De aanslag die onze levens veranderde: Hoe een aanslag op Israëlische toeristen in Egypte een Iraanse bootvluchteling naar Nederland bracht
Bahram Sadeghi
Amsterdam / Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact
2021
191 blz.
Verslag van een grondige zoektocht naar een schietpartij in de Sinaï in 1985 waarbij een Egyptische soldaat zeven Israëlische toeristen doodde. Het Ras Burqa bloedbad.
- De soldaat werd veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf en dwangarbeid. Hij belandde in een militaire gevangenis in Caïro, werd daar vermoord en kreeg een heldenstatus. (99)
- In Iran werd een postzegel uitgebracht met Suleiman achter de tralies en in Teheran werden overheidsinstellingen, scholen en een straat naar hem vernoemd. (75)
- Dankzij de oplopende spanningen na het bloedbad, lukte het de 18-jarige Iraniër Bahram Sadeghi te vluchten als verstekeling op een vrachtschip. De douane op Cyprus spreekt met de vier vluchtelingen op het schip en deelt mee dat ze niet op het eiland mogen blijven (94–98).
- Het schip vaart door naar Rotterdam. Daar weten de vier te ontsnappen. Bahram wordt opgevangen door ds. Hans Visser (aangeduid als Paul Visser) van de Pauluskerk.
- “Het moet niet gekker worden, wij, een viertal bebaarde moslims, zijn in een land beland waar we eerst door een christelijke geestelijke allervriendelijkst worden ontvangen én er is een organisatie die zich bekommert om vreemdelingen zoals wij?! ‘Gelukkig’ maken we in de daarop volgende weken en maanden ook kennis met de minder zonnige kanten van Nederland. Zo heb ik in de eerste periode van mijn verblijf in Nederland een paar nachten onder een bed moeten slapen omdat het huis – waar ik tegen een kleine vergoeding tussen zeven uur 's avonds en zeven uur ‘s morgens terechtkon – tot aan de nok vol zat met andere asielzoekers en migranten.” (178–179)
- Hij krijgt hulp van VluchtelingenWerk. “Ik mag me sowieso gelukkig prijzen met Maarten, want als ik de geruchten mag geloven die onder vluchtelingen de ronde doen, had ik net zo goed een oudere homo, een Joodse lesbienne of een zwangere ongetrouwde vrouw als maatschappelijk werkster toegewezen kunnen krijgen, om maar een paar voorbeelden te noemen van de ongelovige types die bij VluchtelingenWerk rondliepen.” (180)
- De uitkering die hij ontvangt verwondert hem. “Het is niet te bevatten dat ik, iemand die nooit iets voor dit land gedaan heeft, recht op een uitkering heeft.” (181)
- Vier jaar na aankomst begint hij aan zijn eerste klus als tolk in een azc vlak bij Heerlen. “Mijn loon voor die dag, inclusief reistijd en treinkaartje, bedraagt bijna negenhonderd gulden, in die tijd een godsvermogen voor een armlastige voormalige asielzoeker die nog maar een paar jaar eerder van vijfentwintig gulden per week moest leven.” (183)
- Later werkt hij o.a. bij de VARA, de VPRO en De Volkskrant.
Lees ook:
Leesimpressie: Een tuin voor verloren benen door Mahmoud Jouda