Het beest in ons, 25 schrijvers geven dieren een stem
Johan Idema en Kees Moeliker (Red.)
Foto’s: Matthijs Immink
Rotterdam: Trichis publishing
2022
127 blz.
Een bijzonder leuke en verzorgd uitgegeven bundel waarin 25 Nederlandse auteurs zich inleven in dieren uit de collectie van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. “Van zeepaardje tot olifant, van albatros tot mammoet. (...) Elk dier brengt een prikkelend relaas over een actuele uitdaging in onze samenleving, van migratie en mindfulness tot genderfluïditeit en vrije seks. Het gaat om dieren die hierover iets te vertellen hebben, in wiens habitat deze thema’s ook spelen en wiens gedrag of aanpak ons lering en inspiratie bieden” (5).
- De kracht van Het beest in ons “schuilt in de combinatie van feitelijkheden (natuurhistorie), fictionalisering (literatuur) en actualisering (journalistiek).” (7)
Inhoud
- Tommy Wieringa, Aziatische olifant (10–13). Veel meer soorten dan gewoonlijk wordt aangenomen kunnen lijden. “Daarmee worden ze echter nog niet toegelaten tot de lijdensgemeenschap. Die blijft exclusief voorbehouden aan de homo sapiens. Lijden is hun teken van superioriteit, een bewijs van hun eigen uitzonderlijkheid in de wereld.” (12)
- Gershwin Bonevacia, Bever (14–17). “De mens kan van mij leren en moet meer aandacht besteden aan circulair bouwen, bouwen met hergroeibare materialen aangevuld met materialen die voortkomen uit hergebruik.” (16)
- Hanna Bervoets, Bruine rat over social distancing (18–21).
- Babs Gons, Das over woningcrisis (22–25). “Wij delen onze holletjes met vossen, boommarters en stekelvarkens. Wat heb je eraan als je er toch niet bent?” (23)
- Wilfred de Jong. Dromedaris over waterschaarste (26–29).
- Ester Naomi Perquin, Gewone achtarm over voltooid leven (30-33). “Leven doet niet aan voltooiing, het verandert van vorm.” (32)
- Selm Merel Wenselaers, Goudfazant over genderfluïditeit (34–37).
- Eva Meijer, Grote albatros over homoseksueel ouderschap (38–41). “Een menselijk filosoof, ik meen dat het Wittgenstein is, schrijft, de kleren van de taal maken alles gelijk. Als je één woord hebt voor man of vrouw of liefde, denk je dat het ook één ding is. Maar er zijn zoveel verschillende manieren om te bestaan.” (40)
- Raoul de Jong, Jaguar over framing (42–45).
- Mohammed Benzakour, Potvis over CO2-uitstoot (58–61).
- Ernest van der Kwast, Struisvogel over vrije seks (66–69).
- Özcan Akyol, Turkse tortel over integratie (70–73). “…je bent pas echt Nederlander als je op de achtergrond meedoet.” (73)
- Ahmed Aboutaleb, Tweestippelig lieveheersbeestje over racisme (74–77).
- Abdelkader Benali, Tweevingerige luiaard over mindfulness (78–81).
- Sanneke van Hassel, Vos over voedselzekerheid (82–87).
- Bibi Dumon Tak, Wilde eend over seksuele normen (88–91).
- Marjolein van Heemstra, Zalm over verbondenheid (96–99). “Meer dan vis zijn wij herinnering, aan een route en een plaats. Dat wij grotendeels verdwenen, heeft rivieren hier dement gemaakt. Domme, lege slootjes vol vergeetachtig water.” (98)
Lees ook:
Leesimpressie: Ik ken een berg die op mij wacht door Sholeh Rezazadeh
Leesimpressie: Het liefdespaar van de eeuw door Julia Schoch