Gerommel in de marge, gebakkelei bezijden de maatschappelijke realiteit

  • 0

.......

“Een canon is per definitie een compromis, een verzameling van culturele, morele, ideologische en esthetische spiegels die een gemeenschap wordt voorgehouden.”

.......

Het was al een tijd in het vooruitzicht gesteld. Vorige week vrijdag was het eindelijk zover. Het ceel is gelicht. De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) maakte de (licht) bijgestuurde Canon van de Nederlandstalige literatuur publiek. Dat is exact vijf jaar na de veelbesproken canon “50+1”. Over de finaal toegevoegde titel Black Venus van Jef Geeraerts, net op tijd gestorven, is dezer dagen in de Vlaamse pers en op sociale media veel te doen. De reacties gaan van gejubel tot onbegrip. Kan een seksistisch, gewelddadig, kolonialistisch en moreel verwerpelijk boek in zo een lijst? Heeft men uitsluitend met morele maatstaven gemeten om “+1” te bannen, en is de commissie bijgevolg voorbij gestapt aan wat een tekst tot literatuur maakt? Opiniestukken gingen over het “autobiografisch” karakter van literatuur, in de veronderstelling dat een tekst niet autobiografisch kan zijn om tot “de” literatuur te worden gerekend. Geeraerts’ Gangreen 1 was in het weekend voorwerp van een verhit maar kortstondig debat. Naast het gegeven, weliswaar minder belicht, dat vrouwelijke auteurs ondervertegenwoordigd zijn, dat Jan Wolkers nu is opgenomen en – ik voeg het er maar zelf even aan toe – Richard Minnes Wolfijzers en schietgeweren moest plaats ruimen. Er is wat gebakkeleid over een “blinde vlek”, de samenstelling van de commissie stond ter discussie en collega-specialisten maakten gewag van de grote leemte: uit de tweede helft van de zeventiende eeuw en de hele achttiende eeuw is geen enkele titel opgenomen. En ja, waarom vijftig titels en bijvoorbeeld geen honderd. Wat staat Wolkers daar nu te doen – er valt op ’s mans biografie ook wel wat af te dingen – en wat dan te zeggen over vrouwbeelden in die overwegend masculiene (macho) literatuur? Wat behelst het “Vlaams perspectief”, waar zijn die Vlaamse auteurs van de negentiende en twintigste eeuw (naast usual suspects onder wie Buysse, Claus en Elsschot)? Kon de canoncommissie voorbijstappen aan Vlaamse schrijvers, onder wie Christine D’haen, Patricia de Martelaere, Herman de Coninck, zelfs Maria Rosseels? Ik heb wel méér namen de revue zien passeren. Enzovoort enzovoort.

.......

“De canon mag wat meer kleur hebben. In Nederland zijn enkele dagen eerder de aangepaste Canon en de bijbehorende vensters bekendgemaakt. Titels zijn gesneuveld, een Surinaamse schrijver is toegevoegd (Anton de Kom). Die aanpassing heeft de waarde van een statement.”

.......

De constructie van een canon: doorgaans een tijdverdrijf voor enk’le fijne luyden. Net als de discussie die zich vervolgens ontspint en het proces van profilering. Een canonlijstje is samengesteld door professoren en schrijvers die in geheim conclaaf zich buigen over eindeloos veel titels. Canoniseren is selecteren. Je kunt niet alles hebben. Eerst wordt na officiële bekendmaking de compromislijst fel bekritiseerd, zoals we de voorbije dagen konden lezen, want niemand behalve deze geleerden en schrijvers kunnen zich scharen achter het overzicht wie en wat de Nederlandse literatuur representeert (uiterste publicatiejaar van een titel is 1995 én de auteur moet dood zijn). Voor de duidelijkheid: dat uitgelezen gezelschap is het onderling natuurlijk ook al niet eens. Stel de commissie anders samen, en je hebt een andere canon. Vervolgens, na de tornado van verontwaardiging, een rondje namen en titels citeren die ten onrechte de pikorde niet hebben gehaald, gaat het stof liggen. Niemand geeft er verder nog om. De canon is een marketingproduct, hoogstens een instrument ten behoeve van het literatuuronderwijs. Hoeveel literatuur wordt vandaag nog gelezen op de middelbare school? Laten we hopen niet de romans en gedichtenbundels van de canonlijst, want dan hebben we binnenkort mogelijk geen studenten meer. Waar zijn overigens de tekstedities van gecanoniseerde titels. In de boekwinkel? Neen, helaas. Ik heb er vroeger al op gewezen. In het beste geval is de canon een aanleiding voor discussie. Zo wordt hij ook publiek ook verdedigd, in de markt gezet. Vraag is of we voor een gesprek over literatuur een canon nodig hebben. Waarom moet die gemediatiseerde voorzet, “gewikt en gewogen”, de aanleiding zijn voor een gesprek over literatuur? Zijn er geen betere te verzinnen? Is dit een canon die is bijgestuurd onder druk van maatschappelijke omstandigheden? Ach, ieder zijn of haar canon: dat is de realiteit. Die is niet voorgeschreven maar lezend verworven. Naar analogie met Van Ostaijens ‘Huldegedicht aan Singer’:

ik wil een canon
iedereen een canon
canon
heeft Hans Sachs geen canon
waarom heeft Hans Sachs geen canon
Hans Sachs heeft recht op een canon
Hans Sachs moet een canon hebben
Jawel
            dat is zijn recht.

Laat mij de discussie over namen en titels terzijde schuiven en een ander manco blootleggen.  Een canon is per definitie een compromis, een verzameling van culturele, morele, ideologische en esthetische spiegels die een gemeenschap wordt voorgehouden. Wanneer ik jongeren (studenten letterkunde) beluister, verwachten zij van literatuur iets helemaal anders dan het devies van een academische commissie. U weet hoe dat gaat met voorgeschreven literatuurlijsten, u was misschien ook wel zo: ze zijn doorgaans een antidotum voor de ervaring van literatuur, voor de jouissance. Jongeren hebben vandaag aan het begin van het derde decennium dezer eeuw andere opvattingen over literatuur dan commissies. De canon is per definitie een anachronisme, een fossiel, steriele antagonist van de springlevende knetterende letteren. Het gaat immers niet over dat handvol titels, maar wel over de manier waarop we literatuur van toen en vandaag beleven. Over het avontuur dat literatuur behoort te zijn.

De canon mag wat meer kleur hebben. In Nederland zijn enkele dagen eerder de aangepaste Canon en de bijbehorende vensters bekendgemaakt. Titels zijn gesneuveld, een Surinaamse schrijver is toegevoegd (Anton de Kom). Die aanpassing heeft de waarde van een statement.

De Surinaamse schrijver en verzetsstrijder Anton de Kom (Suriname 1898 - Duitsland 1945). Plaats en datum van de foto onbekend.

De Canon van Nederland is door de “herijkingscommissie” grondiger aangepakt dan wat men in Vlaanderen, met de hulp van Literatuur Vlaanderen, vermocht. Jammer? Jazeker. Nederlandse literatuur is historisch gesproken immers op vele plekken in de wereld geschreven. Indien we als cultuurgemeenschap een canon belangrijk vinden, en dus in het onderwijs een plaats gunnen, voor wie is die dan bestemd? Wie zijn de leerlingen en studenten van vandaag? Niet meer de jongeren van 1995. We zijn inmiddels een kwarteeuw opgeschoven.

.......

“Indien de canon maatschappelijk relevant wil zijn – dat wil ze toch? – is zij bij voorkeur cultureel divers,  doet een appel aan een veelkleurige gemeenschap (de maatschappelijke realiteit vandaag).”

.......

Uit debatten en opiniestukken mag in ieder geval blijken dat geen consensus bestaat over wat een canon precies behelst. Of dat een canon überhaupt nodig is. Wie de samenstelling bepaalt, hoe dynamisch of statisch hij is. In een geglobaliseerde wereld is cultuur geen exclusief binnenlands product, geen statische verzameling van onomkeerbare data en onweerlegbare visies. Cultuur is een volatiel en open biotoop waarin zogeheten nieuwkomers hun aandeel hebben (zowel inhoudelijk als participerend), waarin de beeldvorming van en het discours over wat we cultuur noemen geen eenzijdige, laat staan een etnisch-monotone, aangelegenheid is. Cultuur is permanente dialoog, of beter: onstandvastige polyfonie. De canon is hoogstens een forum voor discussie, zo stelde ik al eerder, met de bedoeling ieder compromis over namen en titels meteen weer ter sprake te brengen. De Vlaamse canon of Vlaamse culturele identiteit bestaat alleen in het hoofd van degenen die zich erover uitspreken, die er iets wensen mee aan te vangen en zich een identiteit willen toe-eigenen. Het ‘identitaire denken’ dus. Zij is niet het privilege van een elite, een ideologie of een moraal, een geschiedenis, laat staan van een politieke partij of een conglomeraat van geleerden. Indien de canon maatschappelijk relevant wil zijn – dat wil ze toch? – is zij bij voorkeur cultureel divers, doet een appel aan een veelkleurige gemeenschap (de maatschappelijke realiteit vandaag). Niet de canon is van belang, wel de definitie van het beoogde publiek. Laat ik het kortom over veelkleurigheid hebben en de wijze waarop we vandaag over literatuur kunnen praten. Bezijden de canon.

Universiteitsaula’s en literatuuronderwijs

De participatie van jongeren met migratieachtergrond in het universitair onderwijs is zoals  bekend bedroevend laag. De universiteitsaula’s zijn geenszins een afspiegeling van de maatschappelijke realiteit. Universiteiten en hogescholen stellen veel in het werk om bredere lagen van de bevolking te bereiken, en dus een toenemende groep van jongeren te engageren. Deze jonge mensen, veelal hier geboren en getogen, kunnen de weg naar het hoger onderwijs niet of nauwelijks vinden, voelen zich niet aangesproken.

Wanneer de topman van de katholieke onderwijskoepel enkele maanden geleden een oproep formuleerde voor “een tweede democratisering van het onderwijs”, ruim vijftig jaar na de jaren zestig, dan is dit veelzeggend. De realisatie van het ambitieuze voornemen is een ander paar mouwen. Indien het basis- en middelbaar onderwijs er niet in slaagt in de doelstellingen (het bewustzijn van) diversiteit hoger op de agenda te plaatsen, studenten lerarenopleiding meer bewust te maken van een volstrekt ander doelpubliek dan pakweg twee decennia geleden (1995), dan is de uitspraak een slag in het water. Niet alleen de lerarenopleiding veronderstelt een herziening van het curriculum. De handboeken met begin- en eindcompetenties dienen grondig te worden herschreven. Startende leerkrachten, vers van de schoolbanken, ervaren naar verluidt een ware “cultuurshock” wanneer ze voor een veelkleurige klas staan. Ze zijn niet klaar voor de meertalige en etnisch veelkleurige klassen waarin ze terechtkomen. Indien dat effectief het geval is, zoals recent onderzoek aantoont, moeten het onderwijsaanbod voor toekomstige leerkrachten en de verwachtingen omtrent het onderwijs worden herzien. De nieuw geconcipieerde Educatieve Master, dit academiejaar operationeel, biedt ongekende mogelijkheden. De nieuwe masteropleiding legt de lat hoog. Het nijpende lerarentekort, niet alleen voor talen maar ook voor wiskunde en wetenschappen, is een aanleiding om de opleiding voor leerkracht en dus ook de job zelf weer aantrekkelijk te maken, meer maatschappelijk respect af te dwingen.

Breek de canon open en kijk naar buiten

Canon en onderwijs, literatuur en maatschappij. Het is geen makkelijke combinatie. In het curriculum van middelbare scholen en universitair onderwijs, met aandacht voor taalvaardigheid, begrijpend lezen, kritisch denken, kennis en nieuwsgierigheid, kan naar mijn oordeel absoluut niet worden volstaan met het doceren van een Nederlandse of een Vlaamse canon. Wat mijn professie betreft: laat studenten letteren nadenken over canoniseringsprocessen en ideologieën, morele of etnisch-culturele beeldconstructies die eraan ten grondslag liggen. Elke canon vertelt een verhaal, een van de vele. Het concept van Nederlandse literatuur is met maatschappelijke veranderingen ook aanzienlijk gewijzigd. Hoe kan het ook anders? Nederlandse letterkunde is geen negentiende-eeuws concept meer. Willen we belangstelling blijven generen voor de literatuur van ons taalgebied, moet de omgang met dat concept dynamischer en opener zijn. In een wereld van culturele diversiteit en meertaligheid wordt Nederlandse literatuur bij voorkeur in internationaal perspectief gelezen en bestudeerd, weliswaar met aandacht voor de specificiteit van Nederlandstalige literaire teksten tegen de achtergrond van een wereld in transitie.

.......

“Literatuur, ook in het Nederlands, wens ik te zien als een swingend palet van meerstemmigheid en culturele diversiteit, niet als anachronisme of een vijfjaarlijks status quo.”

.......

Het heeft geen zin vandaag alleen canonieke teksten te bespreken uit de schatkamer der Nederlandse letteren in een verondersteld maar onbestaand monocultureel (wit, masculien) perspectief. Studenten van de Educatieve Master, binnenkort voor een gekleurde klas waarin culturele diversiteit de samenstelling van de leerlingenpopulatie bepaalt, zijn méér gebaat met een internationale kijk, bijvoorbeeld op literatuur, dan een eendimensionale, dus een reductionistische visie. Door leerlingen te prikkelen, met bijvoorbeeld spannende verhalen over cultuurtransmissie en dialogen tussen literaturen in verschillende talen, zullen zij ertoe bijdragen dat de immense kloof tussen de middelbare school en de universiteit makkelijker te overbruggen is. Zij zullen zich naar mijn oordeel méér aangesproken weten, begrépen. Het is bekend, zoals een collega mij onlangs zei, dat jongeren met een migratieachtergrond wellicht meer pragmatisch een studierichting kiezen, een diploma trachten te verwerven met een duidelijk arbeidsmarktgericht doel. Het is aan de mens- en geesteswetenschappen om aan te tonen, jongeren en hun ouders te overtuigen, dat je ook met een diploma taal- en letterkunde, geschiedenis of moraalwetenschap het verschil maakt op de arbeidsmarkt. Laten we literatuur hoe dan ook méér ruimte bieden op school. Wat we Nederlandse literatuur noemen, is een rekbare passe-partout. De multiculturele discussie wordt erdoor aangescherpt, het blikveld verbreed, de wereld en de mensen worden in geestelijke zin rijker. De lijstjes die we nu kennen bieden een selecte inventaris, niet een uitnodiging.

Veeltaligheid van de Nederlandse literatuur

De voorwaarde voor deelname van niet uitsluitend “witte middenklas-jongeren” aan een geesteswetenschappelijke opleiding, of een lerarenopleiding in het hoger onderwijs, is dat studenten (ook “nieuwkomers” dus) zich aangesproken weten, met een opleidingsomgeving worden geconfronteerd die van deze tijd is en niet van een vorige eeuw. Mijn wens is over Nederlandstalige literatuur te kunnen spreken voor en met een veel-gekleurd publiek, met studenten teksten te lezen die zij aan andere cultuur- en taalgebieden ontlenen, die hun afkomst of culturele beleving mee bepalen: in een multiculturele tweespraak. Ik wil het over literatuur hebben en hoe in de loop der tijd de parameters om over literaire teksten te spreken wijzigen. De Taalunie Zomercursus Nederlands, met jaarlijks 120 buitenlandse studenten (binnenkort in de lange geschiedenis voor het eerst online, met 95 ingeschreven studenten), en de vele gastcolleges op uitnodiging van buitenlandse departementen, lossen voor mij dergelijke verwachtingen in. In die interculturele dialoog kan ik iets vertellen over wat ik beschouw als zijnde Nederlandse literatuur. Het beeld dat docenten en studenten in het buitenland hebben, is weer een ander. Dan heb je een gesprek.

De studentenpopulatie, bijvoorbeeld in de opleiding Taal- en Letterkunde (Nederlands), is weinig cultureel gedifferentieerd, geen spiegel van de veel-gekleurde schoolklassen in het middelbaar onderwijs (niet in alle scholen) waar Nederlands wordt gegeven. Met studenten Nederlands, in de nabije toekomst hopelijk niet uitsluitend een groep bestaande uit “witte middenklasse-jongeren” maar gemengd en cultureel gedifferentieerd, wens ik op die manier over onze literatuur in het meervoud te spreken: multicultureel, veeltalig en divers. Niet met de canon onder de arm, dat pontificale lijstje, maar nieuwsgierig naar de canon in die vele lezende hoofden, met hun cultureel uiteenlopende referentiekaders en verwachtingen omtrent literatuur hic et nunc. Literatuur, ook in het Nederlands, wens ik te zien als een swingend palet van meerstemmigheid en culturele diversiteit, niet als anachronisme of een vijfjaarlijks status quo.

Lees ook

Persbericht: Canon van Nederland vernieuwd

Opperlandse overpeinzingen van een neerlandist

Opperlandse overpeinzingen van een neerlandist II

Opperlandse overpeinzingen van een neerlandist III

Opperlandse overpeinzingen van een neerlandist IV

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top