Leesimpressie: Het schrijverskasteel door Uwe Neumahr

  • 0

Het schrijverskasteel, de Neurenbergse processen: ontmoetingen aan de rand van de afgrond
Uwe Neumahr
Oorspronkelijke titel: Das Schloss der Schriftsteller. München: Verlag C.H. Beck oHG. 2023
Vertaald door Arian Verheij
Amsterdam/Antwerpen: Het Getij/Querido Facto
2023
287 blz.

Bijzonder boeiende en inzicht biedende portretten van schrijvers en journalisten die in 1946 verslag deden van de Neurenbergse processen.

Gedegen, gevarieerd en toegankelijk genoteerd. “Dit boek gaat ook over sprakeloosheid en over de literaire omgang met het onzegbare. Hoofdpersoon en in zekere zin regisseur van dit boek is het proces van Neurenberg zelf.” (14)

Opmerkelijke passages
  • Opvallende Amerikaanse dominantie in rechtspraak en mediapresentie: 250 journalisten waarvan 100 Amerikanen (18), onder wie één Amerikaanse Auschwitz-overlevende die met Göring sprak (22–23). De Amerikaanse juridische delegatie telde meer dan 2000 medewerkers (67).
  • Onder de 139 personen die waren uitgenodigd om voor het tribunaal te getuigen bevonden zich drie Joden (24). Veel beperkingen voor Duitse journalisten (25).

Deutschland, Deutschland ohne alles.
Ohne Butter, ohne Speck,
und das bisschen Marmelade
frisst uns die Besatzung weg... (44)

  • Over George Orwell (46–47). Hij “zette zijn voor die tijd ongebruikelijke sympathie voor de Duitsers na de oorlog om in actieve hulpverlening.”
  • Geen Duitse rechters, wel Russische (48). Getuigen die de verdediging wilde oproepen (o.a. hooggeplaatste Engelsen) werden veelal niet toegelaten (49).
  • Over John Dos Passos en Ernest Hemingway (55–56).
  • Over Erich Kästner (78–95): “Aan al het kwaad dat geschiedt zijn niet alleen zij schuldig die het bedrijven, maar ook zij die het niet verhinderen.” (78)
  • Over naoorlogs Duitsland: “Ik beschouw de periode-Adenauer als een tijdperk van democratuur.” (92)
  • Bij de processen in Neurenberg zorgde de documentaire Nazi Concentration Camps voor een enorme schok (98).
  • Over Erika Mann (96–117) en haar broer Golo (241–253).
  • Het Amerikaanse persbureau Universal News Service benaderde Göring voor de oorlog om columnist te worden. Het plan mislukte vooral door het zeer forse honorarium dat Göring verlangde (120).
  • Over Wehrmachtgeneraal Erwin von Lahousen en zijn strijd tegen Hitler (126–128).
  • Over de schrijver Alfred Döblin – Jood en socialist – die onder een pseudoniem schreef alsof hij er in Neurenberg bij was geweest (132–138).
  • Over de Amerikaanse journaliste Janet Flanner en de ondervraging van Göring (139–154).
  • Over de Franse schrijfster en staliniste Elsa Triolet en haar partner Louis Aragon (155–172); verwijzing naar portret van Stalin door Picasso (170).
  • Over de in 1945 nog volstrekt onbekende Willy Brandt en latere DDR-coryfee Markus Wolf (173–191).
  • Over journaliste/schrijfster Martha Gellhorn en Ernest Hemingway (207-222).
  • Gellhorn: “Wat zijn die Duitsers toch voor een slag volk. Als je bedenkt dat we al geprobeerd hebben de malaria uit te roeien, zou je zeggen: doe eens iets tegen de Duitsers. Daar ga je ook dood aan, en op een nog veel akeliger manier.” (1944) (216)
  • Wolfgang Hildesheimer (223–240).
  • Over Karl Jaspers, Die Schuldfrage (1946), waarin vier soorten schuld worden onderscheiden: criminele, politieke, morele en metafysische schuld – ter beoordeling van respectievelijk justitie, de overwinnaar, het eigen geweten en God (227–228).
Lees ook:

Leesimpressie: Het vaderland door Heinz Liepmann

Leesimpressie: In Birkenau door Rosa de Winter-Levy

Leesimpressie: De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood door Arnon Grunberg

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top