Van Ewijck-Stichting – Commendatio Prestatieprijs 2024 aan: Eep Francken en Olf Praamstra

  • 0

Die Van Ewijck-Stigting se jaarlikse prestasieprys vir die bevordering van die kulturele bande tussen Suid-Afrika en Nederland is in 2024 verdeel tussen twee akademici van die Universiteit van Leiden, Eep Francken en Olf Praamstra.

Hulle het oor die jare heen vele Afrikaanse letterkundiges en studente na Nederland gebring en die Afrikaanse letterkunde in Nederland bevorder. Hul jongste bydrae is ’n gesamentlike werk, die monumentale studie van meer as 600 bladsye, Geen land voor dromen. Dit is ’n studie oor Nederlandstalige skrywers in Suid-Afrika en oor Suid-Afrika, waarin ’n magdom nuwe inligting en nuwe perspektiewe na vore kom.  

Op 26 April is die prestasieprys by SASNEV in Pinelands oorhandig aan Eep Francken en Olf Praamstra vir hul boek Geen land voor dromen, geschiedenis van de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur. Die commendatio is deur Chris van der Merwe gelewer.

Hiermee die teksweergawe:  

Van Ewijck-Stichting – Commendatio Prestatieprijs 2024 aan: Eep Francken en Olf Praamstra

Het is voor mij louter een plezier om deze commendatio te leveren over een welverdiende toekenning. Ik zal eerst iets over Eep zeggen, dan over Olf, dan over hun samenwerking en ten slotte over de belangrijkste reden waarom ze vandaag hier zijn: de publicatie van hun boek Geen land voor dromen, Geschiedenis van de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur.

Eep Francken

Eep was jarenlang verbonden aan de afdeling Moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden. In 1992 werd hij door de Suid-Afrikaanse Vereniging voor Neerlandistiek uitgenodigd om het neerlandistiekcongres in Potchefstroom bij te wonen. Dit congres bracht een ommekeer in zijn loopbaan teweeg. Sindsdien ondernam hij vele activiteiten in verband met de Zuid-Afrikaanse literatuur. Hij gaf colleges en organiseerde werkgroepen in Leiden over de Afrikaanse letterkunde; hij nodigde academici  en schrijvers uit Zuid-Afrika uit in Leiden, bijvoorbeeld Wilma Stockenström, Steward van Wyk, Louise Viljoen, Heilna du Plooy, Louis Krüger en Annemarié van Niekerk. Mede door zijn toedoen ontving Leiden twee Afrikaanse auteurs als officiële gastschrijvers: Etienne van Heerden en Marlene van Niekerk. Hij is in Leiden als mentor opgetreden voor een groot aantal Zuid-Afrikaanse studenten Afrikaans/Nederlands en omgekeerd stimuleerde hij Leidse studenten Nederlands tot een semester studie in Zuid-Afrika.

In uiteenlopende bundels en tijdschriften verschenen artikelen van hem, onder meer over J. van Melle, Etienne van Heerden en E.K.M. Dido. In 2005 schreef hij samen met Luc Renders Skrywers in die strydperk, een Nederlands overzicht van de Zuid-Afrikaanse literatuur. Bij zijn pensionering in 2013 ontving hij de afscheidsbundel Zo ver & zo dichtbij. Literaire betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, met bijdragen van Zuid-Afrikaanse en Nederlandse collega’s en Afrikaanse literaire schrijvers. Het was een bevestiging van de hoge waardering vanuit Zuid-Afrika en Nederland voor zijn werk.

Olf Praamstra

Olf was van 2007 tot 2017 bijzonder hoogleraar Nederlandse literatuur in contact met andere culturen aan de Universiteit Leiden. Ook bij hem is er een groeiende belangstelling in het Afrikaans en in de banden tussen het Nederlands en het Afrikaans ontstaan, hoewel zijn “bekering” niet zo dramatisch was als die van Eep. Hij hield lezingen over het Nederlands en het Afrikaans, onder andere over de canonisering van minderheidsliteraturen bij een conferentie aan de Universiteit van Wes-Kaapland, en over de Nederlandse literatuur van Zuid-Afrika bij een themamiddag van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Ook zijn verschillende publicaties over het Nederlands en het Afrikaans van hem verschenen, onder andere over Elpis, een stichtelijk 19de-eeuws tijdschrift waaraan theologen uit Nederland en Zuid-Afrika meewerkten, en over de verhalen van Thomas François Burgers.

Samenwerking

Er ontstond een zeer vruchtbare samenwerking tussen hem en Eep. Vele publicaties vloeiden hieruit voort, bijvoorbeeld “Een taal in verandering. Over de transformatie van Nederlands naar Afrikaans”, in: Armada, tijdschrift voor wereldliteratuur;  het hoofdstuk “Towards an anthology of South African Dutch literature” in het boek van  T.J. Broos en anderen, The Low Countries: Crossroads of Cultures; en “De wederopstanding van de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur? Over de “canonisering” van minderheidsliteraturen”, gepubliceerd in het tijdschrift Literator.

Ze wezen beiden, op verschillende neerlandistiekcongressen, onder meer in Antwerpen, Parijs en de Verenigde Staten, op een leemte in de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving. Gedurende de afgelopen decennia was de aandacht voor de koloniale en postkoloniale Nederlandse literatuur gegroeid en waren er aparte geschiedenissen beschikbaar gekomen voor de Nederlands-Indische, de Surinaamse en de Antilliaanse Nederlandse literatuur, maar aan de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur ging men almaar voorbij. Zij gaven hier colleges over, verzorgden in samenwerking met studenten in 2008 Heerengracht, Zuid-Afrika, een bloemlezing uit de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur van de negentiende en twintigste eeuw.

Geen land voor dromen

Het hoogtepunt van hun samenwerking is het boek, in 2023 verschenen, dat de grondslag was voor de toekenning van de Prestatieprijs aan Olf en Eep: een veelomvattende literatuurgeschiedenis getiteld Geen land voor dromen. Geschiedenis van de Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur. Het is een studie van 848 pagina’s over de Nederlandstalige literatuur die in en over Zuid-Afrika geschreven is. Het omvat een tamelijk uitgebreide bespreking van het dagregister van Zacharias Wagenaer, gouverneur aan de Kaap van 1662 tot 1666, tot aan de poëzie van Alfred Schaffer, thans docent Nederlands aan de Universiteit van Stellenbosch. De bibliografie van 38 bladzijden is een aanduiding van de uitgebreidheid van het onderzoek. Het boek is in een vloeiende, hoogst leesbare stijl geschreven.

Het werk betekent zowel een welkome aanvulling op de Nederlandse literatuurgeschiedenis als op de Afrikaanse. Wat de Nederlandse literatuur betreft, levert het een beduidende bijdrage tot de kennis van de Nederlandse literatuur in de koloniën; wat de Afrikaanse literatuur betreft, werpt het licht op het Nederlandse schrijfwerk van personen die een belangrijke plaats in de Afrikaanse literatuurgeschiedenis innemen, zoals Johannes van Melle en Eugène Marais. Schrijvers van Nederlandse oorsprong hebben soms in het Nederlands alsook in het Afrikaans geschreven, zoals Emma Huismans, auteur van de protestverhalen in Berigte van weerstand. Het blijkt, het Nederlands en het Afrikaans zijn nauw met elkaar verbonden.

De auteurs hebben geen scherp onderscheid gemaakt tussen feitelijke en fictionele geschriften, hoewel de feitelijke werken wel op grond van literair-esthetische maatstaven geselecteerd werden. Zodoende kan men lezen over de Nederlandse dagboeken van prominente Afrikaners als Christiaan de Wet, J.D. Kestell en Jan F.E. Celliers. Dagregisters en reisverslagen zijn ingesloten en bieden vaak een inzichtgevend perspectief op bepaalde tijden en plaatsen, bijvoorbeeld het dagverhaal van Jacob van Reenen, reisgenoot van gouverneur Janssens met zijn bezoek aan de Oostkaap. Bekende alsook minder bekende figuren worden besproken. Het dagregister van commandeur Jan van Riebeeck is welbekend, maar niet velen zullen weet hebben van de geschriften van twee andere Van Riebeecks die in de studie voorkomen – een zoon en een kleindochter van de commandeur.

Dit alles gezegd zijnde, is het duidelijk waarom de raadsleden van de Van Ewijck-Stichting eenparig hebben aanbevolen dat onze Prestatieprijs voor 2024 toegekend moet worden aan Eep Francken en Olf Praamstra. Ze hebben een bewonderenswaardig boek geschreven, een magnum opus.  

Lees ook:

Die vergete erfenis van Suid-Afrikaanse Nederlandse literatuur

Geen land voor dromen blaast het stof van Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur

 

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top