Afrikaans vervult unieke rol als brug tussen culturen

  • 0

“Vertalen kan taal minder belangrijk maken”, zegt een van de deelnemers aan het vertaaldebat op de laatste dag van het Festival voor het Afrikaans. Het klinkt als een tegenstrijdigheid, maar zijn gesprekspartners zijn het roerend met hem eens. Want als taalbarrières zorgen voor verdeeldheid, zoals in een meertalig land als Zuid-Afrika, is dat misschien wel precies wat nodig is.

Antjie Krog is niet alleen dichteres. Ze gebruikt haar talent, haar vakmanschap én de bekendheid die ze in haar lange loopbaan heeft opgebouwd ook als vertaler. Door, met hulp van anderen, klassieke teksten uit de andere Zuid-Afrikaanse talen in het Afrikaans en het Engels te vertalen, zorgt ze ervoor dat lezers die deze talen niet beheersen toegang tot de teksten krijgen, en dat de teksten de wijde verspreiding krijgen die ze verdienen.

Na Zuid-Afrikaanse projecten die hun neerslag hebben gevonden in de bundels Met woorde soos met kerse (2002) en To Stitch A Whirlwind (2018) heeft Krog haar belangstelling recent verlegd naar de Nederlandse literatuur. Onder haar leiding vindt aan de Universiteit van Wes-Kaapland een vertaalproject plaats rond de poëzie van drie Nederlandse schrijfsters van kleur: Babs Gons, Radna Fabias en Simone Bekono. Hun werk wordt vertaald en bestudeerd in samenhang met dat van contemporaine Afrikaanse dichteressen met vergelijkbare thema’s: Ronelda Kamfer, Jolyn Phillips en Lynthia Julius.

Genieten

Zondag 26 november, op de laatste dag van het Festival voor het Afrikaans 2023, vond er in theater De Regentes in Den Haag een boeiend debat plaats tussen Antjie Krog, literatuurwetenschapper Elleke Boehmer (die speciaal voor het Festival uit Oxford was gekomen) en Marcus Desando, directeur van het Nederlandse Prins Claus Fonds. Dit door de Taalunie gefaciliteerde gesprek over vertalen werd voorgezeten door Yves T’Sjoen, een van de oprichters van het Gents Centrum voor Afrikaans en de studie van Zuid-Afrika.

Als opmaat voor de gedachtewisseling lezen Krog en Desando samen het gedicht ‘Pheladi’ voor van Phorohlo Mamogobo, een van de eerste moderne dichters in het Pedi of Noord-Sotho. Desando, die een achtergrond heeft als operazanger, leest steeds enkele regels in het Pedi voor, waarna Krog volgt met de Afrikaanse vertaling van het fragment. Wat opvalt, is het plezier waarmee het tweetal de tekst ten gehore brengt. Ze genieten zichtbaar, en het publiek geniet mee. Het moet zowel met de kwaliteit van de tekst te maken hebben als met het samenspel van twee voordrachtskunstenaars die volledig aan elkaar gewaagd zijn en elkaar tot steeds groter hoogten opzwepen. In de nabespreking gaat het vooral over de rijkdom van tekst én vertaling, en de uitdagingen die een tekst voor de vertaler inhoudt.

Taal als spons

Elleke Boehmer houdt een korte presentatie die interessante aanknopingspunten voor de discussie biedt. Behoort een tekst tot de wereldliteratuur als hij geschreven is in een niet-westerse taal die relatief weinig mensen kunnen lezen, of wordt hij pas wereldliteratuur als hij vertaald is in het Engels, zodat de rest van de wereld er kennis van kan nemen, vraagt ze bijvoorbeeld.

Ook gaat Boehmer in op de wisselwerking tussen talen en literaturen in Zuid-Afrika als meertalige samenleving. Deze talen vormen als het ware elkaars “contrapunt”. Zo schreef Sol Plaatje zijn roman Mhudi in het Engels, maar doorspekte hij die taal met woorden uit het Sotho, het Tswana en het Afrikaans. André Brink gebruikte voor Die eerste lewe van Adamastor een tekst van de Portugese schrijver Camões als intertekst, maar nam ook woorden uit de taal van de Khoi op. Merkwaardig is dat deze Khoi-woorden in het Afrikaans al zozeer zijn aanvaard, dat ze in de Afrikaanse uitgave van de roman niet eens cursief gedrukt worden. In de Engelse uitgave, daarentegen, worden ze als woorden uit een vreemde taal behandeld en staan ze dus wél cursief. Boehmer laat ook een fragment uit de roman Those Who Live in Cages van Terry-Ann Adams zien. Op het oog af een lang stuk Afrikaanse tekst met hier en daar een Engels woord erin. Voor wie het werk van bijvoorbeeld Ronelda Kamfer en Nathan Trantraal kent, lijkt het fragment weinig spectaculair – tót doordringt dat deze lap Afrikaans in een Engelse roman voorkomt! Geen wonder dat de schrijfster, zoals Boehmer vertelt, op sociale media heeft laten weten dat ze zich onder druk geplaatst voelt om haar taal te normaliseren.

Met deze voorbeelden overtuigt Boehmer de toehoorders van de bijzondere positie van het Afrikaans als taal die circuleert tussen andere talen en tussen gemeenschappen. Deze positie wordt treffend verwoord in een aanhaling van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Rešoketšwe Manenzhe: “The ‘brew’ of Afrikaans allows ‘a dozen or so’ different cultures to recognize ‘parts of themselves in it’.”

Cul-de-sac

Zuid-Afrikanen die hoofdzakelijk Afrikaans of Engels spreken, hebben gewoonlijk geen toegang tot klassieke teksten uit andere Zuid-Afrikaanse talen, erkent Krog. Het gevolg is dat verwijzingen naar deze teksten of wijsheden die hierop gebaseerd zijn, hen ontgaan. “Het geeft je het gevoel dat je voortdurend achterloopt”, verzucht ze, “en dat je besluiten moet nemen terwijl je eigenlijk niet weet waar het over gaat.” Tegelijkertijd zijn veel klassieke teksten uit de andere Zuid-Afrikaanse talen in vergetelheid geraakt, zodat bijvoorbeeld Zoeloe- en Xhosa-sprekers ook geen toegang meer hebben tot hun eigen en elkaars klassiekers. Ze is dan ook overtuigd van het belang van vertalen als een middel om deze teksten voor iedereen te ontsluiten en ze opnieuw beschikbaar te stellen.

Helaas worden vertaalprojecten door de Zuid-Afrikaanse overheid nauwelijks gefaciliteerd, constateert Marcus Desando. De publieke omroep zendt vooral uit in het Engels, Zoeloe en Afrikaans en veel minder in de andere ambtelijke talen. De SABC verbindt het volk dus niet, maar versterkt de verdeeldheid langs taalgrenzen. Tegelijkertijd zijn die grenzen niet absoluut, benadrukt hij. Zelf spreekt hij zeven Zuid-Afrikaanse talen, en hij is geen uitzondering. De meeste Zuid-Afrikanen leren elkaars talen onbewust begrijpen, in het onderlinge contact. Als mensen elkaar respecteren en naar elkaar uitreiken gaat daar, wat de taal betreft, een homogeniserende werking uit.

Yves T’Sjoen merkt op dat, hoewel er soms bezorgdheid is over het voortbestaan van het Afrikaans, deze taal relatief feitelijk nog in een bevoorrechte positie verkeert. Er bestaan meerdere Afrikaanse uitgeverijen en Afrikaanse media en hier zit veel kapitaal achter. De andere landstalen zijn er wat dat betreft aanzienlijk slechter aan toe (terwijl het Engels moet competeren met het Engels wereldwijd). Antjie Krog verwijst naar een belangwekkend project om kinderboeken in alle landstalen te publiceren. “Maar inderdaad”, zegt ze, “als je moedertaal een cul-de-sac wordt, dan sterft die taal.”

Taal die schuurt

Wat Krog hoop geeft voor het Afrikaans, is dat er steeds meer jonge schrijvers opstaan die afkomstig zijn uit de townships en die de Afrikaanse literatuur verrijken met nieuwe thema’s, verteltechnieken en personages. “Dat is literair materiaal dat nog in geen enkele taal bestaat.”

Alle sprekers zijn het erover eens dat Kompoun van Ronelda Kamfer een zeer belangrijke tekst is, omdat de schrijfster deze roman doelbewust niet in het zogenaamde Standaardafrikaans heeft geschreven, maar in de taal van de gemeenschap waarin het verhaal zich afspeelt. De taal waarin de roman geschreven is, kan dus gezien worden als een daad van verzet, van agressie; het schuurt. Het zal interessant zijn om te zien wat daar in een Engelse of Nederlandse vertaling van overblijft. Voor het Nederlands werkt Alfred Schaffer, Kamfers vaste vertaler en zelf een veelbekroond dichter, aan een vertaling van Kompoun.

Vertalen als politieke daad

Om de politieke implicaties van taal te verduidelijken, verwijst Marcus Desando nog maar eens naar de Soweto-opstand uit 1976, toen duizenden scholieren de straat op gingen om te protesteren tegen het Afrikaans als onderwijstaal. Vandaag de dag stoort het Desando dat opschriften op straatnaambordjes in Zuid-Afrika nog steeds alleen in het Engels en het Afrikaans zijn; daardoor worden sprekers van andere Zuid-Afrikaanse talen buitengesloten. Vertalen kan taal minder belangrijk maken, zegt hij, en daardoor minder politiek. “Het is belangrijk dat we een relatie met elkaar aan kunnen gaan.”

Vijftig minuten zijn duidelijk te kort, stelt gespreksleider Yves T’Sjoen met spijt vast. Hij had het bijvoorbeeld graag nog willen hebben over het Afrikaans als “brugtaal”, en ook over het Nederlands als een brug tussen het Afrikaans en andere talen, zoals het Pools. Maar dat onderwerp moet wachten tot een volgende keer.

Kijk hier naar een videoregistratie van het gesprek. Sprekers: Antjie Krog, Marcus Desando, Elleke Boehmer. Moderator: Yves T’Sjoen.

  • Camera: Saskia Vredeveld
Lees ook:

ProVARIA krijgt internationale waardering

Nieuwe stemmen

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top