal houdingen die meer introspectief of subtieler zijn. Bijvoorbeeld, de collage waarop ik het oor in mijn armen koester als een kind dat een hoopvolle nieuwe toekomst in zich draagt, maar dat tegelijk ook nog veel zorg en aandacht nodig heeft om die toekomst te bereiken. Misschien is dat de hoop die ik heb: dat er tegenover het niet-luisteren elke keer ook weer een luisteren kan staan. Als dat er nú nog niet is, hoop ik dat het iets is wat in de toekomst breder gedragen zal worden.

Ben je van plan om het spoor van de schelpen terug te volgen en de Monetaria moneta-fotocollages bijvoorbeeld ook in West-Afrika of Zuid-Amerika te laten zien?

Ik heb mezelf daar nog niet zozeer mee beziggehouden, maar het is zeker iets wat ik wil onderzoeken, omdat juist de verbindingen zo belangrijk zijn. Andere perspectieven brengen altijd weer andere verhalen met zich mee.

.............

  • De serie fotocollages Monetaria moneta is tot en met 22 augustus op afspraak te bezichtigen bij galerie Lumen Travo (e-mail: info@lumentravo.nl).

.............

Lees ook 

Judith Westerveld: "Doordat ik in Nederland én Zuid-Afrika ben opgegroeid voel ik me altijd zowel insider als outsider"

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top