Tweespraak met Tom Lanoye #1: "Eigenlijk vraag ik vertalers om op een respectvolle manier respectloos te zijn"

  • 0

Tom Lanoye (foto deur Naomi Bruwer)

Deel 1

Lees deel 2 hier.

In een interview met de Zuid-Afrikaanse theaterregisseur Marthinus Basson valt meermaals de naam van Tom Lanoye. (https://www.netwerk24.com/netwerk24/kunste/feeste/kknk/basson-op-byna-70-benoud-oor-pad-vorentoe-vir-kunste-20230324) Lanoye krijgt al langer veel aandacht in de Zuid-Afrikaanse (Afrikaanstalige) media. Aanleiding voor het gesprek met Basson, toneelvernieuwer in Zuid-Afrika en ook vertaler van Lanoye in het Afrikaans, was de theateropvoering van Die fel omstrede kroon van Edward II & Gaveston, naar een toneeltekst van Lanoye uit 2017. Er wordt in het artikel onder meer verwezen naar oudere theaterteksten, door Antjie Krog vertaald in het Afrikaans. In een recenter interview voor Netwerk24 verklaarde Lanoye: “Afrikaans is ’n poëtiese, ekspressiewe en teatrale taal wat wat my aanhou betower”.

(https://www.netwerk24.com/netwerk24/kunste/teater-en-dans/tom-lanoye-teater-is-n-tempel-teaterstuk-20240124). Dezelfde lans voor het Afrikaans brak hij een paar maanden later toen de schrijver in het Koninklijk Paleis in Brussel uit handen van de Belgische vorst Koning Filip de prestigieuze Taalunie Prijs der Nederlandse letteren ontving voor het integrale literaire oeuvre.

Niet alleen in Nederland en België staat Lanoye bekend als vulkanisch performer en flamboyant podiumdier, een literaire veelvraat die met zijn romans, toneelteksten, vertalingen en vooral hertalingen en poëzie, ook politieke pamfletten en columns, de bakens in de Nederlandstalige literatuur verzet. De literatuur is daarenboven zijn speeltuin waarin hij met het culturele en literaire erfgoed volstrekt eigenzinnig aan de slag gaat. Hij eigent zich gulzig teksten toe die worden vertaald naar het politieke en culturele heden. Hij blaast ze vooral met zijn volkomen idiosyncratische idioom nieuw leven in. Recent nog ReinAard (2025), een bijzonder verbeeldingrijke “schunnige” hertaling van het dertiende-eeuwse dierenepos Van den Vos Reynaerde, een hoogtepunt van de Europese middeleeuwse literatuur. Lanoye is daarenboven een begiftigd toneelvernieuwer. In het buitenland wordt hij voor diezelfde merites geroemd. De schrijver resideert inmiddels bijna dertig jaar in de Kaap en pendelt geregeld tussen Kaapstad en Antwerpen. Wanneer het maar enigszins kan, maakt hij in de Lage Landen gebruik van het publieke forum om het Afrikaans, de taal met naar Lanoyes eigen zeggen “dieselfde wortels as my taal”, te bewieroken, door voordracht en in toespraken of interviews te laten resoneren. Hij is daarnaast een veel gevraagd gastspreker wanneer de politieke situatie in Zuid-Afrika het wereldnieuws haalt, zoals in 2024 uitgebreid naar aanleiding van de nationale verkiezingen in zijn tweede vaderland.

Lanoye vertaald

Lanoye is alumnus van de Gentse universiteit, waar hij tussen 1976 en 1980 Germaanse filologie en sociologie studeerde. Hij ontwikkelde zich de afgelopen decennia als gezaghebbende literaire stem in het Nederlandse taalgebied, vertaald en meermaals bekroond in binnen- en buitenland. De Prijs der Nederlandse letteren is de ultieme bekroning. Het creatieve en beschouwende werk, hoewel een strikt onderscheid nogal arbitrair is, kan op ruime publieke belangstelling rekenen. Lanoye is een geëngageerd auteur, een publieke figuur die in zijn opinieteksten en essays ongezouten meningen ventileert, nooit een blad voor de mond neemt en op eloquente en lenige wijze – als meester-verteller begiftigd met de kracht van de retoriek – maatschappelijke standpunten vertolkt. In 2023 publiceerde hij het veelbesproken pamflet Woke is het nieuwe Marrakech-pact (of: Hoe ons Capitool al elke dag wordt bestormd) en trad hiermee op in Vlaamse schouwburgen. Binnenkort doet hij dat met een monoloog gebaseerd op ReinAard. Deze troubadour bespeelt de media als zijn glanzend werktuig. Met een versregel van Lucebert: ook voor Lanoye is “lyriek […] de moeder van de politiek”.

De schrijver oogst internationaal roem. Ook in het Franse taalgebied overigens, voor een Zuid-Afrikaans lezerspubliek niet zo bekend, onder meer dankzij Troisièmes noces, de Franstalige verfilming van de roman Het derde huwelijk, en Langue de ma mère (Sprakeloos). Bij onze zuiderburen, dus niet uitsluitend in Nederland (Lanoyes uitgever is Prometheus in Amsterdam), kan het werk op kritische aandacht rekenen en ontvangt de schrijver gunstige reacties en dito eerbewijzen. Naast onder anderen Hugo Claus – Lanoye is wel eens de literaire zoon van het “monstre sacré van de Belgische literatuur” genoemd – en Stefan Hertmans is Lanoye wellicht de meest gerenommeerde hedendaagse Nederlandstalige auteur in het Franse taalgebied. Theateropvoeringen in Duitsland, zoals in 2021 Richard the Kid/The King door Schauspiel Hamburg, en meerdere vertalingen van (theater)teksten dragen aanzienlijk bij aan Lanoyes internationale postuur.

Grossierend in genres

Een van de titels die veel aandacht kreeg, ook dankzij de verfilming, is de “monstertrilogie” met Het goddelijke monster, Zwarte tranen en Boze tongen. Helaas zijn deze titels vooralsnog niet vertaald in het Afrikaans, gezien de Vlaamse maatschappelijke context wellicht ook moeilijk te vertalen voor een ander cultuurgebied. Vermeldenswaard in de omvangrijke lijst met titels zijn de hertaling van meertalige oorlogspoëzie, met Niemands Land. Gedichten uit de Groote Oorlog (2002) en Overkant (2004), en natuurlijk het alom geprezen Ten oorlog, de bewerking van Shakespeares koningsdrama’s – in verschillende talen opgevoerd. In meerdere genres levert Lanoye werk van formaat. De afgelopen tijd publiceerde hij naast ReinAard en de roman De draaischijf het vermelde pamflet Woke is het nieuwe Marrakech-pact. In het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden sprak hij de Homeruslezing uit (‘Het drama van de tragedie’, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2025). Er zijn dan ook nog de toneelteksten en theateropvoeringen. De auteur is tegelijk de mondige promotor van zijn literaire productie.

Lanoye is kortom een vat vol werklust en creativiteit, een podiumbeest dat voor het toneel minstens zoveel betekent als voor de romanliteratuur, de lyriek en het door hem gretig beoefende genre van de polemiek in de Lage Landen. Met zijn polemische geschriften staat hij overigens in een uitgelezen galerie met onder anderen Jeroen Brouwers, Willem Frederik Hermans en Gerrit Komrij. Daarom kon hij niet ontbreken in het eerste Cahier Jeroen Brouwers (2025, interview door Brouwers-biograaf Johan Vandenbroucke), door de naar deze canonieke auteur genoemde Stichting uitgegeven.

Lanoye geeft ook in fysieke zin stem aan zijn werk op het podium. Nog voor in het Nederlandse taalgebied sprake was van spoken word of slam poetry was hij al de vertolker van de eigen creatieve productie. Lanoye is niet alleen een begenadigd schrijver maar dus ook een geboren acteur-performer. Sprakeloos, het moederboek, is trouwens een eerbetoon aan de vrouw die hem wakker maakte voor de schouwburg en de kracht van het woord bijbracht.

Daarenboven is hij nadrukkelijk aanwezig in het politiek-maatschappelijk debat. Met opinieteksten en columns in dag- en weekbladen, onder meer gebundeld in Het vroegste vitriool 1983-1993 en Vitriool voor gevorderden 1994-2003, radio- en televisieoptredens in Nederland en België, vertolkt Lanoye op de hem intussen kenmerkende sarcastische wijze kritische standpunten. Hij laat zich ook gelden op het gebied van de literatuurbeschouwing, zoals in Maten en gewichten (1994), Gespleten en bescheten (1998) en Schermutseling (2007).

Lanoye in het Afrikaans

Lanoye is natuurlijk ook nauw betrokken bij het literatuurbedrijf in Zuid-Afrika. Toneelteksten, zoals eerder vermeld Mamma Medea en Koningin Lear (in een bijzondere vertaling Antjie Krog), en ook romans zijn in het Afrikaans vertaald. Hij treedt op als brugfiguur tussen de Lage Landen en Zuid-Afrika en genereert in Vlaanderen aandacht voor Zuid-Afrikaanse schrijvers en journalisten.

Het werk wordt bestudeerd aan universiteiten waar opleidingen Nederlands worden aangeboden. Zuid-Afrikaanse navorsers en studenten buigen zich over zijn werk en leveren studies af die het Zuid-Afrikaanse imago van Lanoye helpen te construeren. Het meest intensief wordt zijn werk besproken door studenten in Nederland, België en Zuid-Afrika: die schrijversbeelden, divers cultureel ingebed, kunnen nogal van elkaar verschillen. Door vertalingen en bewerkingen van Zuid-Afrikaanse theaterregisseur krijgt Lanoyes taal een verschillend ritme, een ander cadans.

Volgens data van Literatuur Vlaanderen zijn in totaal vijftig vertalingen beschikbaar van werk van Lanoye, van Afrikaans tot Tsjechisch en Wit-Russisch. Alleen al in het Afrikaans zijn nogal wat titels beschikbaar: Bloed en rozen door Marthinus Basson (Bloed & rose. Die lied van Jeanne en Gilles, 2014), Een slagerszoon met een brilletje (’n Slagterseun met ’n brilletjie, 2008), Kartonnen dozen (Kartondose, 1996), Sprakeloos (Sprakeloos, 2011) en Gelukkige slaven (Gelukkige slawe, 2015) door Daniel Hugo en de toneelteksten Mamma Medea (2002) en Koningin Lear (2019) door Antjie Krog. De Zuid-Afrikaanse uitgave ’n Slagterseun met ’n brilletjie bevat een keuze uit het verhalend proza.

Lanoye heeft de indringende memoir De ondraaglijke blankheid van het bestaan (2018; Nederlandse vertaling van Hitler, Verwoerd, Mandela and me. A memoir of sorts) van Marianne Thamm voorzien van een inleiding.

Yves: Naast vier prozatitels is vooral toneelwerk van jouw hand vertaald in het Afrikaans door respectievelijk Marthinus Basson en Antjie Krog. Die vertaalde teksten worden op de planken gebracht in Zuid-Afrika en krijgen in de Zuid-Afrikaanse media bijzonder lovende kritieken. In een postkoloniale samenleving, zoals de Zuid-Afrikaanse, wordt het toneel wellicht anders ontvangen en ook vanuit een ander maatschappelijk, historisch en cultureel referentiekader benaderd dan in de Lage Landen of bijvoorbeeld in Duitsland. In hoeverre was je betrokken bij de tekstselectie en vervolgens de vertaling? Het is allesbehalve eenvoudig voor een vertaler om het eigengereide idiolect en het specifieke culturele referentiekader om te zetten naar een andere taal en cultuur. Niet toevallig zijn het met name schrijvers, met een bijzonder wendbare en sociaalkritische poëtica zoals Antjie Krog, die speels en met open vizier de uitdaging zijn aangegaan. Krog, “orakel en orkaan” (een uitspraak die voor Claus geldt), heb je nog niet zo lang geleden jouw “idool” genoemd.

Tom: Wanneer ik samenwerk met vertalers, is vertrouwen essentieel. De eerste regel is dan ook: ik laat die vakmensen, vaak zelf ook schrijvers, hun gang gaan. Taal is daarbij altijd het uitgangspunt. Vertalers moeten daarin alle vrijheid nemen die zij nodig achten. De ‘muziek’ van de brontaal – in mijn geval Nederlands – moet worden omgezet in de ‘muziek’ van de doeltaal, Afrikaans, aangepast aan de personages en de context. En ook aan mijn specifieke ‘muziek binnen de muziek’: mijn stijl, mijn idioom. Die moeten worden heruitgevonden, minstens benaderd, in het Afrikaans.

Dat betekent dat er een literaire vorm gevonden moet worden die verder gaat dan louter het overbrengen van informatie. Naast taal spelen ook culturele verwijzingen en maatschappelijke of politieke context een rol. Antjie Krog heeft dat schitterend gedaan bij de vertaling van Koningin Lear. Daarin verwerkte ze verwijzingen naar bancaire en financiële schandalen in Zuid-Afrika — er zijn er genoeg! In Mamma Medea speelde ze meer met taalvormen, zoals in mijn origineel: proza tegenover poëzie, archaïsch Vlaams tegenover modern Randstedelijk Nederlands. Dat heeft ze omgezet in verschillende vormen van Afrikaans, vaak verregaander dan in mijn versie gebeurde. Weliswaar: inhoudelijk en dus dramaturgisch verantwoord. Een werkster spreekt bijvoorbeeld een specifieke plattelandsversie van het Afrikaans. Prima! Het zou zonde zijn die kansen te laten liggen.

Eigenlijk vraag ik vertalers om op een respectvolle manier respectloos te zijn – net zoals ik zelf probeer te doen in mijn bewerkingen. Bewerkingen gaan echter verder dan vertalingen. Wanneer een vertaler echt ingrijpende veranderingen wil doen, vraag ik hen om contact met me op te nemen. Dan kunnen we de mogelijkheden bespreken. Met mijn Duitse vertaler, Rainer Kersten, hebben we bij enkele toneelstukken daadwerkelijk specifieke aanpassingen besproken voor het Duitse publiek.

Wordt vervolgd.

Tweespraak van Yves T’Sjoen en Tom Lanoye #2: “Ik vind Antjie Krog al jarenlang Nobelprijs-waardig”

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top