Interview: Alfred Schaffer, 20 maart 2025

  • 0

Op donderdag 20 maart 2025 was Alfred Schaffer te gast in het college van Alwyn Roux aan de Universiteit Leiden. Aanleiding voor het online gesprek was het themanummer O se boloke/Bescherm ons. Stemmen uit Zuid-Afrika van DW B (2024). Schaffer stelde het nummer samen en maakte hiervoor een kleine selectie uit contemporaine Zuid-Afrikaanse literatuur. In de context van een literaire contactgeschiedenis van het Afrikaans en het Nederlands, onderwerp van de collegereeks en van het schrijfproject ‘Brief en repliek’ op Voertaal, ligt de nadruk op literaire teksten in verschillende variëteiten van beide talen en ook op de meertaligheid in Zuid-Afrika, een land met twaalf officiële talen en een volkshymne in vijf talen. Voor deze gelegenheid hebben studenten het voorwoord en de tekstkeuze van Schaffer gelezen en vragen voorbereid.

Sophie Zandbergen heeft aantekeningen gemaakt en de aanpassingen gedaan om dit document beschikbaar te maken.

Deel 1: Samenstelling van het DW B-nummer

Hoe bent u te werk gegaan, met de selectie?

Voor de selectie voor het nummer O se boloke / Bescherm ons voor het tijdschrift DW B werd rekening gehouden met beperkte ruimte, aangezien er een beperkt aantal bladzijdes ter beschikking is. In plaats van dat Schaffer zich op een genre gericht heeft, heeft hij ervoor gekozen om een breder beeld te schetsen van de Afrikaanse literatuur, zonder uitsluitend aandacht te besteden aan poëzie. Hoewel poëzie een belangrijke rol speelt bij jongere Afrikaanstalige auteurs, was het niet het doel om een poëziebundel samen te stellen, omdat dit een beperkte doelgroep zou aanspreken. In plaats daarvan heeft Schaffer gestreefd naar een weergave van de bredere literaire ontwikkeling van Zuid-Afrika, waarbij verschillende leefwerelden naast elkaar konden bestaan. Hierdoor kan hij een thematisch en inhoudelijk breed nummer maken dat een divers beeld geeft van het Afrikaanse literaire landschap.

Waarom heeft u dit nummer gemaakt?

Het nummer O se boloke / Bescherm ons is gemaakt op verzoek van de redactie van het tijdschrift DW B. Zij vroegen om een volledig nummer over Zuid-Afrikaanse literatuur. Schaffer heeft eerder meegewerkt aan edities van dit tijdschrift; door zijn grote interesse voor Zuid-Afrikaanse literatuur heeft hij de kans gegrepen om een diepgaand en veelzijdig beeld van de Zuid-Afrikaanse literaire ontwikkelingen te schetsen.

Waarom deze titel?

Schaffer heeft voor de titel O se boloke / Bescherm ons gekozen omdat deze overkoepelend is en geen specifieke taal benadrukt. De titel is namelijk afkomstig uit het Zuid-Afrikaanse volkslied. Dit draagt bij aan de brede en inclusieve insteek van het nummer. Daarnaast zijn veel literaire teksten afkomstig uit Zuid-Afrika politiek geladen, en de woorden ‘bescherm ons’ dragen een troostende lading, wat goed aansluit bij de thematiek van het nummer.

‘Voor dit nummer is uiteindelijk gekozen om talen en genres los te laten’. In hoeverre beïnvloedt dit de beeldvorming van Zuid-Afrikaanse auteurs in de Lage Landen? Zorgt het loslaten van talen en genres binnen dit nummer voor meer literaire erkenning van de auteurs in de Lage Landen, of had juist duidelijke afbakening een positiever effect gehad op deze beeldvorming?

Door talen en genres los te laten, wordt er een breder beeld van de Zuid-Afrikaanse literatuur gepresenteerd, maar de invloed op de beeldvorming in de Lage Landen blijft beperkt. In Nederland en België wordt Zuid-Afrikaanse literatuur vaak als een geheel gezien, met veel stereotyperingen. Bovendien krijgen (vertalingen van) Zuid-Afrikaanse werken zelden recensies in de Lage Landen. Dit komt doordat de literaire aandacht in West-Europa voornamelijk gericht is op Europa en Amerika, met af en toe een Chinese of Japanse roman. Recensies van (vertaalde) Zuid-Afrikaanse romans zijn hierdoor bijna niet aanwezig, behalve wanneer een oudere tekst ‘herontdekt’ wordt, terwijl de hedendaagse literatuur vaak genegeerd blijft. De vraag is dan ook of er überhaupt een duidelijke beeldvorming bestaat bij het algemene lezerspubliek, dat zich vooral richt op gangbare bestsellers.

Deel 2 Vertaling, taalpolitiek en de rol van meertaligheid

Hoe kan je, naast de betekenis van een gedicht, ook het gevoel van het gedicht in een andere taal overbrengen? En is dat überhaupt mogelijk?

Het overbrengen van zowel de betekenis, als het gevoel van een gedicht naar een andere taal is een complexe uitdaging. Poëzie is van nature subjectief, en elke lezer ervaart een gedicht op een andere manier. Het vastleggen van een gedicht binnen je eigen taal is al moeilijk, laat staan in een vertaling. Bij een poëzievertaling is het daarom erg belangrijk om een nieuw gedicht te creëren dat op zichzelf werkt in de doeltaal.

Dit betekent dat de vertaler het gedicht niet alleen letterlijk moet omzetten uit de brontaal. Het belangrijkste doel van een vertaling is om een gevoel over te brengen, dit is bij voorkeur het gevoel dat de vertaler zelf heeft ervaren bij het lezen van het origineel. Een bepaald gevoel overbrengen in een vertaling blijft lastig. Poëzie blijft echter subjectief; de interpretatie ervan is open, en elke lezer kan er een andere emotionele reactie op hebben.

U noemt de rol van vertaling in de Zuid-Afrikaanse literatuur en het belang van toegankelijkheid. Hoe ziet u de toekomst van vertalingen van Zuid-Afrikaanse literatuur naar andere talen, zoals het Nederlands?

De vertaling speelt een vitale rol in de Zuid-Afrikaanse literatuur, vooral gezien het land twaalf officiële talen kent. Ideaal zou zijn dat inwoners elkaars taal leren om elkaar te begrijpen en zo een diepere onderlinge verbinding te creëren, maar in de praktijk blijft dit erg lastig. Om deze reden is de vertaling de op één na beste optie. Een grootschalig vertaalproject waarin verschillende Zuid-Afrikaanse talen naar het Engels worden vertaald, zou ervoor kunnen zorgen men toegang krijgt tot kennis van verschillende culturele achtergronden, om zo het begrip voor elkaar te bevorderen. Helaas is dit vanuit de overheid nog niet doorgevoerd.

Wat betreft de toekomst van vertalingen naar andere talen, zoals het Nederlands; die zullen blijven bestaan. De mate van diversiteit in vertaalde werken blijft echter afhankelijk van de interesse in niet-Westerse literatuur. Momenteel is deze belangstelling beperkt, en zonder voldoende interesse zal de financiële steun wellicht afnemen. Dit bepaalt de toekomst van vertaalonderzoek naar de interesse en waardering voor Zuid-Afrikaanse literatuur.

Omdat Zuid-Afrika twaalf talen kent, hoe beïnvloedt de vertaling naar het Engels de beeldvorming van deze literatuur? In hoeverre gaat hierbij dan de (taalpolitieke) lading verloren? Hoe kun je dit tegengaan als vertaler?

De beeldvorming van Zuid-Afrikaanse literatuur (in vertaling), wordt grotendeels bepaald door de keuzes van uitgevers en de werken die zij op de markt brengen. In Nederland genieten bepaalde Zuid-Afrikaanse auteurs, zoals Antjie Krog en JM Coetzee, brede erkenning en worden ze als belangrijk beschouwd. Hierdoor wordt relatief veel van hun werk vertaald en blijft er weinig verloren gaan.

Bij een vertaling naar het Engels is dit anders. De Angelsaksische literaire markt is enorm en daardoor selectiever, wat betekent dat niet alle Zuid-Afrikaanse auteurs dezelfde aandacht krijgen. Zo is Antjie Krog in Nederland vrij bekend, maar in veel andere Europese landen veel minder zichtbaar.

Deel 3: Literaire en culturele beeldvorming in de Lage Landen

In deze collegereeks wordt er onder andere gekeken naar de receptie van Zuid-Afrikaans werk in de Lage Landen. Is het voor u belangrijk, en zo ja, waarom, dat de Zuid-Afrikaanse teksten op eenzelfde manier gelezen worden in de Lage Landen als in Zuid-Afrika? Dus zoveel mogelijk zonder West-Europees perspectief. Of is dat onvermijdelijk?

Het is belangrijk om Zuid-Afrikaanse teksten op eenzelfde manier te lezen in de Lage Landen als in Zuid-Afrika. Dit is belangrijk voor de culturele overdracht en het begrijpen van de context. Clichés moeten vermeden worden, omdat zij misverstanden opwekken. Er bestaan bij de gemiddelde, oningelichte burger namelijk veel misvattingen over Zuid-Afrika. Hoewel er in Zuid-Afrika veel ongelijkheden en misstanden zijn, is het geen plek waar iemand constant in gevaar is. Een ander belangrijk misverstand is dat het Afrikaans een ‘witte’ taal is. Het is belangrijk om deze clichés tegen te gaan, en de teksten op hun eigen merites te beoordelen.

Wat zijn de meest voorkomende misvattingen die u ziet gebeuren wanneer een Afrikaans werk wordt gepubliceerd in de Lage Landen?

Een paar misvattingen zijn al genoemd. Een belangrijk probleem is dat er weinig bekend is over Zuid-Afrika. Er wordt gedacht dat apartheidspolitiek nog steeds heerst, terwijl het land daar inmiddels voorbij is. Er zijn echter veel gevolgen van de apartheid die nog steeds zichtbaar zijn, er is namelijk veel ongelijking, maar tegenwoordig spelen voornamelijk klassenverschillen een rol. De nadruk ligt niet meer op de formele segregatie van vroeger, maar op de sociale en economische ongelijkheden die voortkomen uit de geschiedenis.

In de inleiding wordt gesproken over de uitgave van Afrikaanse literatuur van Gerrit Komrij. En over de taalpolitiek in dit genre Afrikaanse literatuur, die zo anders is dan de werkelijke omstandigheden in de witte buitenwijken. En dat deze taalpolitiek in vertaling de zichtbaarheid verliest. Wat maakt dit nummer van het tijdschrift dan anders dan zo’n werk van Gerrit Komrij? En in hoeverre zal de boodschap van de literatuur (die besproken wordt in het nummer) op ons, Westerse lezers, over kunnen komen?

O se boloke/Bescherm ons verschilt van het werk van Gerrit Komrij, omdat het niet alleen poëzie bevat, maar een breder spectrum van Zuid-Afrikaanse literatuur bespreekt. Komrij’s uitgave richtte zich louter op poëzie in de brontaal, het Afrikaans, zonder vertalingen.

Deel 4: Zuid-Afrikaanse literatuur en sociaal realisme

In de inleiding van O se boloke / Bescherm ons spreekt u van “sociaal realisme als een traditie in de Zuid-Afrikaanse literatuur”. Wat is precies sociaal realisme en welke schrijvers in Nederland zouden onder deze traditie geschaard kunnen worden?

Het sociaal realisme is een literaire traditie die zich voornamelijk richt op het zo realistisch mogelijk afbeelden van de sociale en politieke werkelijkheid. Dit gebeurt vaak met de bedoeling om maatschappelijke misstanden aan de kaak te stellen. Het legt de nadruk op de realiteit van het dagelijks leven, en dan vooral de ongelijkheden en onrechtvaardigheden. In de Nederlandse literatuur zou iemand als Gerbrand Bakker onder deze traditie geschaard kunnen worden, omdat hij in zijn werken realistische elementen combineert met een beeld van de samenleving. In tegenstelling tot meer experimentele schrijvers, zoals Breyten Breytenbach, zijn sociaal realistische schrijver meer gericht op het verbeelden van politieke misstanden op een directe manier.

U benadrukt de politieke en sociale thematiek in Zuid-Afrikaanse literatuur. Zijn er volgens u hedendaagse schrijvers die een nieuwe, verrassende invalshoek kiezen binnen deze thematiek?

Hedendaagse Zuid-Afrikaanse schrijvers, vooral schrijvers van kleur, kiezen vaker voor een nieuwe invalshoek binnen de politieke en sociale thematiek in de Zuid-Afrikaanse literatuur. Hoewel thema’s zoals armoede en ongelijkheid nog steeds prominente onderwerpen zijn in de literatuur, verschuiven schrijvers steeds vaker weg van het persoonlijke narratief. In plaats van verhalen te vertellen vanuit hun eigen ervaringen, kiezen ze er nu voor om verhalen te reconstrueren vanuit het verleden of via naamloze personages. Het persoonlijke verhaal is verteld, wat noodzakelijk was voor de Zuid-Afrikaanse literatuur, nu kunnen andere soorten verhalen verteld worden, die verder gaan dan de eigen belevingen en zich meer richten op bredere, historische en collectieve ervaringen.

Deel 5: De rol van literatuur in een samenleving in transitie

Als Zuid-Afrika, in uw woorden, een land is dat constant in transitie is, hoe moet de literatuurhistoricus met deze veranderingen omgaan en hoe zorgt deze historicus ervoor dat een literatuurgeschiedenis niet snel “gedateerd” wordt?

Een literatuurhistoricus moet voortdurend blijven schrijven en onderzoek doen om op de hoogte te blijven van de veranderingen in Zuid-Afrika, aangezien het land constant in transitie is.

Het is echter wel belangrijk om te benadrukken dat literatuur op dat moment de heersende situatie weerspiegelt en dat de literatuurgeschiedenis voortdurend in ontwikkeling is. Kritisch blijven en werken vanuit meerdere gezichtspunten is essentieel. Het is dan ook goed als onderzoek als dit interdisciplinair gebeurt, omdat het niet alleen de literatuur zelf betreft, maar ook de bredere maatschappelijke, politieke en culturele context.

Lees ook:

Alfred Schaffer als cultuurbemiddelaar: "O se boloke / Bescherm ons"

Brief en repliek: Inhoudsopgawe

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top