Arnon Grunberg
Waarheidsliefde en biefstuk: Essays over lezen en schrijven
568 blz.
Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar
2023
Imposante bundel met 73 essays uit de periode 1998-2023. Recensies, beschouwingen, voorwoorden, toespraken. Toegankelijk & helder, fraaie stijl, gedegen & kleurrijke artikelen.
Veelal gepubliceerd in de NRC, De Groene Amsterdammer & de Volkskrant. Vrijwel altijd positief van toon. Vaak met persoonlijk tintje.
Bouwsteen voor latere biografie van Grunberg. Vooral gevestigde en bekende auteurs.
- 21 bijdragen over Nederlandse literatuur.
- 22 teksten over West-Europese literatuur & 8 over Russische/Oost-Europese.
- 6 over Amerikaanse literatuur.
- 14 artikelen over auteurs met joodse achtergrond.
- Meeste aandacht voor J.M. Coetzee (7 artikelen en veel verwijzingen in andere bijdragen).
- Opvallend afwezig: Afrika (m.u.v. Coetzee), Azië en Latijns Amerika.
Favoriete citaten
- “Als er iets overschat wordt zijn het gevoelens. (...) Een grote soep van leugens, frustraties, onwetendheid, schuld, voortplantingsdrift, doodsdrift, verveling en sadomasochistische fantasie, dat is het gevoel.” (21)
- “Stijl is de noodzakelijke afstand tussen de schrijver en zijn gevoel.” (22)
- “Een van de mooiste definities van een dialoog is afkomstig van de Franse toneelschrijver Bernard-Marie Koltès (1948-1989): een dialoog, dat zijn ‘twee monologen die met elkaar proberen samen te leven.’” (25) “Koltès begreep dat elke menselijke relatie uiteindelijk de relatie is tussen een dealer en een klant. Waarbij wij afwisselend dealer en klant zijn.” (27) “Zo bekeken betekent het huwelijk niet het einde van de eenzaamheid, maar juist het begin ervan. Het contract is getekend, de onderhandelingen zijn ten einde.” (28)
- Czeslaw Milosz heeft het in een voorwoord bij een verzamelbundel gedichten over “loyaal zijn aan de realiteit”. (. .) “Niet loyaal zijn aan de realiteit is als een schrijver het gaat hebben over het lijden van een volk. Want volkeren lijden niet, mensen lijden.” (33)
- Amos Oz, wat is de andere kant van wat werkelijk geweest is? (34)
- “Schrijven begint dus met annexeren.” (38)
- “Fictie houdt op waar geweld begint en waarschijnlijk al iets eerder.” (44)
- “Bassani’s werk dampt als een sauna van de melancholie.” (46)
- “Ze zegt dat de liefde een veel wreder en vuriger sport is dan tennis. Daar zou ze wel eens gelijk in kunnen hebben. Voordeel is wel dat er geen kledingvoorschriften bij komen kijken en dat je geen racket nodig hebt. Nadeel is dat scheidsrechters ontbreken en dat er zoveel onenigheid bestaat over de puntentelling, om nog maar te zwijgen over de vraag wie mag begonnen met serveren.” (48)
- Proust over lezers. “... de lezer leest altijd met zijn eigen geschiedenis, zijn eigenaardigheden, zijn symptomen, het boek is slechts een brillenglas, een loep, een bijzonder sympathieke relativering.” (51)
- “Jaloezie is geen afscheiding van de liefde, geen residu ervan of een bijwerking, zoals bij medicijnen, het is de liefde zelf.” (56)
- Over Coetzee & Erasmus. (75-80)
- “Een sloerie is iemand die niet overtuigd is van het eigen gelijk en zich daarom bij tijd en wijle verbergt in het gelijk van anderen. Zingeving is de grote vernietiger van schoonheid, iets wat bijvoorbeeld socialisten maar moeilijk begrijpen. Het nuttige is over het algemeen lelijk.” (82)
- “Emancipatie is worden zoals de rest.” (85)
- “Wij zijn steeds weer iemand anders, omdat wij voor de tekens wisselende ander steeds dezelfde zijn.” (85)
- Coetzee over Costello: “een secretaresse van het onzichtbare.” (100; 234)
- Stendhal: “Die nacht had de hertogin geen tijd om ongelukkig te zijn.” (104)
- “Leven in de herinnering betekent sterven in het nu.” (138)
- Babel, “Rode ruiterij, die vermoedelijk de beste korte verhalen bevat die op deze wereld ooit het licht hebben gezien.” (154)
- “Een cultuur die niemand uitsluit, heeft weinig overlevingskansen. Waar niemand wordt uitgesloten, is er niets meer wat een band schept. Zonder ‘zij’ geen ‘wij’.” (161)
- “Ik zie erg op tegen lees- of kunstbevordering. Ik heb weinig fiducie in de opvoedkundige taken van de overheid. Sterker nog, ik meen dat de overheid zichzelf de rol van opvoeder niet zou moeten toe-eigenen.” (167)
- Over Multatuli en vlees. (212)
- “Engagement is het mobiliseren van de tranen van de massa.” (223)
- “In de economie van de roman is wreedheid een betaalmiddel.” (245)
- “Iets in mij is nooit ouder geworden dan vijftien en het lijkt me wijsheid om eindelijk de hoop op te geven dat dat ooit nog gaat veranderen.” (300)
- “Geld moet worden herverdeeld om aan al te grote ongelijkheid een eind te maken maar er is vrijwel niemand die liefde wil herverdelen om aan ongelijkheid op dat gebied een eind te maken.” (326)
- Willem Brakman over W.F. Hermans: “Onverzadigbaar was zijn honger naar miskenning, en de strijd die hij voerde om datgene op te roepen wat hij zou afwijzen, is heroïsch te noemen.” (337)
- Over Irmgard Keun en de vergiffenis. (362-364)
- Flaubert: “De liefde is als de aandrang om te pissen. Of je het nu in een gouden vaas of in een aarden pot laat stromen, het moet eruit.” (...) “ik zou iets kieskeuriger zijn.” (366)
- “Zeker sinds Herbert Marcuse weten we dat het subsidiëren van revolutionaire krachten de beste manier is om het vuur van de revolutie op vriendelijke wijze te doven.” (368)
- Over Judith Herzberg (394-405). Documentaire over Herzberg uit 2007 “ongemakkelijk omdat de schrijfster tegelijkertijd zichtbaar en onzichtbaar lijkt te willen zijn.” (394) Na de oorlog: :Zo werden we een herenigde familie die van geluk mocht spreken, maar dat deden we niet.” (399)
- Over Sebald. (435-444)
- Over de schrijver als bemiddelaar: “tussen de levenden en de doden, tussen het verleden en de toekomst, tussen de waarheid en de leugen, tussen de geschiedenis en ons oordeel over de geschiedenis, tussen morele opvattingen, ethische geboden enerzijds en verlangens en misstappen anderzijds.” (436)
- Lore Segal of: de vluchteling en de zwarte man. (468-471)
- “Literatuur gaat over alles wat mensen niet vertellen aan hun hulpverlener.” (512)
- “Lezen is net als liefde je onthechten, of beter gezegd, lezen is je losmaken van de ene wereld om je tijdelijk te verbinden aan andere werelden” (514)
- Over Grunbergs start met lezen. (514-520) Over De donkere kamer van Damokles, “wat mij betreft de beste Nederlandse roman uit de twintigste eeuw.” (518)
- Over Kafka (532-536). Gedurende zijn leven honorarium van 37 pfenning per verkocht boek, ongeveer een boek per week. Een halve eeuw later verschijnen er gemiddeld twee boeken per week over hem. (532)
Lees ook:
Leesimpressie: Vinvis der vergetelheid door Tanja Maljartsjoek