April
Ellen Deckwitz
Amsterdam: Das Mag Uitgevers
Maart 2023
79 blz. + voorproef 7 blz.
Zeer vitaal en bijzonder mooi boekje waarin derdejaars studente literatuurwetenschap worstelt met de vraag of een gedicht ons kan helpen tegen klimaat-ellende, polarisatie en andere shit. Haar docente raadt de Mei van Herman Gorter aan. Verbluft concludeert zij een week later dat het gedicht van meer dan 4 000 regels uit 1889 nog steeds uitzonderlijk veel te bieden heeft. Goed geschreven persoonlijke en lichtvoetige tekst over de kracht van (Gorters) poëzie.
Opmerkelijke passages
- De Mei: “over kunst, eeuwigheid en vergankelijkheid. Parallel daaraan staat de tegenstelling tussen lichaam en geest centraal.” (34)
- “Zonder April geen schaduw, geen gevoel van doem, geen besef van ondergang.” (46)
- “De Mei is meer dan slechts een impressionistisch werk of een lofzang op het zintuiglijke. Het gedicht bevat de waarschuwing om de ogen open te houden en je niet te laten verlammen door het bestaan van de dood. Het lichamelijke te omhelzen, ervan te genieten, en de kunst niet alleen het domein van steriele ideeën te laten zijn, maar ook van de natuur en alle zintuiglijke ervaringen die zij mogelijk maakt.” (50).
- “De grote les uit de Mei is dat alles eindig is maar dat je je ogen er niet voor moet sluiten, omdat je anders heel veel moois misloopt. Trek je niet alleen maar terug in je gedachten, maar geniet van je lijf en je leven.” (53)
- (…) “twee adviezen aan de lezer: Gedenk te sterven, jazeker, maar gedenk ook te leven.” (54)
- Enkele superrijken zullen de zondvloed misschien overleven. “De moderne Noach is geen godvrezend of bescheiden man meer zoals de oude Noach, maar gewoon Jeff Bezos. (59)
- “In het strijdgewoel zie ik Gorter brullen om zijn vader. Zijn vader staat naast hem, maar Gorter ziet hem niet, hij is er tijdens zijn leven zo aan gewend geraakt dat hij er niet was dat hij hem in het hiernamaals niet herkende.” (72)
- “Gorter zei dat de herinnering die hij van de dingen had hem meer raakte dan de dingen zelf. De verbeelding van de werkelijkheid trof hem harder dan de werkelijkheid zelf. Je zou door de positieve connotatie van fantasie hebben haast vergeten dat ook doemdenken een vorm van verbeelding is. Waardoor je prematuur depri wordt. Je kunt vooruithuilen om het leven dat eens zal verdwijnen, je laten meeslepen door apocalyptische nachtmerries, maar het gevaar bestaat dat je dan het leven dat er nog wél is vergeet te koesteren.” (73–74)
- “De ooit tot slaaf gemaakte aarde durft weer adem te halen.” (75)
Lees ook:
Leesimpressie: Elk boek is een gevaar, samengesteld en ingeleid door Ronit Palache