Vorig jaar zag het ernaar uit dat de studie Nederlands aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zou verdwijnen. Dankzij het feit dat 2020 is uitgeroepen tot Multatuli-jaar, bleek het echter mogelijk om een nieuwe Multatuli-leerstoel voor moderne Nederlandse letterkunde op te richten.
In een gesprek met de eerste leerstoelhouder, Jacqueline Bel, keert de naam Multatuli telkens terug. Maar het gaat ook over de impact van het coronavirus op het universitaire leven en de lessen die er uit deze bijzondere tijd te leren vallen.
Haar inaugurele oratie op 2 maart van dit jaar was een indrukwekkend gebeuren. De aula van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam was tot op de laatste stoel gevuld. Uit het hele land waren professoren, vooral uit de Geesteswetenschappen, toegestroomd om mee te lopen in het cortège. Zo lieten de geleerden zien hoe belangrijk ze het vonden dat de VU weer een hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde heeft, nadat de universiteit de opleiding Nederlands in februari 2019 had opgeheven. Dit vertoon van solidariteit zou voor velen de laatste grote bijeenkomst zijn in lange tijd; twee weken later ging Nederland in lockdown.
De opkomst bij haar oratie overtrof Bels stoutste verwachtingen. “Daaraan kon je zien dat de afschaffing van Nederlands aan de VU een deel van de samenleving echt heeft geraakt.”
Dankzij het Multatuli-jaar
De afschaffing van de opleiding Nederlands kwam voor Bel, die al meer dan tien jaar aan de VU werkt, niet als een verrassing. “Het aantal studenten Nederlands loopt in het hele land enorm terug”, constateert ze. “En universiteiten zijn instellingen geworden die alles berekenen: instroom, uitstroom, aantal promoties... Wij hadden op een gegeven moment te weinig aanmeldingen, en dan wordt het onderwijs te duur gevonden. Ik heb van alles geprobeerd om het tij te keren, maar dat is om allerlei redenen niet gelukt. Dat vond ik verschrikkelijk.”
Het nieuws dat de VU de opleiding afschafte, bracht in Nederland veel commotie teweeg. Een brede universiteit waar je niet eens de landstaal kon studeren, dat kón toch niet? Een oplossing kwam in zicht toen journalist Elsbeth Etty, die tien jaar lang als hoogleraar Literaire Kritiek aan de opleiding Nederlands aan de VU verbonden is geweest en die thans voorzitter is van het Multatuli Genootschap, de universiteit in de Volkskrant opriep om een Multatuli-leerstoel op te richten. 2020 was immers uitgeroepen tot Multatuli-jaar, ter herinnering aan het feit dat de schrijver van Max Havelaar op 2 maart 1820 in Amsterdam was geboren. Etty’s voorstel vond gehoor. De universiteit en het Multatuli Genootschap sloegen de handen ineen voor de oprichting van een Multatuli-leerstoel, aanvankelijk voor een periode van vijf jaar, maar met de mogelijkheid tot verlenging.
Het Multatuli-jaar werd op 17 februari 2020 officieel geopend met de onthulling van een gedenkplaat voor Multatuli in de Nieuwe Kerk in Amsterdam door koning Willem-Alexander. Omdat de koning op 2 maart niet beschikbaar zou zijn, bleek de datum van Multatuli’s geboortedag nog vrij. Bel zag haar kans en besloot die datum te gebruiken voor haar oratie. Het was kort dag – haar benoeming was pas in december 2019 rond gekomen – en Bel heeft zichzelf weleens verwenst dat het allemaal zo snel moest. “Maar achteraf ben ik blij dat het zo gegaan is, omdat het net twee weken voor de lockdown was. Nu heb ik toch een mooie start gehad.”
Verkenning van nieuwe mogelijkheden
Bel had zich het begin van haar hoogleraarschap natuurlijk anders voorgesteld. Maar het digitaal college geven via Zoom bevalt haar redelijk goed. Het medium leidt zelfs tot verrassende nieuwe mogelijkheden. “Ik laat de studenten hun presentaties aanleveren in de vorm van een filmpje. Sommigen blijken opeens over onvermoede talenten te beschikken. Dat vind ik grappig om te zien.”
Wel merkt Bel dat sommige studenten moeite hebben met het sociale isolement tijdens de lockdown. Ze belt haar studenten regelmatig op om te horen hoe het gaat en ze een hart onder de riem te steken. “Ik voel af en toe dat het niet goed met ze gaat, en dan helpt het als ik ze weer aan het werk krijg. Dat biedt afleiding en dan hebben ze ook weer een beetje contact met de groep.” Bel wil voorkomen dat haar studenten door de coronacrisis studievertraging oplopen. “We verzinnen allerlei oplossingen. Ik denk dat alles wat langzamer gaat en iedereen wat soepeler is. Maar je hoeft geen vertraging op te lopen, als je maar gedisciplineerd bent.”
De ervaring die ze de laatste maanden heeft opgedaan met digitaal onderwijs, is Bel dus alleszins meegevallen. Ook de prestigieuze Abraham Kuyper-lezing door gastschrijver Arnon Grunberg, gelivestreamd vanuit de lege aula van de VU en afgewisseld met eerder opgenomen filmpjes, bleek een succes. De ongewone situatie heeft Bel aan het denken gezet. Zou er voor een kleine vakgroep als Nederlands ook winst te behalen zijn door voortaan een deel van de colleges digitaal aan te bieden? “Natuurlijk moet het geen verkapte bezuinigingsmaatregel zijn. Direct contact heeft beslist een meerwaarde. Het is belangrijk dat je studenten, zeker in het begin, een paar keer ontmoet, om een band op te bouwen. Ik vind de tendens om voortaan alles maar digitaal te gaan doen dan ook niet goed. Maar misschien kan digitaal zo nu en dan helpen om de mankracht efficiënter in te zetten. Het is goed om er ook eens zo naar te kijken.”
Digitalisering biedt ook nieuwe kansen voor het grote Multatuli-congres dat ze dit jaar wilde organiseren en dat door de coronacrisis opeens niet door dreigde te gaan. “Als we er een Zoomconferentie van maken, wordt het mogelijk om meer internationale sprekers uit te nodigen, ook uit Zuid-Afrika. Het lijkt mij interessant om te laten zien hoe wijdverbreid Multatuli’s bekendste roman, de Max Havelaar, is geweest. In Nederland bestaat er veel discussie over de Havelaar. Het wordt als een belangrijk boek beschouwd, omdat de schrijver kritiek heeft op het koloniale systeem. Maar het blijft toch ook een boek dat door een witte man geschreven is, vanuit een koloniaal perspectief. Maar in Indonesië heeft de schrijver Pramoedya Ananta Toer het over ‘the book that killed colonialism’. Daar heeft het boek een rol gespeeld in de emancipatiestrijd. In Rusland bestaat er een communistische Max Havelaar, en dan heb je ook nog een Koreaanse Havelaar… Het lijkt me mooi om al die stemmen weer te laten opklinken.”
De veelzijdige Multatuli
Dankzij de negentiende-eeuwer Multatuli heeft de opleiding Nederlands aan de VU een nieuwe kans gekregen. Gelukkig kan Bel, als kersverse Multatuli-leerstoelhouder, vanuit het diepste van haar hart beamen dat ze écht van Multatuli’s werk houdt.
“Max Havelaar heeft een vrij zwaar imago. De hedendaagse schrijver Christiaan Weijts noemde het boek een paar jaar geleden nog een ‘afgrijselijke monumentale baksteen’. Maar toen ik het boek onlangs weer las, viel het me opnieuw op wat een sprankelende tekst het is. En de constructie doet nog steeds modern aan, met al die losse delen die toch op ingenieuze wijze in elkaar grijpen,” betoogt ze. “Ik zou trouwens ook een pleidooi willen houden voor Woutertje Pieterse. Daarin krijg je een heel andere kant van Multatuli te zien. Het boek is kritisch, maar ook ontzettend geestig. Studenten vinden het enig; die moeten er altijd erg om lachen.”
Bel bruist van ideeën over hoe ze haar hoogleraarschap wil invullen. Een podcast, een filmfestival, toneelstukken, een musical… Alles is denkbaar, als de corona het toelaat. Haar leeropdracht is Moderne Nederlandse literatuur, “al dan niet gekoppeld aan Multatuli”. Bel houdt zich al jaren bezig met koloniale literatuur; daar past Multatuli naadloos in. Daarnaast wil ze zich, zoals ze op 2 maart in haar oratie aankondigde, gaan bezighouden met onderzoek naar allerlei vormen van lijstjes in de literatuur – om te beginnen het Pak van Sjaalman uit de Havelaar, natuurlijk. En omdat de VU van oudsher een gereformeerde universiteit is, wil ze promotieonderzoek entameren naar Bijbelse elementen in het werk van Multatuli. “Multatuli was heel kritisch ten aanzien van religie en alles wat daarmee samenhangt”, zegt ze. “Toch speelde hij in zijn werk graag met de tale Kanaäns. En hij dweepte met de Christusfiguur. Het is interessant om dat verder te onderzoeken.” Tot slot is ze ook nog bezig met een project over Joodse literatuur. Op dit moment eist Multatuli al haar aandacht op. Maar geen nood: “Ook over Joods Amsterdam heeft Multatuli interessante dingen geschreven.”
De Schrijfacademie
Bel heeft het initiatief genomen tot een nieuwe minor, de Schrijfacademie. Hopelijk zal die meer studenten naar de VU lokken.
“De Schrijfacademie combineert literatuur en creatief schrijven. Het idee is dat je door literatuur te bestuderen je schrijven kunt verbeteren. Dat klinkt misschien een beetje fröbelig, maar dat is het niet. Je leest werk van andere schrijvers om te zien hoe zij het aanpakken. En je moet reflecteren op je eigen schrijfpraktijk. Je gaat dus op de stoel van de schrijver zitten, en dat is ontzettend leerzaam. En wat het leuk maakt, is dat we op de VU altijd een gastschrijver hebben rondlopen. Tijdens deze cursus kun je kijken of je talent hebt. Niet dat je er na één cursus bij ons al bent, maar je kunt wel ontdekken of het erin zit.” Tot Bels vreugde zijn sommige studenten echt goed. “We hebben af en toe ook iemand die doorbreekt. Dan ben ik heel trots.”
Een schrijversloopbaan is natuurlijk niet voor alle cursisten van De Schrijfacademie weggelegd. Maar de opleiding is ook een goede basis voor andere beroepen. Bel: “Je leert recensies schrijven en een blog bijhouden. En je komt in contact met mensen uit het veld, wat in meerdere opzichten nuttig, interessant en inspirerend is. Ik geef een college waar je een tentoonstelling over Multatuli gaat maken; wat voor verhaal wil je dan vertellen? Dan heb je het over storytelling, een vaardigheid die in musea tegenwoordig heel belangrijk is. Je leert dat veel literaire principes ook in andere sectoren worden ingezet.”
Het belang van literatuur
Bel stoort zich aan alle berichten dat de neerlandistiek “in crisis” zou verkeren. “Door het zo te stellen, duw je iets soms nog verder over de rand van de afgrond,” bromt ze.
Natuurlijk ziet ze zelf ook dat het schoolvak Nederlands in het middelbaar onderwijs aan status heeft ingeboet. Vooral voor literatuur is er vaak weinig tijd. Bel beschouwt het als een taak voor haar en haar collega’s om de leraren te ondersteunen en het imago van het vak op te vijzelen.
De waarde van literatuur is volgens Bel niet alleen esthetisch. “We leven in een democratisch systeem”, legt ze uit. “Dan moet je in staat zijn om teksten van enige complexiteit te kunnen doorgronden. Onze hele maatschappij is erop gestoeld dat je behoorlijk kunt lezen.”
Lezers die zich niet laten afschrikken door het idee dat literatuur “moeilijk” kan zijn, kunnen volgens Bel ook echt iets aan literatuur hebben, “bijvoorbeeld in tijden van eenzaamheid, in tijden van verdriet, in tijden van verveling...”
“We hebben gemeenschappelijke punten nodig”
Nóg een goede eigenschap is volgens Bel dat literatuur je aan het denken zet. Arnon Grunberg gaf daar in zijn Abraham Kuyper-lezing Blinde gehoorzaamheid een prachtig voorbeeld van. Bel: “Literatuur leert je kijken vanuit een ander perspectief en laat je kennismaken met andere werelden die niet tot je gewone leefomgeving behoren.”
Dat brengt het gesprek onvermijdelijk weer terug bij Multatuli en zijn Max Havelaar. “Die roman laat je niet alleen nadenken over het koloniale systeem”, zegt Bel, “maar ook over onze huidige samenleving, waarin nog steeds allerlei sporen van de koloniën te vinden zijn. We hebben natuurlijk ook moderne schrijvers – zoals Alfred Birney met zijn De tolk van Java – die de gevolgen van het kolonialisme op scherpe manier onder woorden brengen en die laten zien wat voor trauma’s dat tot op de dag van vandaag nog oplevert. Literatuur biedt niet alleen een achteruitkijkspiegel, maar laat je ook nadenken over het hier en nu.”
Bel hecht eraan om de Nederlandse literatuur te bestuderen in een internationale context. Vooral de koloniale en postkoloniale literatuur hebben haar belangstelling.
Daarnaast is ze, zoals blijkt uit haar proefschrift Nederlandse literatuur in het fin de siècle (1885-1900). Een receptie-historisch overzicht (1993), waarin ze een overzicht gaf van de populaire genres uit die tijd, altijd op zoek geweest naar het brede spectrum van de literatuur, “dus niet alleen de canon”. Tegelijk merkt ze dat literatuur die je vroeger onder academici als vanzelfsprekend bekend veronderstelde, tegenwoordig al bijna vergeten is. “Ik moet nu echt mijn best doen om ervoor te zorgen dat in ieder geval de klassieken nog goed meegenomen worden. Grote namen als Hermans, Mulisch, Reve en Haasse – als je daar niets aan doet, verdwijnen ze. Multatuli is iemand die gelukkig nog wel vaak opduikt. Maar daar moet je voor knokken. We moeten zorgen dat we nog wel íets doorgeven, en dat we gemeenschappelijke punten hebben waar we elkaar kunnen vinden.”
..............
Jacqueline Bel is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 2015 publiceerde zij Bloed en rozen, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945, deel 6 van de Taalunie-literatuurgeschiedenis van Nederland en Vlaanderen. Het boek werd goed ontvangen in het publieke domein.
In 2018 verscheen Multatuli nu. Nieuwe perspectieven op Eduard Douwes Dekker, dat zij met Rick Honings en Jaap Grave uitbracht. In 2018 verscheen tevens het themanummer van Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift Omtrent Hugo Claus. In 2010 publiceerde zij met Thomas Vaessens het boek Schrijvende vrouwen, Een kleine literatuurgeschiedenis van de Lage Landen 1880-2010. Ze is gespecialiseerd in de literatuur van het fin de siècle, de eerste helft van de 20e eeuw, de twee wereldoorlogen en de (post)koloniale literatuur. Momenteel werkt zij aan een boek over de Joodse stadsroman in de eerste helft van de 20e eeuw en een studie over (post)koloniale literatuur. Bel is redacteur van het Vlaams-Nederlandse literair-historische tijdschrift Zacht Lawijd, van Indische letteren, van Passage, tijdschrift voor Europese literatuur en van het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
..............
Lees ook
Arnon Grunberg aan het woord − De kracht om opstandig te zijn
Opleiding Nederlands verdwijnt bij Vrije Universiteit Amsterdam
Buro: IG