In het oog
Marijke Schermer
Amsterdam: Uitgeverij Van Oorschot.
Februari 2024.
192 blz.
“In het oog is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid – in het werkzame leven en in relaties. En, bovenal, over de helende kracht van liefde.”
Knappe, bijzonder goed geschreven originele roman. Veel pakkende zinnen en beelden.
Opmerkelijke citaten
- “Er zijn twee soorten ongeluk: die waarvan je niet kunt slapen en die waarvan je wel kunt slapen.” (11)
- Over wetenschap: “Je moet je resultaten presenteren, doe je dat door het licht te zetten op tekortkomingen of op je resultaten? Bluf was onderdeel van theorievorming en financiering en het inspireren van anderen.” (24)
- “... in het veld waarin ik werk [onderzoek naar bacteriën] wordt over het algemeen aangenomen dat je afkomst je resultaten niet beïnvloedt. Er is geen koloniale schuld in de petrischaal, zei ik...” (28)
- “Ik voelde me verwant met mezelf hier en nu en met mezelf op vele andere momenten in mijn leven.” (33)
- “... ik wist dat er een rivier van informatie stroomde buiten mijn zicht.” (64)
- “‘Misschien', zei ik, 'is de sleutel geen kennis maar liefde.’” (68)
- “Was het gevoel van beperkt zijn door factoren buiten mezelf een stimulans of zelfs een voorwaarde voor de noodzaak om na te denken, verder te denken, dieper te denken, in mijn gedachten vrij te zijn? Als ik dat zou geloven dan zou geluk voor mij een vijand kunnen zijn van de scherpzinnigheid. Maar, ging ik verder, als ik dat dacht dan zou geluk gedefinieerd zijn als een stille toestand. En geluk was ook in de greep zijn iets, was voortgedreven worden door nieuwsgierigheid, begeerte, zucht tot weten, kennen en beheersen.” (91)
- “Het was pas sinds kort dat ik begreep dat veel misverstanden voortkomen uit het idee dat we hetzelfde zouden zijn. We zijn allemaal anders en het is de kunst een scheve verhouding te vinden die zo veel mogelijk tegemoetkomt aan de verschillen, en zo toch in balans is.” (104)
- “Gelukkig verlegde iemand de aandacht van mijn liefdesleven naar de aubergines op ons bord.” (130)
- “Zijn verdriet had zich vermengd met elk verdriet dat ik ooit had gehad. Ik was het onderscheid tussen ons beiden behoorlijk aan het verliezen.” (141)
- “... ik wist dat Louis in plaats van een man uit één stuk een man in stukken was...” (142)
- “Wat heerlijk was het dat hij geen ambities had om rots te zijn! De mensen die de rots in mijn branding hadden willen zijn hadden mij stuk voor stuk schipbreuk laten lijden. Ik dacht: de mensen willen de gekste dingen zijn voor elkaar, rotsen en ankers, een constante, steunpilaren, een bedding, een bestaansreden, een legitimering, een maatje, een geweten en een thuis.” (147)
- “De wetenschap was een starre, conservatieve wereld waarin het doel nooit de middelen heiligde.” (164)
Lees ook:
Leesimpressie: Naar zachtheid en een warm omhelzen door Adriaan van Dis