De reus uit de rif, herinneringen aan mijn vader
Mohammed Benzakour
Amsterdam: Ambo / Anthos
2024
174 blz.
Het levensverhaal van vader, “cum laude analfabeet” (13) in Marokko en sinds 1968 in Nederland vervlochten met autobiografische verhalen van Mohamed Benzakour. Zeer aansprekende tekst van vaardige verhalenverteller. Met vaart verteld en goed geschreven eerbetoon. Humor ontbreekt niet. Rake typeringen van leven in de Rif en aarden in Nederland.
Diverse verwijzingen naar Nederlandse literatuur: Bloem (18–19; 133), Carmiggelt (89), Reve (161), Van Hattum (174).
Opmerkelijke passages
- “Een begrafenis is een reünie voor mensen die elkaar niet direct liggen.” (17)
- “Multicultureel sterven is de kroon op multicultureel samenleven.” (29)
- “Opportunisme is het bastaardkind van honger en wanhoop.” (21)
- Over werving gastarbeiders (28–30).
- “In zijn Bergrede predikte Christus de luiheid: “En bent u bezorgd over uw kleding? Kijk naar de leliën in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; en ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.’” (35)
- Aankomst vader in Nederland in 1968 (35–36).
- Aankomst moeder op Schiphol (1974), roltrap schokkende ervaring. Mand vol slakken ontsnapt op Schiphol (44–45). Over slakken (48–51).
- “Dit was geen migratie van het ene land naar het andere land, dit was een ruimtereis van de ene planeet naar de andere.” (47)
- Huisvesting in Zwijndrecht. “(…) een naam met precies de twee islamitische spijs-verboden: zwijn en wijn.” (48)
- Kennismaking met Nederland: haring (“onbeschrijflijk ranzig”) (53–54), mosselen (55–56), sneeuw (57–58), fietsen (59–61), Sinterklaas (62–66).
- Minister Calsschool, katholieke basisschool. “Midden op de gang stond een enorm Mariabeeld met kindje maar vader heeft nooit geweten wie dat mens was.” (67)
- Schaatsen (72–73).
- “Migratie is een ketting van kluchten en treurspelen die zich als kralen aan elkaar rijgen.” (81)
- Communiceren met cassettebandjes (85–87): “En altijd eindigden die bandjes met groetboten. Zo zeiden ze dat: ‘Ik stuur je een boot vol groeten.’ Dat was zo ongeveer het hoogste wat je op groetgebied naar iemand kon sturen.” (87)
- “Allah is groot maar de maag van vader was groter.” (89)
- Over pindakaas (103–105), olijfolie (109–118).
- “Hoe is het met het verre? Het verre is dichtbij. Hoe is het met het duo? Het duo is een drietal. Hoe is het met de gemeenschap? De gemeenschap is uiteengevallen.” Het verre zijn de ogen, duo de benen, de gemeenschap het gebit. (120–121)
- Over Tien op een ezel (Berbers spreekwoordenboek) van Benzakour. (119–122)
- Over het herseninfarct van moeder (2010) (123–125), haar dood (136–139).
- “Allah is een democraat in hart en nieren. Hij is gevoelig voor meerderheden. (130)
- De Samen Sociaal Club (sociale woningbouwcorperatie Trivire), over renoveren van woningen zonder oog voor bewoners (145–155).
- Hoe God verdween uit Zwijndrecht (162–165).
- Vader “heeft nooit willen geloven dat de aarde rond was.” (162)
- Over Mohammed Rabbae (162–163).
- Over coffeeshops, waar het niet draaide om koffie. (164)
- Over dood en begraven vader op de drempel van zijn 90everjaardag (2021) (170-174).
Lees ook:
Leesimpressie: In wat voor land leef ik eigenlijk? door Karin Amatmoekrim