...
De gratis lesbrief kan (zonder inschrijving) worden ingezien op de VECTIS website: www.vectislingua.org.
...
Het Afrikaans en het Nederlands hebben elkaar veel moois te bieden. De ‘ontmoetingen’ tussen de verwante talen zijn divers, via literatuur, via muziek, via academische samenwerking en op andere terreinen. Hoewel de formele samenwerking tussen de talen blijft steken in politiek geharrewar blijkt de uitruil en kruisbestuiving van de talen in het private domein gelukkig beter te lopen, meestal met kleinschalige, en soms met grootschaligere initiatieven. Zo trad in Amsterdam enkele tijd geleden het Zuid-Afrikaanse band Spoegwolf op, bij poppodium De Melkweg in hartje Amsterdam. Een popband die met volle overgave optreedt in het Afrikaans in Nederland, grossiert in poëtische teksten, maar daarnaast ook steeds meer (jonge) Nederlanders en Vlamingen raakt vanwege de taalkundige nabijheid van de teksten. Dát bleek ook weer tijdens dit optreden in de Melkweg.
Opvallend is de toenadering van het Afrikaans en het Nederlands op academisch vlak. Deze is steeds intensiever geworden. Taal- en letterkundigen uit Noord en Zuid weten elkaar dan ook steeds beter te vinden. Maar, het onderwijs is meer dan academisch onderwijs alleen en vanuit de gedachte ‘wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ hebben Marc le Clercq en Joris Cornelissen verenigd in VECTIS eerder het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een digitale lesreeks over het Afrikaans voor middelbare schoolleerlingen (14-17 jaar) in landen waar het Nederlands een officiële taal is: Nederland, Vlaanderen, Suriname en de Nederlands-Caribische landen.
Want, als onderdeel van de algemene culturele bagage van Nederlandstalige middelbare scholieren vinden wij het gewenst om hen op een bescheiden en realistische manier wat mee te geven over het ontstaan en het bestaan van varianten van het Nederlands buiten Europa: het Afrikaans, het Nederlands in Suriname en het Nederlands op de Nederlands-Caribische eilanden. De nadruk binnen de digitale lesbrief ligt op het Afrikaans.
De lesbrief moet de Nederlandstalige leerling voldoende inzicht geven in de ontstaansgeschiedenis, de maatschappelijke context, de sprekers en de verspreiding van het Afrikaans, het Surinaams-Nederlands en het Nederlands in het Caribisch gebied. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de belangrijkste kenmerken van het Afrikaans in relatie tot het Nederlands, de uitspraak van het Afrikaans en dienen leerlingen inzicht te krijgen in de specifieke kenmerken en het gebruik van het Surinaams-Nederlands en het Nederlands in het Caribisch gebied. Het project is ruimhartig financieel ondersteund door het ANV (hoofdsponsor), Naspers, de Afrikaanse Onderwijs Trust en enkele kleinere geldschieters.
Overigens zijn er talloze docenten in Nederland en Vlaanderen, die de afgelopen jaren (vóór de ontwikkeling van de lesbrief) gedreven door hun eigen, enthousiasme hun leerlingen al wat proberen bij te brengen over het Afrikaans. In sommige gevallen leidt tot fysieke bezoeken over en weer. Om docenten te ondersteunen én om meer scholen en dus leerlingen te bereiken is er nu dus een gratis, digitale lesbrief (plus handleiding voor docenten).
De lesreeks is met vijf lesuren bewust beperkt in omvang gehouden, wetende dat een (te) omvangrijke lesreeks niet past binnen de beperkte vrije ruimte die docenten hebben in hun lescurriculum. Realistische ambities dus. De lesbrief is ontwikkeld onder leiding van neerlandicus en didacticus Peter Schoenaerts. Hij werd daarvoor gevoed met inhoudelijke expertise uit de betrokken landen (Adri Breed vanuit de universiteit van Potchefstroom, Welmoed Ventura o.m. verbonden aan de Anton de Kom Universiteit in Suriname en Petra Van Gent voor de Caribische eilanden). De lesreeks is bewust niet bedoeld als blauwdruk en er is voldoende ruimte voor docenten om af te wijken van de lijn van de lesbrief, of zaken toe te voegen. De lesbrief heeft naast de basis van de lesbrief (vijf lesuren) ook een ‘gereedschapskist’ met extra opties (zoals bijvoorbeeld letterkunde).
De inhoud van de lesbrief is belangrijk, maar zonder aandacht voor aantrekkelijke, eigentijdse lesvormen zouden we ons doel voorbijschieten; de stof moeten tenslotte beklijven en, zo mogelijk, een zaadje voor de toekomst planten bij Nederlandstalige jongeren voor het Afrikaans.
En we zijn bij de ontwikkeling van de lesbrief natuurlijk niet over één nacht ijs gegaan: voordat de digitale lesbrief definitief gelanceerd is, is er een uitgebreide pilot met de lesbrief gedaan met 9 scholen (17 klassen, ruim 400 leerlingen) in Nederland, Vlaanderen en in het Caribisch gebied. Tijdens de pilot hebben leerlingen en docenten de lesbrief uitgeprobeerd én geëvalueerd. De ontwikkelde lesbrief is erg positief gewaardeerd met een mooi gemiddeld eindcijfer: een 7,6 door de leerlingen en een 7,5 door de docenten (op een schaal van 1 op 10). De meesten reageren aangenaam verrast en positief op de ontmoeting met het Afrikaans.
De evaluatie van de pilot heeft ook geleid tot toevoeging van een optionele component letterkunde aan de lesbrief waarmee leerlingen en docenten wat te weten komen over Afrikaanse, Surinaamse en Nederlands-Caribische schrijvers en dichters. Inmiddels hebben naar schatting sinds 2020 tussen de 1500 à 2000 leerlingen met de digitale lesbrief gewerkt. En iedere keer wordt er in alle bescheidenheid een waardevolle basis gelegd bij Nederlandstalige leerlingen voor het Afrikaans.
De gratis lesbrief kan (zonder inschrijving) worden ingezien op de VECTIS website: www.vectislingua.org. Daar stellen de leerlingen Faedyn (Curaçao), Philip (Zuid-Afrika) en Yuri (Suriname) zich in een kort promotiefilmpje voor.
Joris Cornelissen, VECTIS.
Lees ook:
Eenders en anders: Om Nederlands weer in Suid-Afrikaanse skole bekend te stel