Thuis bij de vijand, Moslims en Joden in Nederland
Natascha van Weezel
Amsterdam: Uitgeverij Balans
2017
272 blz.
Onbevangen, ontwapenende notities over de zoektocht van een jonge joodse vrouw naar de wereld van Nederlandse moslims. Vaardig en met zelfreflectie genoteerd. Eigen ervaringen aangevuld met interviews met zeer uiteenlopende personen uit de joodse en moslimwereld zoals Ed van Thijn, de Marokkaanse activist Abdou Menebhi, CIDI-boegbeeld Ronny Naftaniel (“pionier van de dialoog”) (43–56; 221), opperrabijn Binyomin Jacobs (153–157), radicaliseringsdeskundige Montasser AlDe’emeh, de Marokkaans-Nederlandse rapper Appa (35–42), onderzoekers Nadia Bouras en Nora Asrami, en Emre Ünver, voorzitter van het Inspraak Orgaan Turken in Nederland, “de meest seculiere Turkse Nederlander die ik ooit ben tegengekomen” (172).
- “Ik ben kleinkind van twee vluchtelingen. Mijn opa en oma van moederskant vertrokken in 1938 vanuit Berlijn en Wenen naar Den Haag, omdat waar ze vandaan kwamen niet langer veilig was voor joden.” (193)
- “Ik ben de kleindochter van vier Holocaust-overlevenden.” (203)
Opmerkelijke passages
- Over de Nederlandse verbondenheid met Israël: 1967, de vakbeweging leverde tijdens de oorlog drie uur loon in voor Israël (47). PvdA leider Joop den Uyl bij pro-Israëlmanifestatie: “'Dit is Amsterdam dat opkomt voor Jeruzalem. Ik verplicht mijzelf en mijn partij de belofte tot onafhankelijkheid van Israël na komen. In Israël zijn de democratie en het socialisme verwezenlijkt. Zij mogen niet ondergaan. Wij zijn thans soldaten voor de vrede van Israël.” (47)
- Bij de Jom Kipoer-oorlog in 1973 stuurde Nederland in het geheim munitie en reserveonderdelen naar Israël. Olierijke Arabische landen kondigden een olieboycot tegen Nederland af. “Vooral voor het bedrijfsleven en de meer rechts georiëntieerde politieke partijen was dit een reden om voor het eerst openlijk kritiek op Israël – vooral de steun door Nederland aan dat land – te leveren.” (49)
- Israël, mijn rotland (57–64).
- Na diverse reizen naar Israël: “het is nog altijd mijn tweede thuisland, en juist daarom ben ik kritisch. Ik hou van dit land en haat het tegelijkertijd.” (64)
- Gesprekken in een asielzoekerscentrum, samen met Channa die als kind de Tweede Wereldoorlog overleefde (183–191).
- Workshop “Hoe schrijf ik een sollicitatiebrief?” voor derdejaarsstudenten zorg & welzijn ROC Amsterdam. Mounira (19): “Mevrouw, wat is de Holocaust?” (212)
- “Aan het einde van mijn speurtocht weet ik eindelijk waar ik thuishoor. Dat is niet per se bij joden of bij moslims, maar bij degenen die in actie komen tegen de hokjesgeest en de polarisatie.” (269)
- Vader Max van Weezel: “Als twee extreme kampen zich tegen je keren en jij zit daar tussenin, dan doe je het precies goed. Blijf altijd kiezen voor radicale gematigdheid.” (270)
Lees ook:
Leesimpressie: "Ik weet me geen raad" door Willy Lindwer en Aline Pennewaard