Twintig jaar geleden, van donderdag tot zaterdag 23–25 september 2004, trad een internationale dichtersbent op in het Provinciaal Hof op de Markt in Brugge. De schrijvers waren uitgenodigd door het Provinciebestuur West-Vlaanderen. De literaire avond maakte deel uit van de tweede editie van het festival ‘BruggePoésie’. De internationale poëziemanifestatie kwam tot stand in 2002 naar aanleiding van Brugge Culturele Hoofdstad van Europa. In de folder van het festival wordt verwezen naar Villa Mont-Noir – Centre Départemental de Résidence d’Écrivains Européens en de samenwerking van de Provincie West-Vlaanderen met het Franse Département du Nord. Het provinciebestuur maakt in het voorwoord van de speciaal voor de gelegenheid uitgegeven brochure gewag van het belang van een structurele, grensoverschrijdende samenwerking tussen Europese regio’s” en eerder “betekenisvolle culturele, ook literaire, uitwisselingsprojecten […] met andere provincies en regio’s in binnen- en buitenland”. Verder wordt met bestuurlijk aplomb beklemtoond dat “de ‘letteren’ […] voor grensoverschrijdende samenwerking een extra uitdaging [vormen]. Een vreemde taal vormt vaak een hinderpaal voor een vlot communicatieproces. En toch wordt cultuur wezenlijk gevormd en overgedragen door de ‘taal’: zowel een taal van beeld- of muziektekens, als een taal van lettertekens”.
“Grote figuren van de wereldpoëzie”
De Italiaanse dichter, romancier en musicus Claudio Pozzani, afkomstig uit Genua, staat vermeld als organisator/curator en werkte eerder als artistiek directeur voor poëziefestivals in Genua, Helsinki, Lodève, Parijs en München. Pozzani verheugt zich in een inleidende tekst over “het prestige van de uitgenodigde auteurs en het feit dat de grote figuren van de wereldpoëzie [in Brugge] een ontmoetingsplek vinden waar ze op gevoeligheid en aandacht kunnen rekenen en waar ze contacten kunnen leggen met vertegenwoordigers van de Vlaamse poëzie”. Een persbericht is te lezen in De Standaard op 1 september 2004. De kop van het artikel is: ‘Breyten Breytenbach naar BruggePoésie’. Ook Vlaamse dichters traden bij de gelegenheid op: “De Vlaamse dichters op de affiche hebben alle West-Vlaamse wortels: Hugo Claus, Luuk Gruwez, Walter Haesaert, Hedwig Speliers, Toon Vanlaere en Peter Verhelst. Gw[y] Mandelinck en Jozef Deleu stellen het boek De Praalstoet van de taal voor, een nieuwe bundel met achttien West-Vlaamse dichters” (De Standaard). Het boek van Mandelinck en Deleu, waarin alle deelnemende dichters met teksten vertegenwoordigd zijn, is tweetalig in Nederlands en Frans uitgegeven. Voor de manifestatie in Brugge, waar het boek boven de doopvont is gehouden, zijn de laureaten uitgenodigd van de (intussen verdwenen) Provinciale prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen (Walter Haesaert 1973, Hedwig Speliers 1972, Toon Vanlaere 2001, Peter Verhelst 1989) en de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies (Hugo Claus 2000 & 2002, Luuk Gruwez 1993).
Dichters in Brugge
De uitgebreide tweetalige programmafolder (Nederlands en Frans), eenennegentig bladzijden dik en voor de gelegenheid uitgegeven door de Provincie West-Vlaanderen onder de redactie van Ria Verweider, heb ik kunnen consulteren in de onvolprezen collectie van het Poëziecentrum in Gent. In de inhoudsopgave staan de volgende namen in alfabetische volgorde vermeld: Maram al massri (Syrië), Breyten Breytenbach (Zuid-Afrika), Hugo Claus (België), John Deane (Ierland), Casimiro de Brito (Portugal), Michel Deguy (Frankrijk), Arjen Duinker (Nederland), Luuk Gruwez, Walter Haesaert, Yang Lian (China), Amjad Nasser (Jordanië), Serge Pey (Frankrijk), Paolo Ruffilli (Italië), Edoardo Sanguineti (Italië), Hedwig Speliers (België), Khal Torabully (Mauritius), Toon Vanlaere (België) en Peter Verhelst (België). Breytenbach stond geprogrammeerd samen met Hugo Claus, Michel Deguy, Luuk Gruwez, Maram al massri en Edoardo Sanguineti op vrijdagavond 24 september. In de brochure is Breytenbachs gedicht ‘“Om te lewe is om te brand”. Andrei Voznesenski’ opgenomen in Nederlands, Afrikaans en Frans (blz. 22-23). De tekst is overgenomen uit Eklips, waarmee de bundel afsluit (1983: 102), en werd later opgenomen in Ampie Coetzees bloemlezing uit Breytenbachs poëzie Die handvol vere (1995: 208). Het gedicht is gedateerd 31/12/79. In de transcriptie in de brochure zijn fouten geslopen (zoals de witregel die is weggevallen). Ik neem de versie over uit Eklips.
heeltemal helder en heeltemal stil: om te lewe is om verteer
te word soos hierdie somersdag van heerlikheid; om weer
en altoos die aardbol se verbyrol te loof, die soel lower
van ruigtes, waterslope, tonge klip, geveerdes se hartnote omtower
tot kettinkies wat die stiltes skakel; hoe heeltemal ryk
is die berg en helder en kaal – net een pluim pryk
reeds wit waar die wind aans fyn serfynklanke en wimpels
sal bol; en dis volbring, kringend het die seisoenesiklus ou rimpels
soos wurms uitgestoot uit die skoot – maar kyk, ons is elk
self die koetsier van vergaan, goejop-regop met hande verwelk
om die doodskar se leisels, want só bid-bid is ons reis
gewik, koel, ’n skelet gekelk in die dagkabaai van vleis…
brand, brand saam met my, lief – te hel met verderf!
om te lewe is om te lewe, is om lewe-lewe te sterwe
Artistieke liaison van Breytenbach & Claus
Breytenbach en Claus traden wel vaker op in elkaars gezelschap. Beide schrijvers hebben elkaar niet alleen in Zuid-Afrika ontmoet, maar dus ook een paar keer in België en op Poetry International in Rotterdam. Als schilders exposeerden ze zelfs samen in het Elzenveld in Antwerpen (juni 1993), zoals vermeld in de biografie De levens van Claus (2024) door Mark Schaevers (blz. 752). Over een dichtersfestival dat Breytenbach in Durban organiseerde en waar Claus te gast was samen met Veerle en de dichters Remco Campert, Seamus Heaney en Homero Aridjis vinden we een korte vermelding in Schaevers’ boek op blz. 766. Dit verhaal is door mij elders opgetekend: https://voertaal.nu/hugo-claus-en-zuid-afrika-literaire-posture-in-afrikaans/.
Breytenbach verhuist in 2005 van Meulenhoff naar Podium
Na een conflict van Laurens van Krevelen, uitgeverijdirecteur en goede vriend van Breytenbach, met het bedrijf Meulenhoff verliet de Zuid-Afrikaanse schrijver net als Van Krevelen zijn sinds 1972 vaste uitgeverij Meulenhoff (Amsterdam) en ruilde haar in voor Podium van Joost Nijsen. De volgende jaren vertaalde Krijn Peter Hesselink The Middle World Quartet in het Nederlands. In 2006 verscheen Intieme vreemde. Een schrijfboek (oorspronkelijk Intimate Stranger) als eerste deel. Het is niet bekend of ter gelegenheid van ‘Bruggepoésie 2004’ toen al gesprekken zijn gevoerd over het vertrek naar een andere uitgeverij. In ieder geval trad Breytenbach dat jaar niet op in Rotterdam op het Poetry International festival. Wat wel duidelijk is, zoals door Francis Galloway in Woordenaar woordnar (2019: 256) gesteld, dat de schrijversloopbaan en de postuur van Breytenbach in beginjaren 2000 internationaal uitbreidden. Galloway somt een lange lijst op van festivals en debatten, exposities in binnen- en buitenland en nogal wat vertalingen waarbij Breytenbach betrokken was. Zo lezen we daar dat in hetzelfde jaar van ‘Bruggepoésie’ zowel in het Einstein Forum in Potsdam als in het instituut GORIN op het eiland Gorée (Senegal) solotentoonstellingen plaatshadden.
Tot slot: “Op de dag van het laatste gedicht zullen de stilsten onder ons nog nauwelijks van spraak zijn voorzien”
Met dank aan Arjen Duinker voor de foto. Zittend van links naar rechts: Claudio Pozzani, Edoardo Sanguineti, Maram al massri, Hugo Claus en muzikanten van Duo Novecento; rechtstaand van links naar rechts: Casimiro de Brito, Arjen Duinker, Yang Lian, Luuk Gruwez, Breyten Breytenbach, John Deane, Paolo Ruffilli (?), Michel Deguy, Khal Torabully en Toon Vanlaere.
De line-up vermeldt ook Luuk Gruwez, op de foto links naast Breytenbach, die later in zijn bundel De eindelozen (2015) een aan Breytenbachs poëzie ontleende regel als paratekst (motto) heeft opgenomen bij het gedicht ‘De dag van het laatste gedicht’. Het citaat van Breytenbach luidt: “die laaste gedig paar nie”. Het citaat van Gruwez in de tussentitel zijn de openingsregels van het gedicht.
Transnationale biografieën van Breytenbach
Over de aanwezigheid van Breytenbach in de Lage Landen, zoals op het festival in Brugge, is het laatste woord niet geschreven. Over alle levens van Breytenbach valt beslist ook een monografie te schrijver over de aanwezigheid van dichter en schilder op literaire festivals en tentoonstellingen in Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid van Pampoendag (16 september 2024), Breytenbachs vijfentachtigste verjaardag, roep ik met de mij aangeleverde foto herinneringen op aan een van de performances van de bard op een van vele literaire festivals in België.
Met dank aan Stefaan Goossens en het Poëziecentrum (Gent).
Lees ook:
Luisterverhale: "fascistiese pampoen" deur Breyten Breytenbach, voorgelees deur Marcel van Heerden