Leesimpressie: De maan en het vuur door Cesare Pavese

  • 0

De maan en het vuur
Cesare Pavese
Roman
Oorspronkelijke titel: La luna e i falò (1950)
Vertaald uit Italiaans door Max Nord [1968]
Bewerkt door Mara Schepers
Nawoord Emilia Menkveld
Amsterdam: Cossee
Juni 2024
224 blz.

Een aansprekende roman over een veertiger die vlak naar de Tweede Wereldoorlog vanuit Amerika terugkeert naar het platteland van Piemonte in Italië. Zijn verleden leeft en herleeft. Bijzondere beeldende stijl. Met informatief nawoord.

  • “Over de kracht van de herinnering, de mythe van het verleden en de terugkeer naar de kinderjaren, het landschap van Piemonte, de verleiding van Amerika.” (209)
Opmerkelijke passages
  • “Zo heb ik lang gedacht dat dit dorp, waar ik niet geboren ben, de hele wereld was. Nu ik de wereld echt heb gezien en weet dat hij uit heel veel kleine dorpjes bestaat, weet ik niet of ik mij als jongen zo erg heb vergist. (...) Je hebt een dorp nodig, al was het maar om er weg te kunnen gaan. Een dorp wil zeggen dat je niet alleen bent, dat je weet dat er in de mensen, in de planten, in de aarde iets van jou is, wat ook als je er niet bent op je blijft wachten.” (11)
  • “Het land was toch groot, er was genoeg voor iedereen. Er waren vrouwen, er was grond, er was geld. Maar niemand had er genoeg aan, niemand stopte, hoeveel hij ook had, en de velden, ook de wijngaarden, leken wel openbare parken, kunstmatige bloemperken zoals die bij stations, of wel braakliggende, verschroeide aarde, ruw ijzeren bergen.” (24)
  • “Het was vreemd hoe alles veranderd en toch hetzelfde gebleven was.” (40)
  • “Geloof je soms ook in de maan?” (…) “De maan”, zei Nuto, “daar moet je wel in geloven. Probeer maar eens bij volle maan een pijnboom om te hakken, de wormen vreten hem onder je handen weg. Een wijnvat moet je bij wassende maan schoonmaken. En wat betreft enten, als je dat niet doet in de eerste dagen van de opkomende maan, komt er niets van terecht.” (…) “Een goed bewerkte wijngaard is als een gezond gestel, een levend lichaam, dat ademt en zweet. En toen ik opnieuw om heen keek dacht ik aan die bosjes struiken en riet, die bossen, die stukken glooiend land (...) die nutteloos zijn en geen oogsten opbrengen, maar toch hebben ze hun eigen schoonheid – elke wijngaard zijn eigen struikgewas – en het doet plezier ernaar te kijken en te weten dat er nesten zijn. Vrouwen, peinsde ik, hebben iets dergelijks over zich.” (60–62)
  • “Voor mij waren er seizoenen verstreken, geen jaren.” (65)
  • “(...) het zijn de seizoenen die je hebben doen groeien, die je hebben gevoed toen je een jongen was.” (68)
  • “Als ze met hun parasols voorbij kwamen, keek ik vanuit de wijngaard naar hen zoals je naar twee perziken kijkt die te hoog hangen.” (114)
Lees ook:

Leesimpressie: Nargis door Forugh Karimi

Leesimpressie: Waar we zijn door Lina Issa

Leesimpressie: Aangrenzende kleuren door Jakub Malecki

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top