Hoop, over een verstandige verhouding tot de wereld
Philipp Blom
Oorspronkelijke titel: Hoffnung (2024)
Vertaald door W. Hansen
Amsterdam: De Bezige Bij
November 2024
175 blz.
Breed opgezette beschouwing. Persoonlijke notities, veel historische informatie en uiteenlopende literaire en filosofische bronnen bieden een veelomvattende zoektocht naar hoop.
- En een warm pleidooi voor verhalen.
- Ook aandacht voor ontwikkelingen buiten Europa.
- Hier en daar een wat stroeve of vreemde zin: “Een vogel beweegt zich anders door de wereld dan een beer of een poema – of een mees.” (58)
- Ook: “En mijn hut, die gij niet gebouwd” (73).
Opmerkelijke passages
- “We bevinden ons in een drievoudige existentiële crisis” (...) “De drie in elkaar grijpende raderen van die crisis zijn de opwarming van de aarde, de dramatische achteruitgang van de biodiversiteit en de gevolgen van digitalisering en kunstmatige intelligentie.” (15)
- “Het is moeilijker geworden hoop te koesteren in een samenleving waarin de helft wil terugkeren naar een verleden dat er nooit is geweest, terwijl een ander deel met quasireligieuze zekerheid beweert dat het project van de westerse samenleving van meet af aan immoreel en kwaadaardig is geweest, gegrondvest op niets anders dan onderdrukking, haat, slavernij en verwoesting en uiteindelijk een samenzwering tot massamoord.” (26)
- “Is het niet vreemd dat het ons (...) aan hoop ontbreekt, in onze rijke samenlevingen, waarin het veel mensen aan niets anders ontbreekt? (...) Waarom zijn we tegenwoordig welvarender dan ooit, leven we langer, blijven we langer gezond, hoeven we minder te vroeg overleden kinderen te begraven, kennen we geen hongersnoden en in veel landen ook geen oorlogen meer – en zijn we desondanks vaak zonder enige hoop? En waarom koesteren mensen in Oekraïne en zelfs in het gebombardeerde Gaza hoop, ook al staan ze bloot aan dodelijke gevaren? Waarom bestaat er zoveel hoop op onverwachte plaatsen, en hoe hebben mensen vroeger, toen het leven nog vel gevaarlijker en breekbaarder was, zo vurig en met zo’n groot vertrouwen kunnen hopen? Bloeit de hoop dus het best in ruïnes en op vuilnisbelten?” (39)
- Verwijzingen naar Hannah Arendt (57, 68–69) dn Camus (97–98).
- “Een leven zonder verhalen is een leven zonder hoop, een eenvormig bestaan zonder daden, zonder dromen en zonder zang.” (60)
- “Hoop als motivatie van verandering, vernieuwing en revolutie is geen vlucht voor de wereld, integendeel. Ze buigt zich naar de wereld toe. Ze is nog niet oud en heeft veel energie, genoeg om ook in wanhopige omstandigheden nog strategieën, solidariteit en zin te vinden.” (78)
- Over Centraal station Utrecht: “een hele stadswijk de oude stad binnengedrongen, als een oceaantanker die een kade ramt.” (95)
- “De hoop is vaak van gezicht veranderd, of in elk geval van kostuum. Maar ze vertelt altijd verhalen. Ze nodigt je uit om haar te geloven, haar te volgen, haar te vertrouwen, ook al raadt je verstand dat af. Niet luisteren, lispelt ze, ik ben je kans, je geliefde, je bestemming. Ik ben het antwoord op je verlangen naar zin. Als we over hoop willen spreken, moeten we daarom ook over verhalen spreken, want elke hoop vertelt je en verhaal.” (96)
- “Als een samenleving zich niet meer in staat acht een levendige cultuur van het heden te creëren en een levende cultuur voort te zetten, maar haar verleden alleen nog archiveert en conserveert als dode kevers en vlinders, hoe kan ze dan vol hoop naar haar eigen toekomst uitzien?” (...) “...hoop heeft herinnering nodig die perspectieven schept, een tijd ervóór en een tijd erná, een horizon van leed en vreugde en hun oorsprong en verhalen, en daarmee ook een toekomst waarin ik me kan indenken, die ik me kan wensen.” (113–114)
- “Hoop is alleen mogelijk als ze de mogelijkheid biedt om te handelen, het vermogen om vanuit jezelf verandering te bewerkstelligen.” (149)
- “Je kunt een rivier als een natuurlijke grens zien die landen en imperia van elkaar scheidt en zo ook historisch een rol heeft gespeeld, óf als een immense levenssfeer van in elkaar overlopende levensfasen en met elkaar samenwerkende soorten, die over duizenden kilometers sterke en dynamische verbindingen creëert, waaraan de mensen en culturen door handel, ideeën, technologieën en reizen deelhebben. Beide zijn legitieme perspectieven, die elkaar ook niet uitsluiten.” (159–160)
Lees ook:
Leesimpressie: Ik ken een berg die op mij wacht door Sholeh Rezazadeh