Leesimpressie: De trotse bedelaars door Albert Cossery

  • 0

De trotse bedelaars
Albert Cossery
Roman
Oorspronkelijke titel: Mendiants et orgueilleux (1955)
Vert. Rosalie Siblesz
Voorwoord: Roger Grenier
283 blz.
Amsterdam: Meulenhoff, 1987
Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas, Geactualiseerde heruitgave 2020/2021

Ironische en beeldende schetsen van het leven “in de broeierige schaduw van de steegjes, straten en pleinen in een grote Egyptische stad, vermoedelijk Caïro, in het milieu van hele en halve intellectuelen, anarchisten, dichters en revolutionairen, die uit overtuiging bedelaars zijn geworden.”

  • Over begeerte en passie, oplichting, bordelen, hasjiesj en drugs, homo’s, ambtenaren en gezagsdragers. Levendige typeringen in fraaie stijl.
  • “Voor de zoveelste keer ging tragiek gepaard met humor.” (216)
  • Vertaling bevat hier en daar wat stroeve zinnen maar oogt tamelijk soepel: “Hij richtte zich op een elleboog op.” (9)
Opmerkelijke citaten
  • “Het was elf uur ’s ochtends. El Kordi zat achter zijn bureau op het ministerie van Openbare Werken en bestudeerde de vliegen; hij verveelde zich stierlijk. (...) Hoe zou hij in aanwezigheid van deze vastgeroeste, muffe figuren die tot eeuwig-durende slavernij waren voorbestemd, ooit rustig kunnen nadenken over problemen van wereldomvattende betekenis? Uit protest tegen dit onrechtvaardige lot zag El Kordi van praktisch alle werk af, met de bedoeling op die manier zijn afkeuring en zijn geestelijke onafhankelijkheid kenbaar te maken. Maar aangezien niemand zijn protest opmerkte, verveelde hij zich.” (127)
  • “Het geweld dat zijn vrijheid enkele uren per dag werd aangedaan, maakte hem uiterst gevoelig voor de smart van de onderdrukten overal ter wereld.” (130)
  • “Alleen mensen die iets te verliezen hebben, zijn bang voor de politie en hier bezat niemand iets.” (164)
  • “Zijn daad zou geen diefstal zijn maar een onteigening. (...) Hij was nog slechts een instrument in de handen van een volk dat om wraak riep.” (204–205)
  • “De agent zweeg; hij leek na te denken. Dat kostte hem zeer veel moeite, dus hield hij er snel weer mee op. Hij begon er last van te krijgen.” (246)
  • “‘Waar is mijn dekbed?!’ riep Yéghen. Wat is dit voor gedoe? ‘Niks aan de hand,’ fluisterde de hotelhouder. ‘Ik had het nodig om een klant in slaap te krijgen. Zodra de man onder zeil is, krijg je het terug, erewoord! Maar ik smeek je: geen schandaal alsjeblieft.’” (249)
  • “’Het leven, het ware leven, is kinderlijk eenvoudig. Er bestaan geen raadsels. Er bestaan alleen schoften.’ ‘Wie zijn volgens jou de schoften?’ ‘Als je niet weet wie de schoften zijn is der geen enkele hoop meer voor je. Dat is het enige dat niemand je kan bijbrengen, mijnheer de rechercheur.’” (265–266)
  • “Als bedelaar door het leven gaan was een heel wijze keuze. Het leven in de meest primitieve vorm, zonder enige verplichting.” (266)
  • “Yéghen accepteerde politiegeweld op dezelfde manier als hij ongeneeslijke ziekten en natuurrampen accepteerde.” (270)
  • “Bedelaar worden was eenvoudig, maar hoe werd hij een trotse bedelaar?” (279)
Lees ook:

Leesimpressie: Geef nooit op door Bernardine Evaristo

Leesimpressie: Trilling door Teju Cole

Leesimpressie: Naar zachtheid en een warm omhelzen door Adriaan van Dis

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top