Bijeenkomst rond derde Nelson Mandela-lezing roept gemengde emoties op

  • 0

In 2019 begon ZAM, online platform voor Afrikaanse [Suid-Afrikaanse lesers: Afrika] onderzoeksjournalistiek, fotografie, kunst en opinie, in samenwerking met het Internationale Theater Amsterdam een nieuwe traditie: de jaarlijkse Nelson Mandela-lezing. Helaas moest deze nog jonge traditie vanwege de coronapandemie in 2021 tijdelijk worden opgeschort. Maar op zondag 6 februari 2022 kon alsnog de derde editie plaatsvinden.

Na Sisonke Msimang (Zuid-Afrika/Australië) en Elnathan John (Nigeria) was het woord dit keer aan de Keniaanse Yvonne Adhiambo Owuor. De bijeenkomst was stijlvol georganiseerd en de optredens die de lezing omlijstten, waren van hoog niveau. Maar Owuors optreden riep gemengde emoties op. 

Burgemeester Femke Halsema: “Waarheid heeft kunst en cultuur nodig”

De middag begint met een magische voorstelling door de Syrische band en zanger Midist / Wasim, begeleid door Sinan Aratt op ney (rietinstrument) en de Palestijns/Syrische danser Ahmad Joudeh.

Ná het bekende geluidsfragment met de stem van Nelson Mandela tijdens het Rivonia-proces (“I have cherished the ideal…”) wordt het publiek verwelkomd door de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema. Zij begint haar toespraak door erop te wijzen dat het theater na de coronacrisis eindelijk weer open is. Twee jaar lang hebben acteurs, regisseurs, dansers en sprekers nauwelijks kunnen optreden, en ook de mensen achter de schermen, zoals technici, grimeurs en decorbouwers, hebben het zwaar gehad. “Het is dankzij hun veerkracht, professionaliteit en liefde voor het vak dat zo meteen kunst en cultuur weer hun plek in kunnen nemen in het hart van onze samenleving, waar het thuis hoort en waar het zo verwaarloosd is, de afgelopen twee jaar”, aldus Halsema.

Halsema memoreert de dood van een van haar voorgangers, oud-burgemeester Ed van Thijn, die op 19 december 2021 is overleden. “Amsterdam is niet de navel ván de wereld, maar een venster óp de wereld”, haalt ze Van Thijn aan. Het hoogtepunt van Van Thijns burgemeesterschap was het bezoek van Nelson Mandela aan Amsterdam in 1990. Mandela verscheen toen op het balkon van ditzelfde theater om de op het Leidseplein verzamelde menigte toe te spreken. Volgens Halsema was het niet alleen een hoogtepunt voor de toenmalige burgemeester, maar ook voor de stad. “Niet omdat de Amsterdammers zo trots konden zijn op een stad zonder racisme”, zegt Halsema. “Nog maar enkele jaren ervoor was de Antilliaanse Kerwin Duinmeijer door een skinhead onder begeleiding van racistische leuzen vermoord, hier vlakbij, op de Dam, in het hart van deze stad.” Ook toen groeide de aanhang van extreemrechtse partijen, en vandaag de dag is dit nog steeds het geval. “Zelfgenoegzaamheid was niet op zijn plaats en is nu helemaal niet op zijn plaats”, constateert Halsema.

Voor Ed van Thijn was bestrijding van racisme en discriminatie zijn belangrijkste drijfveer. “Als burgemeester was hij dan ook een bijna activistische bondgenoot van de antiapartheidsbeweging”, memoreert Halsema.  Het bezoek van Nelson Mandela aan Amsterdam was volgens haar een hoopgevend moment. Even leek het erop dat vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid voor iedereen bereikbaar zouden zijn. Die hoop behoort volgens Halsema tot de kern van Mandela’s nalatenschap.

Deze hoop spreekt ook uit het Nelson Mandela-monument van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Mohau Modisakeng, dat in de zomer van 2021 in het Nelson Mandelapark in Amsterdam-Zuidoost werd onthuld. “Voor mij staat dat beeld voor het zelfbewustzijn van een nieuwe generatie Amsterdammers”, zegt Halsema. “Een generatie die in hun wijken en in de hele stad het heft in handen neemt. Die racisme en discriminatie niet meer accepteert. En die een nieuwe culturele wind door onze stad blaast. En ook daarom is het zo belangrijk dat naast kunstwerken in de openbare ruimte ook de podiumkunsten weer mogelijkheden hebben.”

Volgens Halsema is het niet toevallig dat de organisatoren van de Nelson Mandela-lezing juist door kunst en cultuur Mandela’s erfenis levend probeert te houden. Zoals Mandela zelf zei: “Ik spreek van cultuur en creativiteit, want die zijn, net als de waarheid, blijvend.” “Waarheid heeft kunst en cultuur nodig”, vervolgt Halsema. “Waarheid kan niet zonder schoonheid. Niet zonder de schurende verhalen die op een podium als dit verteld worden. Met poëzie, dans en muziek kunnen wij vertellen wie we zijn zonder onszelf of anderen een etiket op te plakken.”

Halsema omschrijft de Nelson Mandela-lezing, waarvan zij zelf beschermvrouwe is, als een “jaarlijkse manifestatie door betrokken kunstenaars die zich verbonden voelen met de erfenis van Mandela, de toekomst van het Afrikaanse continent en mensen met Afrikaanse wortels waar zij ook wonen”. Ze ziet het als een project dat goed bij de stad past. Vanwege de historische verantwoordelijkheden die Amsterdam draagt voor handel in slaafgemaakte mensen en kolonialisme zowel als vanwege de band van de stad met de antiapartheidsbeweging. Maar ook omdat het “onze stad helpt te worden te worden wat wij zo graag willen zijn: een venster op de wereld”.

Eerdere registratie van het gedicht “Als je niet gaat stemmen” door Babs Gons:

Na de toespraak van burgemeester Halsema worden er twee korte video’s vertoond om stil te staan bij de dood van burgemeester Ed van Thijn (1934-2021) en aartsbisschop Desmond Tutu (1931-2021). Vervolgens draagt spoken word-kunstenares Babs Gons haar gedicht “Als je niet gaat stemmen” voor, waarin ze herhaaldelijk naar Nelson Mandela verwijst. Kunstenaar Mohau Modisakeng, de maker van het Nelson Mandela-monument, bedacht voor deze middag een performance waarin de sociaaleconomische ongelijkheid in Zuid-Afrika uitgebeeld wordt.

Adriaan van Dis: “Je weet als witte man niet wat je leest!” 

Vervolgens is het woord aan schrijver Adriaan van Dis, eveneens beschermheer van de Nelson Mandela-lezing. Hij begint met een citaat uit Mandela’s Conversations with Myself: “Een cel is een ideale plaats om jezelf te leren kennen”. Van Dis vertelt dat Mandela op Robbeneiland veel mediteerde en veel las, onder meer biografieën van Afrikaner leiders uit de tijd van de Zuid-Afrikaanse oorlog (1899-1902). “Achtentwintig jaar achter de tralies hadden zijn horizon indrukwekkend verbreed”, stelt Van Dis vast.

Na zijn vrijlating uit de gevangenis reikte Mandela de Afrikaners, die jarenlang in een cocon van rassenhaat en angst hadden geleefd, de hand. Net als de Afrikaners van destijds worstelt het “oude witte Europa” volgens Van Dis vandaag nog steeds met een “angstig denken”. “Het klampt zich vast aan een toekomst die in het verleden ligt, met gesloten grenzen en glorieuze natiestaten, en ontkent de realiteit dat de nu als ‘minderheden’ weggezette bevolkingsgroepen straks een meerderheid zullen vormen. In het jaar 2050 zal de helft van de Europeanen een migratieachtergrond hebben. Nederland telt dan meer mensen van kleur dan mensen met een witte huid. In Amsterdam heeft nu al 35 procent van de scholen een leerlingenpopulatie waarvan meer dan 70 procent gekleurd is. Niet meer dan 10 procent van de wereldbevolking is wit. De tijd dat dit geprivilegieerde smaldeel de lakens uitdeelt, is voorbij. De gekoloniseerden verheffen steeds meer hun stem, geven hún visie op de Europese expansiedrift, zij confronteren de oude machthebbers met andere ideeën over godsdienst, schoonheid en geschiedenis. Verhalen over onrecht en onderdrukking vinden hun weg naar academie, uitgeverijen, film of moderne media. Weggemoffelde getuigenissen over uitbuiting en vernedering worden breed gedeeld. […] De witte wereld wordt de laatste jaren geconfronteerd met zijn eigen racistische archief. De veroveringszucht blijkt in het westerse denken te zijn geslopen, in de taal, in de verhalen. […] Wit zelfonderzoek is geboden.”

Van Dis (75) doet ook zelf aan “wit zelfonderzoek”. Net zoals Mandela zich op Robbeneiland verdiepte in de levens van de Boerengeneraals, zit hij al twee jaar in een leesclubje dat zich ten doel heeft gesteld allerlei klassiekers van zwarte denkers te lezen, zoals De verworpen der aarde van Franz Fanon, Wij slaven van Suriname van Anton de Kom en boeken van Gloria Wekker en Philomena Essed. “Je weet als witte man niet wat je leest!” Daarbij is het er Van Dis niet om te doen om “woke” te zijn, een “gutmensch”. “Ik lees die boeken om lenig van geest te blijven, om geen vreemde in mijn eigen tijd te worden.” Hij waarschuwt om niet te blijven steken in “schuttersputjes van zelfbeklag”. “Weidse horizonnen wens ik u toe!”

Yvonne Owour: “Hoe kun je een toekomst opbouwen met gewonde handen?”

Tot dusver had de middag een mooie opbouw. Burgemeester Halsema wees, kort samengevat, op de waarde van kunst en cultuur, vooral in een tijd van extreemrechts populisme; op een nieuwe generatie Amsterdammers uit diverse achtergronden die opstaat tegen racisme en discriminatie; en op de Nelson Mandela-lezing als platform om de stem van Afrikaanse kunstenaars en kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora hoorbaar te maken. Adriaan van Dis constateerde dat de demografie van Amsterdam, net als in Europa als geheel, onherroepelijk bezig is om te veranderen; dat er nieuwe kunstenaars op de voorgrond treden die aandacht vragen voor ongehoorde verhalen en die de witte wereld dwingen tot zelfonderzoek; en hij eindigde met een uitnodiging tot blikverruiming.

De lezing van de hoofdspreker van deze bijeenkomst, de Keniaanse schrijfster Yvonne Adhiambo Owuor (53), sluit bij de woorden van de vorige sprekers aan. Maar zo helder en inspirerend de toespraken van Halsema en Van Dis waren, net zo teleurstellend en frustrerend is de lezing van Owuor. Dat komt in de eerste plaats doordat Owuor onbehoorlijk lang aan het woord blijft: welgeteld 62 minuten! Ik weet niet welke opdracht Owuor vanuit de organisatie heeft meegekregen, maar ik kan me niet voorstellen dat dit de bedoeling was. Het had Owuor gesierd als ze haar verhaal gaandeweg had ingekort.

Aanvankelijk weet Owuor de sympathie van het publiek te winnen met twee anekdotes waarin ze Nelson Mandela bijna tegen het lijf liep zonder onmiddellijk te beseffen wie die vriendelijke oude heer was. Owuor studeerde in die tijd aan de filmschool in Claremont, in de buurt van Genadendal, de Kaapse residentie van de president. Eén keer komt ze Mandela op straat tegen tijdens zijn ochtendwandelingetje. Als zijn lijfwachten haar later vragen of ze de president gezien heeft, stuurt ze hen de verkeerde kant uit. “I’d like to think this was my small contribution to Mandela’s short walk to...” Ze maakt haar zin niet af, maar ze heeft onmiddellijk de lachers op haar hand.

Ze bewondert Mandela om zijn vergevingsgezindheid. Ze begint haar lezing met het beroemde citaat waarin Mandela stelt dat hij, toen hij de gevangenispoort uit liep, wist dat hij zijn bitterheid en haat moest achterlaten omdat hij anders voor de rest van zijn leven een gevangene zou blijven. Toch lijkt Owuor niet helemaal overtuigd: “Hoe kun je een toekomst opbouwen met gewonde handen?”

Owuor kent Europa goed. Ze wordt gefascineerd door de “paradoxen van zijn schoonheid en fantomen”. Ze ziet zichzelf als een spokenjager, een speleoloog, altijd op zoek naar wat er achter of onder het oppervlak van al die historische pracht en praal schuilt. De pijn en woede over het koloniale verleden en over het onrecht dat de bevolking van de voormalige koloniën ook later nog is aangedaan, zijn nog niet verdwenen. “Onze fantomen”, zegt ze, “hebben geen uiterste houdbaarheidsdatum.”

In de loop van hun lezing stelt Owuor allerlei prachtige vragen over een gedeelde menselijkheid. Maar vaak is het de aanloop naar de vraag of de beantwoording ervan die schuurt, schrijnt, zelfs kan aanvoelen als een klap in het gezicht. Owuor lijkt, anders dan Mandela, niet in staat om haar bitterheid en haat achter zich te laten.

Waarschijnlijk wil ze dat ook niet. Ze wil het onrecht uit het koloniale verleden niet met de mantel der liefde bedekken, als een vorm van “stilte, geheugenverlies, verlamming”. Vergeving kan niet bestaan zonder rechtvaardigheid. Het heden, zegt ze, is de plek waar het verleden en de toekomst samenkomen. Als de spoken uit het verleden niet onder ogen gezien zijn, is het ook niet mogelijk vanuit dit heden een op waarheid gebaseerde toekomst op te bouwen.

Die redenering is zonder meer valide. Alleen met de genadeloze manier waarop Owuor haar overwegend witte toehoorders de les leest, verliest ze een deel van haar publiek. Ze doorspekt haar betoog met verwijzingen naar de Europese cultuurgeschiedenis. Keizer Nero, de doos van Pandora, de Minotaurus, Pontius Pilatus en Publius Terentius passeren de revue. Meestal zijn het niet de meest sympathieke beelden die opgeroepen worden. Regelmatig vallen er woorden als “abominal” en “atrocious”. Owuor verpakt haar boodschap in poëtische termen, maar ondertussen gaat ze door om haar publiek te geselen, 62 minuten lang.

Het wordt tijd, concludeert Owuor, aansluitend bij de bijdragen van Halsema en Van Dis, voor een “nieuwe verbeelding”. De oude verbeelding is bezoedeld en medeplichtig aan de verwoesting van culturen. Een nieuwe generatie verdient nieuwe wegen, een nieuwe woordenschat en een nieuwe schoonheid waarin we elkaar van mens tot mens opnieuw kunnen ontmoeten. Tot slot haalt ze opnieuw Mandela aan: “No human is limited, imagine that.” Dat is opnieuw een mooie, poëtische gedachte. Maar ondertussen blijft deze toehoorder murw geslagen achter.

Gelukkig eindigt de middag met een nieuwe compositie van componist Nhlanhla Mahlangu, speciaal geschreven voor deze gelegenheid en live uitgevoerd door Phuphuma Love Minus vanuit het Joburg Theater.

  • Schermfoto’s: Elize Zorgman
Lees ook:

Nieuw Mandela-monument in Zuidoost: zónder Madiba, maar met des te meer méns

Elnathan John: "Je bent pas echt gedekoloniseerd als je durft te dansen alsof niemand het ziet"

Sisonke Msimang: "Nelson Mandela heeft zwarte Zuid-Afrikanen niet in de steek gelaten"

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top