De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood
Arnon Grunberg
296 blz.
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Pluim/De Groene Amsterdammer
Juli 2023
Typische Grunberg: beschrijving vluchtelingen van dichtbij en vluchtelingenbeleid soms met enige distantie. Ingebed in (Europees) politiek en maatschappelijk landschap, respectvolle journalistiek met verwijzingen naar literatuur en enigszins verweven met zijn familiegeschiedenis.
- Reizen naar Oekraïne, Georgië en Polen.
- Gesprek met staatssecretaris Eric van der Burg, met asieladvocaat Robert Seth Paul (208-222), meelopen bij IND, vreemdelingenpolitie en COA.
- Positieve ervaringen met ambtenaren.
- Soms uitleg elementaire zaken, soms wat vlakke gesprekken, soms scherpe observaties.
“Waar het altijd weer om gaat zijn de verhalen die de mensen je niet vertellen, de verzwegen gebeurtenissen, de weggemoffelde details, de zorgvuldig vergeten herinneringen.” (276)
Opmerkelijke fragmenten & citaten
- Over Dato Toerasjvili (Turasjvili), weg uit de USSR. (19-20)
- Leon de Winter als fan van Gorbatsjov. (25)
- Over gemeenteraadslid in Jejsk aan de Zwarte Zee, vanwege “verstopte” roebels ter waarde van 4 euro de gevangenis in. (51)
- Georgië: “Het verleden is hier levendiger dan het heden en de toekomst. Anders gezegd: alles is hier verleden, het heden en de toekomst zijn slechts wachtruimtes van waaruit men hoopt terug te keren naar het verleden. Daarom is alles wat hier staat tijdelijk.” (56-57)
- Voormalig NAVO-depot werd vertrekplek voor uitgeprocedeerde asielzoekers. “Wapens of asielzoekers: opslaan blijft opslaan. Het reëel bestaande humanisme bevindt zich doorgaans op loopafstand van het cynisme.” (65)
- “Met het verstrijken der jaren is het vreemdelingendebat immaterieel cultureel erfgoed geworden.” (89)
- “Geleidelijk aan heeft de vreemdeling zich in het hart van de Nederlandse identiteit gevestigd, men ziet in hem een getormenteerde over wie men zich dient te ontfermen, of de oercrimineel. In de verhouding tot de vreemdeling heeft de Nederlander zichzelf kunnen vinden, waaruit je misschien kunt concluderen dat identiteit altijd een leegte is die moet worden opgevuld met elementen van buiten.” (90)
- “Er zou een souvenirwinkeltje moeten komen in het centrale vluchtelingenmeldpunt Ter Apel voor een ‘limited edition Ter Apel collectable’. Het zou een enorm succes worden. Een Ter Apel-bord of een Ter Apel-asbak, een Ter Apel-bierglas.” (107)
- Grunbergs grootmoeder, de moeder van zijn vader in 1879 geboren in Brachivka, nabij Lviv.; grootvader in 1871 in Krystynopol, 60 km ten noorden van Lviv.
- In Brody, geboorteplaats van Joseph Roth, volledig verwaarloosde Joodse begraafplaats: “Daar, besloot ik, word ik begraven. (...) Als levende heb ik weinig fiducie in welke vorm van nationalisme ook, als lijk ligt dat anders. Als lijk wil ik graag terugkeren naar de regio van mijn voorouders” (134). Over vader Grunberg in oorlogstijd (281-283).
- Joelia: “De Sovjetmens is een mens met een volledig uitgewiste identiteit.” (138)
- Over Isaac Babel (151-157), Poesjkin (159), Jabotinski (grondlegger onverzoenlijk soort zionisme) (159-160), Gogol (161), Taras Sjevtsjenko (164).
- “Het stalinisme is uit deze omgeving verdwenen, maar de distributiekantoren van de dood bestaan nog steeds. In Oekraïne en omstreken meer dan elders.” (170)
- “Wie vanuit de loopgraaf in het migratiedebat rept over ‘aanzuigende werking’ moet een blik op zijn Nederlandse paspoort werpen om te beseffen dat hij de hypocrietste aller hypocriete opmerkingen maakte.” (285)
- “De muur die de EU om de EU wenst te bouwen is niet zo zeer bedoeld om vluchtelingen buiten de deur te houden; die muur is bedoeld om extreem-rechts in de EU niet nog meer te laten groeien. (...) weinig laat zich zo aangenaam politiseren als de vluchteling.” (287)
Lees ook:
Leesimpressie: De vluchtelingenrepubliek door David de Boer & Geert Janssen