Leesimpressie: Kairos door Jenny Erpenbeck

  • 0

Kairos
Jenny Erpenbeck
Roman
Oorspronkelijke titel: Kairos (2021)
Vertaald uit Duits: Elly Schippers
Amsterdam: De Geus
Maart 2024
349 blz.

Prachtige roman. Bijzonder goed geschreven. Zeer gevarieerd qua stijl.

  • Over opkomst en ondergang van een intense liefde tussen een 19-jarige studente en een 34 jaar oudere schrijver (geboren in 1933) (148).
  • Tegelijk ook een scherpe tekening van het leven in de laatste jaren van de DDR (vanaf 1986) en de contrasten tussen oost en west.
  • Met verwijzingen naar de klassieke en moderne literatuur.
Opmerkelijke passages
  • Over “Kairos, de god van het gunstige moment.” (8)
  • “En dan doen ze hun ogen weer dicht om met hun handen en monden beter te kunnen kijken.” (26)
  • “Het meisje van negentien wist gisteren en vandaag de hele werkdag nog hoe zijn ogen, zijn neus, zijn schouders eruitzagen. Maar hoe hij er in zijn geheel uitziet, daar is ze niet meer zo zeker van. Ongeduldig loopt ze haar herinnering tegemoet.” (28)
  • “Hoe moet hij haar ooit iets weigeren als ze niets vraagt?” (29)
  • “Als hij praat, is zijn mond zo dicht bij haar dat hij haar met de woorden aanraakt.” (56)
  • “Wat de ene generatie wilde vergeten, rustte als taboe ook nog op de volgende, en wat de ouderen misten, maakten de jongeren, zonder te weten waarom, met vijftien jaar vertraging waar.” (84)
  • “Het vanzelfsprekende onvanzelfsprekend maken, dat is de kunst, had Hans laatst gezegd.” (o.a. 85)
  • “Kun je dan alleen jezelf zijn als niemand meer weet wie je bent?” (92)
  • “Zolang ze me vragen stelt, zo lang zal haar liefde duren, denkt Hans (...)” (105)
  • “Als een aangeboren gebrek kleefde dat huwelijk nu eenmaal aan hem.” (115)
  • “En zij moet hem schrijven wat ze van hem wil. Schrijven wat ze van hem wil? Ze ziet hem toch elke dag, ze kunnen toch met elkaar praten. Ja, zegt hij, maar het wezenlijke kun je niet zeggen. Is hij daarom schrijver geworden?” (130)
  • “Houdt ze van hem omdat de vierendertig jaar oudere man in werkelijkheid een kind is?” (130)
  • “En plotseling was haar liefde zo groot als alleen de liefde kan zijn voor iets wat verloren dreigt te gaan.” (155)
  • “Waar moet iemand heen die geen kant meer op kan?” (160)
  • Hans “wijst op het begrip bureaucratie als ‘de heerschappij van niemand’ bij Hannah Arendt.” (269)
  • “In de nazitijd verlieten talloze schrijvers, van Bertolt Brecht tot Thomas Mann, hun vaderland. Nu is het omgekeerd: het vaderland verlaat hem, terwijl hij geen voet verzet.” (312)
  • “Coca Cola heeft voor elkaar gekregen wat de marxistische filosofie niet voor elkaar kreeg, het heeft de proletariërs aller landen onder zijn logo verenigd.” (316)
  • Epiloog: Stasidossier (341– 346).
Lees ook:

Leesimpressie: Schoonheid op aarde door Charles Ferdinand Ramuz

Leesimpressie: Polderjapanner door Fumiko Miura

Leesimpressie: Vrouw of vos door David Garnett

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top