Tweespraak van Yves T’Sjoen en Tom Lanoye #2: “Ik vind Antjie Krog al jarenlang Nobelprijs-waardig”

  • 0

Tom Lanoye (Foto: Izak de Vries)

Lees deel 1 hier.

Deel 2
...
“Ik denk dat die vermeende scheiding tussen kunst en politiek een achterhaalde, vooral Europese — en in het bijzonder Nederlandse — gedachte is.” (Tom Lanoye)
“Zuiverheid is een opgeklopte en vaak misbruikte illusie.” (Tom Lanoye)
...

Yves: Literaire auteurs zijn soms geneigd zich te bemoeien met het vertaalproces. Vertalingen in het Afrikaans zijn voor een schrijver zoals jij, die het Afrikaans vloeiend spreekt en leest, een aanleiding om met een begenadigd vertaler als Antjie Krog in gesprek te gaan. Wanneer zich een gelegenheid voordoet, zoals de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren in oktober 2024 in het Koninklijk Paleis in Brussel en de daaropvolgende Tournée Royale in Belgische theaterzalen, belijd je je onbaatzuchtige liefde voor het Afrikaans. Voor de vorstelijke festiviteit in Brussel heb je Antjie Krog uitgenodigd en jullie lazen op weergaloze wijze tweestemmig een fragment uit Mamma Medea.

In de Roma (Antwerpen) las je dan weer een tekstdeel uit Kartonnen dozen, door Antjie Krog naar eigen zeggen heel bijzonder gesmaakt. Ook al eerder traden Krog, vorstin van de Afrikaanse letteren, en jij gezamenlijk op met gedichten en toneelfragmenten die afwisselend in het Nederlands en het Afrikaans worden voorgedragen. Wat fascineert jou zo in het literaire werk van la Krog? Bij publieke evenementen wordt de bewondering voor het Afrikaans in meestal dithyrambische regels uitgedrukt. Zijn het voornamelijk het ritme en de toonaard van de zogeheten ‘bastertaal’ Afrikaans die jou zozeer aanspreken, naast het vocabulaire en de uitdrukkingen die het “creoolse” Afrikaans rijk is? Een creoolse taal dus of een ‘bastertaal’, dat is hoe Breyten Breytenbach het Afrikaans meermaals omschreef.

...
“Wat betreft het Afrikaans: ik bewonder de bondigheid, de expressiviteit en de bloemrijkheid ervan – en zeker bij Antjie Krog, of Ronelda Kamfer, of Breytenbach.” (Tom Lanoye)
...

Tom: Ik kan me slecht vinden in de beschrijving van het Afrikaans als een soort creoolse of ‘baster’-taal. Bijna iedere taal is dat, zuiverheid en taal zijn altijd problematisch als je ze mengt, zeker zodra politici dat doen om hun superioriteit over anderen te claimen en daar desnoods ook gevolgen aan te willen geven. Als student had ik een prof die altijd zei: ‘Een taal? Dat is een dialect met een leger’. Dat vat het mooi samen. Zuiverheid is een opgeklopte en vaak misbruikte illusie.

Voor mij is het Afrikaans een volwaardige, autonome zustertaal van het Nederlands. Uiteraard hoor je nog de oorspronkelijke, aantrekkelijke middeleeuwse – of zelfs nog oudere – wortels doorklinken. Dat zijn onze gedeelde taalkundige wortels, en die blijf ik bijzonder betoverend vinden. Misschien komt dat ook doordat ik als Vlaming sowieso al enigszins tweetalig ben binnen mijn eigen taal.

Daarmee bedoel ik niet het dialect dat ik met familie spreek, maar eerder het verschil tussen het Nederlands dat ik gebruik onder Vlamingen, en het Nederlands dat ik spreek wanneer ik met Nederlanders in gesprek ben. Dat verschil is reëel. In woordkeuze, tonaliteit, uitdrukkingen, noem maar op. Die switch lijkt vanzelf te gaan, maar is niettemin reëel — taal opereert ook op sociale schaal heel subtiel. Bij de redactie van mijn werken, uitgegeven in Amsterdam, werk ik altijd met twee redactrices: één Nederlandse – letterlijk uit de Hollandse Randstad – en daarnaast al jarenlang dezelfde Vlaamse redactrice. Het is telkens opnieuw een feest om met ons drieën te ontdekken hoeveel speelruimte er nog is binnen ‘ons aller Nederlands’.

Die speelruimte zoek ik bewust op. Een boek van mij moet begrijpelijk zijn van Groningen tot Kortrijk. Tegelijk moet het een herkenbare Vlaamse kleur behouden – zeker wanneer het verhaal zich in België afspeelt. Net zoals een Iers boek Iers mag klinken, en niet per se als iets dat werd geschreven door een ‘stiff upper lip’-Londenaar. Tenzij dat juist de bedoeling is van de auteur, natuurlijk.

Wat betreft het Afrikaans: ik bewonder de bondigheid, de expressiviteit en de bloemrijkheid ervan – en zeker bij Antjie Krog, of Ronelda Kamfer, of Breytenbach. Voor Antjie koester ik inderdaad bijzonder grote bewondering. Ze is een geweldige performer en iemand die meerdere genres tegelijk beheerst. Ze deinst er niet voor terug om zowel politieke als existentiële thema’s aan te snijden, of te schrijven over ouderdom – altijd met een grote intensiteit. Ze draait niet om de zaken heen, maar benoemt de dingen zoals ze zijn, in haar extra krachtige, expressieve versie van het Afrikaans. Ik vind Antjie al jarenlang Nobelprijs-waardig. Ik hoop dat het er ooit van komt.

...
“Door Afrikaans te lezen en te spreken – vooral in gesprekken met Antjie en mijn goede vriendin en journaliste Marianne Thamm – ben ik me bewust geworden van hoe krachtig Afrikaans kan zijn.” (Tom Lanoye)
...

Yves: De literatuur in het Afrikaans, zeker post-1994, is bijzonder dynamisch en veelstemmig. Er wordt in variëteiten van het Afrikaans geschreven zodat verhalen die voorheen onder de radar bleven nu een lezerspubliek weten te bereiken. Het zijn de verhalen en ook de talen van lange tijd gemarginaliseerde groepen in Zuid-Afrika. Nu wordt in het Kaapse Afrikaans en het Gariepafrikaans of Oranjerivierafrikaans gedicht. De lezer kan kennismaken met cultuurgemeenschappen die onder apartheid en voorheen in drie eeuwen van koloniale onderdrukking geen aandacht kregen. In hoeverre volg je de literatuurproductie in de veelstemmige en meertalige actuele Afrikaanse literatuur? Heeft het Afrikaans, intussen zolang vertrouwd, jouw eigen taal besmet?

Tom: Ik moet bekennen dat ik niet alle ontwikkelingen binnen het Afrikaans op de voet volg. Ook mijn kennis van – laten we zeggen – het Pretoriaanse Afrikaans en de verschillen die dat oplevert ten opzichte van andere vormen van Afrikaans is te beperkt om daar uitspraken over te doen.

Wat ik wél opmerk, na meer dan dertig jaar overwinteren in Zuid-Afrika, is dat het Afrikaans is veranderd. Het register lijkt me ruimer geworden. Dichters, columnisten, talkshow-hosts: je leest en hoort meer vormen van Afrikaans. Dat hoor je ook in de muziek – in rap en andere Afrikaanse liedjes, ongeacht het genre – en je merkt het duidelijk op televisie, in films en series. Het Afrikaans is allesbehalve dood: het is springlevend, maar het is ook volop in beweging. Dat is toch mijn indruk. Maar ik wou dat ik daar meer écht van wist en dat ik die verschillende registers dus beter in me kon opnemen.

Tom Lanoye en Marianne Thamm (Foto: Izak de Vries)

Dan was er je vraag of het Afrikaans mijn eigen taal “besmet” heeft. Dat klinkt negatief, al neem ik aan dat het niet zo bedoeld is. Maar ik kan volmondig zeggen dat ik er juist voordeel uit heb gehaald. Door Afrikaans te lezen en te spreken – vooral in gesprekken met Antjie en mijn goede vriendin en journaliste Marianne Thamm – ben ik me bewust geworden van hoe krachtig Afrikaans kan zijn. Neem bijvoorbeeld iemand als John Coetzee: zoals hij in het Engels schrijft — dat compacte, dat geserreerde, dat precieze — dan meen ik dat zijn Afrikaanstalige opvoeding daarin toch doorwerkt.

Ik vond In oneer, de Afrikaanse vertaling van Disgrace, eigenlijk nog beter dan het origineel. Daar kun je natuurlijk eindeloos over discussiëren – en dat doe ik ook graag met Antjie en Marianne – maar in het Afrikaans kwamen voor mij de wrange, droge humor en daarmee ook de tragiek van de hoofdpersoon nog beter tot uiting.

Wat mezelf betreft: dankzij het Afrikaans heb ik minder schroom om woorden te verzinnen, om creatief en expressief met taal om te gaan. Soms ben ik heel bondig, en dan weer net zo goed heel erg uitbundig. Afrikaans heeft die aanleg van me nog versterkt. Maar hoe ik dat precies zou moeten aantonen weet ik niet – het is een gevoel, een intuïtie.

...
“Ik hou erg van het Afrikaanstalige theater in zijn geheel. Het is boeiend om te zien hoezeer het vaak een vernieuwende rol speelt.” (Tom Lanoye)
...

Yves: Tussen Zuid-Afrika en de Lage Landen bevind je je op de interculturele brug tussen het Afrikaans en het Nederlands. Niet alleen wordt jouw werk vertaald in het Afrikaans, vindingrijk en eigengereid door Antjie Krog, degelijk – woord voor woord – door Daniel Hugo. Je bent een cultuurbemiddelaar. In Zuid-Afrika beteken je hoe dan ook veel voor de Nederlandstalige literatuur en in de Lage Landen stel je Zuid-Afrikaanse schrijvers bekend voor een belangstellend publiek. Hoe zie je zelf die intercontinentale rol van cultuurbemiddelaar?

Tom: Ik? Een cultuur­bemiddelaar? Nog wel intercontinentaal? Veel dank. Maar die rol heb ik nooit bewust opgenomen, ik ben daar als vanzelf in gegroeid, vanuit mijn nieuwsgierigheid.

Inderdaad probeer ik mensen in Vlaanderen en Nederland enthousiast te maken voor het Afrikaans – vooral door voor te lezen, door hen te wijzen op boeiende auteurs, en door zo vaak mogelijk samen met Antjie Krog op te treden. Dat doe ik het liefst live.

In Zuid-Afrika blijft het voor mij een grote eer dat mijn werk zo vaak is vertaald, en dat er met name toneelstukken op de planken zijn gebracht. Ik heb vier prachtige voorstellingen mogen meemaken. Mamma Medea, Koningin Lear en Bloed en Rozen – een indrukwekkende voorstelling in een schitterende vertaling van regisseur Marthinus Basson. En natuurlijk ook de bewerking die ik maakte van Edward II onder de titel Die fel omstrede kroon. Ik hou erg van het Afrikaanstalige theater in zijn geheel. Het is boeiend om te zien hoezeer het vaak een vernieuwende rol speelt. In tegenstelling tot het vaak traditionelere Angelsaksische theater, durven Afrikaanstaligen het begrip ‘theater’ op een moderne, veel creatievere manier te benaderen.

Marthinus Basson heeft daarin een ongelooflijke rol gespeeld, net als vele van ‘zijn’ acteurs – met Antoinette ‘Koningin Lear’ Kellermann als absolute voorbeeld. Ik ben vooral dankbaar dat dit alles mij is overkomen, en dat we het resultaat samen ook hebben kunnen tonen aan het Zuid-Afrikaanse publiek. En dat de reacties, ook in de pers, zo positief waren.

Mijn grote droom is nog altijd dat minstens één van deze Afrikaanstalige voorstellingen ooit in Nederland en Vlaanderen te zien kan zijn. Tot nu toe is dat helaas nog niet gelukt – maar hoop doet leven.

“Het spreekt voor zich dat ik, gezien mijn eigen werk, een bijzondere affiniteit heb met auteurs zoals Antjie Krog — schrijvers die niet terugdeinzen voor politieke uitspraken.” (Tom Lanoye)

Yves: Tot slot, beste Tom, in hoeverre zie jij overeenkomsten of verschillen tussen de literaire culturen van Zuid-Afrika (Afrikaans) en die in het Nederlandse taalgebied? Zijn er bepaalde tendensen in de literatuur van het Afrikaans en het Nederlands die parallellen laten zien, of is de literatuur aan de zuidpunt van Afrika als artistiek medium van een postkoloniale samenleving nu eenmaal onvergelijkbaar met een Europese context? Zijn het naar jouw inschatting, toch pendelend op de brug tussen Afrikaans en Nederlands, echt verschillende literaire discoursen die je in de Afrikaanse en de Nederlandstalige literatuur vandaag kunt waarnemen?

Tom: Deze laatste vraag is eigenlijk veel te groot en complex om in een kort bestek te beantwoorden. Ook omdat ik dan zelf als een soort meetlat zou moeten functioneren — en zo kijk ik helemaal niet naar literatuur. Al ben ik filoloog van opleiding, voor mij draait literatuur in de eerste plaats nog steeds om het ontdekken van individuele schrijvers.

Natuurlijk speelt mijn persoonlijke voorkeur daarin een rol. Het spreekt voor zich dat ik, gezien mijn eigen werk, een bijzondere affiniteit heb met auteurs zoals Antjie Krog — schrijvers die niet terugdeinzen voor politieke uitspraken. In haar geval zelfs als journalist in de tijd van de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Maar ik ben niet de juiste persoon om grote lijnen te trekken of helikopteroverzichten te geven.

Wat me wel opvalt, is dit: toen ik dertig jaar geleden voor het eerst thuiskwam na een verblijf in Zuid-Afrika, kreeg ik in Nederland nog geregeld de vraag waarom ik als schrijver zo vaak politiek met literatuur vermengde — alsof je die twee kunt scheiden als schrijver van mijn slag, met mijn temperament. In de wereld van vandaag zou dat een irrelevante vraag moeten zijn, en ze is dat eigenlijk altijd al geweest — zeker in Zuid-Afrika.

Ik denk dat die vermeende scheiding tussen kunst en politiek een achterhaalde, vooral Europese — en in het bijzonder Nederlandse — gedachte is. Vandaag zie ik ook in de Lage Landen heel wat schrijvers, zoals Arnon Grunberg, Tommy Wieringa, David Van Reybrouck, Kristien Hemmerechts, Ilja Leonard Pfeijffer en Peter Verhelst (een goede vriend en ook een Zuid-Afrikakenner), die op heel ‘natuurlijke’ wijze politiek verwerken in hun romans, gedichten, essays, columns, interviews… Dat gebeurt nu vanzelfsprekender, mede door de internationale politieke context waarin we leven.

Dus eerlijk gezegd voel ik me eerder geneigd om iets te zeggen over de politieke en artistieke context in Europa, dan dat ik me zou aanmatigen een algemene analyse te kunnen geven van Zuid-Afrika — zelfs na meer dan dertig jaar. En misschien is dat ook wel de belangrijkste conclusie, na al die jaren: maatschappelijk, politiek én artistiek besef ik vooral hoeveel ik níet weet, en dat ik me dus moet hoeden voor al te algemene uitspraken.

Ja, dat is echt wat Zuid-Afrika — ook het Afrikaans, ook de Afrikaanstalige literatuur — me heeft geleerd. Alles is daar altijd ingewikkelder dan het op het eerste, en zelfs op het tiende gezicht lijkt.

*

De tweespraak wordt gebundeld in Twee overzijden. Literaire vraaggesprekken op de brug tussen Afrikaans en Nederlands (Academia Press, Gent, 2025). De reeks op Voertaal bevat dialogen met schrijvers en vertalers: Benno Barnard, Simone Atangana Bekono, Zandra Bezuidenhout, Dominique Botha, Robert Dorsman, Babs Gons, Lynthia Julius, Antjie Krog, Tom Lanoye, Lisette Ma Neza, Danie Marais, Charl-Pierre Naudé, S.J. Naudé, Fanie Olivier, Jolyn Phillips, Alfred Schaffer, Riana Scheepers, Francois Smith, Nicol Stassen, Marlies Taljard, Marc Tritsmans, Miriam Van hee, Etienne van Heerden, Marlene van Niekerk, Eben Venter, Peter Verhelst, Gert Vlok Nel en Ingrid Winterbach.

Lees ook:

Tweespraak met Tom Lanoye #1: "Eigenlijk vraag ik vertalers om op een respectvolle manier respectloos te zijn"

Tweespraak met Peter Verhelst: Over het "wye en droewe land"

Tweespraak met Danie Marais #1: "As jy Afrikaans grootgeword het, is Nederland en haar letterkunde ’n parallelle universum"

Video: Antjie Krog en Tom Lanoye by AKA 2016

Tweespraak met Marlene van Niekerk: "Ik vind het opwindend dat Afrikaans in al zijn variaties steeds meer wordt gepubliceerd, het brengt niet alleen een talige verrijking maar ook een morele rechtstelling"

Tweespraak met Antjie Krog: De witte canon van de Nederlandstalige literatuur in Zuid-Afrika, taalsleutels voor meerstemmig intercultureel verkeer

Tweespraak met Miriam Van hee: "Ik ben me zeker bewust van de rijkdom van de Afrikaanse literatuur"

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top