Op woensdag 3 oktober opende koning Willem-Alexander de tentoonstelling “1001 vrouwen in de 20ste eeuw” in het Amsterdam Museum in Amsterdam. Een tentoonstelling over markante vrouwen… Was het dan niet leuker geweest als koningin Máxima de opening had verricht? Nee! Met zijn aanwezigheid onderstreept de koning dat hij de erkenning van vrouwen en hun rol in de geschiedenis belangrijk vindt. En die erkenning moet óók van mannen komen.
De aanleiding voor de tentoonstelling is het verschijnen van het gelijknamige boek onder redactie van historica Els Kloek, die in het Amsterdam Museum tevens optreedt als gastconservator. Het boek 1001 vrouwen in de 20ste eeuw is het vervolg op het eveneens door Kloek samengestelde 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis (2013). Van dit eerste boek werden in één jaar tijd 15.000 exemplaren verkocht, en het werd in 2016 door de lezers van Historisch Nieuwsblad gekozen tot “Beste Geschiedenisboek Aller Tijden”.
1001 vrouwen begon als een website, het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (DVN). In deze database zijn korte biografische schetsen te vinden over markante vrouwen uit het verleden, van wie de meesten vandaag de dag vrijwel vergeten zijn. In geschiedenisboeken en encyclopedieën ligt de focus immers meestal op mannen. Via het Digitaal Vrouwenlexicon probeerden Kloek en haar team van medewerkers hier een alternatieve geschiedenis tegenover te stellen: geen history, maar “her-story”. Het Digitaal Vrouwenlexicon is integraal via internet te raadplegen en wordt regelmatig aangevuld. Onlangs kwamen er bijvoorbeeld nog nieuwe stukjes bij over onder meer presentatrice Mies Bouwman, schrijfster Renate Dorrestein en actrice Shireen Strooker, die alle drie in 2018 overleden zijn.
Hoewel het eerste deel, 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, maar liefst 1550 pagina’s omvatte, ontstond al snel het gevoel dat er nog veel méér vrouwen waren die aandacht verdienden. Dat gold zeker voor de twintigste eeuw, waarover zoveel meer bekend is dan over voorgaande eeuwen. Ook nu bleek het nog een hele opgave om de selectie voor het tweede deel tot “slechts” 1001 vrouwen te beperken!
Er is hard gewerkt om de presentatie van het boek en de opening van de tentoonstelling min of meer te laten samenvallen met het begin van de festiviteiten rond honderd jaar algemeen kiesrecht, gesymboliseerd door de installatie van Suze Groeneweg als eerste vrouw in de Tweede Kamer op 27 september 1918. Het is dan ook toepasselijk dat Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer en zelf een markante vrouw die in het derde deel van 1001 vrouwen niet mag ontbreken, bij de opening van de tentoonstelling een toespraak hield.
De tentoonstelling is vormgegeven door grafisch ontwerper Irma Boom (winnares Johannes Vermeerprijs 2014), die ook tekende voor het ontwerp van beide 1001 vrouwen-boeken. Boom heeft gekozen voor een robuuste vormgeving, die weerspiegelt dat de vrouwen die in deze tentoonstelling geportretteerd worden, bepaald geen doetjes waren!
Net als in het boek zijn de vrouwen op de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw chronologisch geordend volgens geboortedatum. In totaal worden er een kleine 200 vrouwen geportretteerd. Ze zijn gegroepeerd in vijf generaties, ván de wegbereiders, zoals Aletta Jacobs (1854-1929), tót de vertegenwoordigsters van de Tweede Feministische Golf, zoals Joke Smit (1933-1981). De tentoonstelling laat echter niet alleen de leiders van zo’n generatie zien, maar ook slachtoffers en omstreden figuren; bekende namen én vrouwen die sedertdien in de vergetelheid zijn geraakt. Daarbij is zowel gekeken naar de Nederlandse geschiedenis als naar die van de voormalige koloniën. Elk portret op de tentoonstelling heeft een nummer gekregen, dat correspondeert met de nummering in het boek.
De tentoonstelling in het Amsterdam Museum is verdeeld over vijf zalen. Op de vloer, ogenschijnlijk losjes tegen de muur geplaatst, staan de foto’s van de vrouwen op kartonnen borden van ongeveer een meter hoog. Op de muur een kernachtige levensbeschrijving die goed duidelijk maakt wat het leven van deze vrouw zo interessant maakt, en op de muur en in de vitrines allerlei voorwerpen die symbool staan voor hun bijzondere betekenis. De verlostang van vrouwenarts Catharine van Tussenbroek (1852-1925) bijvoorbeeld, de pastelkrijtjes van illustratrice Rie Cramer (1887-1977), de spikes van atlete Fanny Blankers-Koen (1918-2004), het brilletje met ongeslepen glas van verzetsstrijdster Hannie Schaft (1920-1945) of één van de exuberante jurken van schildersmuze Mathilde Willink (1938-1977; de jurk is een ontwerp van Fong Leng).
Deze voorbeelden geven al aan dat er op de tentoonstelling veel te herkennen valt. Daarbij zal de één misschien meer aangesproken worden door de al wat oudere geschiedenis, terwijl de ander juist meer affiniteit voelt met de meer recente ontwikkelingen. Veel namen zijn bekend. Maar daarnaast wordt de bezoeker ook voorgesteld aan minder bekende vrouwenfiguren uit de twintigste eeuw. Hun levensverhalen zijn minstens zo inspirerend of aangrijpend.
Voor de makers van de tentoonstelling lijkt bijvoorbeeld Beatrix de Rijk (1883-1958) eruit te springen, de eerste Nederlandse vrouw met een vliegbrevet. Maar wat te denken van Tjoet Nja Din (ca. 1850-1908), een dame uit de Indische adel die op Atjeh met een guerillalegertje ten strijde trok tegen de Nederlandse koloniale troepen? Of Neeltje Lokerse (1868-1954), een dienstbode die zwanger raakte van haar werkgever en die de landelijke pers haalde toen ze de vader van haar kind met een pistool bedreigde? Later zou ze gekleed in Zeeuwse klederdracht optreden als “propagandiste voor de wet op het onderzoek naar het vaderschap”. Fanny Schoonheyt (1912-1961) zou als journaliste en fotografe deelnemen aan de Spaanse Burgeroorlog. En wie zich bewust is van alle controverses rond de Zuid-Afrikaanse atlete Caster Semenya (1991), moet wel geraakt worden door het verhaal van hardloopster Foekje Dillema (1926-2007), die vanwege haar mannelijke trekken regelmatig voor man werd uitgemaakt en die, toen ze in 1950 weigerde een geslachtstest te ondergaan, levenslang werd geschorst.
Zo valt er op de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw veel te genieten en te overpeinzen. Er ontstaan ook spontaan gesprekken tussen de bezoekers – niet alleen met bekenden, maar ook met wildvreemden. Nu eens worden er herinneringen opgehaald. Dan weer verbaas je je er samen over hoeveel je nog niet wist. De tentoonstelling vult een deel van deze hiaten in. Maar voor iedereen zullen er ook nog namen ontbreken. Vrouwen die niet op de tentoonstelling terecht zijn gekomen, en misschien zelfs niet tussen de 1001 vrouwen uit het boek. In de laatste zaal van de tentoonstelling is een wand, waar iedereen met gekleurde post-it-briefjes nieuwe namen kan toevoegen. Van vrouwen die ook een rol in de geschiedenis hebben gespeeld, en die nu vergeten zijn, of niet. Vrouwen die ook op een tentoonstelling over markante Nederlandse vrouwen uit de twintigste eeuw thuishoren.
Daarom raad ik iedereen aan deze tentoonstelling samen te bezoeken.
Neem je moeder mee, je oma, je buurvrouw… Stel vragen, laat haar vertellen, en luister.
Neem kinderen mee. Voor hen zal het misschien moeilijk voorstelbaar zijn dat deze vrouwen baanbrekers waren: de eerste dokter, de eerste advocaat, de eerste politica, de eerste schaatsster tijdens de Elfstedentocht. Zonder hun moed en doorzettingsvermogen zouden we al die verworvenheden nu niet als vanzelfsprekend beschouwen.
En neem zo veel mogelijk mannen mee. Want zoals koning Willem-Alexander terecht heeft ingezien, is een tentoonstelling over vrouwelijke pioniers méér dan alleen maar een “vrouwending”.
Tentoonstelling: 1001 vrouwen in de 20ste eeuw. Verhalen van inspirerende, beroemde en beruchte vrouwen. 4 oktober t/m 10 maart 2019. Amsterdam Museum, Kalverstraat 92, Amsterdam. Website: https://www.amsterdammuseum.nl/. |
Lees ook
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde zet historische fout recht (soort van)
Buro: IG