Leesimpressie: Zingen in het donker door Nescio

  • 0

Zingen in het donker, brieven uit de hongerwinter
Nescio
Bezorgd en toegelicht door Lieneke Frerichs
Amsterdam: Uitgeverij Van Oorschot
2025.
215 blz

Bundel met 55 brieven van Nescio en zijn echtgenote aan hun kinderen van 13 augustus 1944 tot 5 juni 1945 (8).

  • Zorgvuldig geannoteerd. De huiselijke brieven bieden een scherp beeld van de dagelijkse zoektochten naar betaalbaar voedsel en het oorlogsleven in Amsterdam: lange rijen voor de winkels, kou, honger en bomenkap.
  • “Bewaar dezen brief, dan kun je misschien later nog eens nagaan hoe een Amsterdammer was en leefde in December 1944.” (108)
  • Zo nu en dan duiken Belcampo en de Van Vessums op (o.a. Liesbeth, de latere partner van Joop den Uyl).
  • Met foto’s.
Opmerkelijke passages
  • “Nescio is een groot deel van zijn leven een schrijver geweest die niet schreef.” (5)
  • In een brief aan zijn dochters in de jaren dertig: “Er is altijd wat te schrijven, ook al is er niets te schrijven. Dus schrijven schrijven schrijven.” (6)
  • “Ja modern, dat is zoo iets. Je kunt nooit weten of je modern bent, het verandert zoo gauw en als je even wacht ben je weèr modern.” (28)
  • Fietstocht: “Onderwijl ben ik onder een boom in het gras gezeten tegenover ‘t Eiland der Dooden. Vijf of zes meisjes met bloote billen wandelden voorbij. Voor de Nederlanden had ik al twee dames beleefd van zoo 35, 38 jaar die op de fiets aankwamen en elk slechts een broekje aan hadden en een lapje van voren. Het was heel gek, hen daarna heel ernstig zoo te zien zitten converseeren, met een sigaret in hun mond , alsof ze alles aan hadden. Ongewoonte. Een rug daar is meestal niet veel aan, deze waren onexpressief en onmetelijk, zooals ik me Rusland voorstel.” (34–35)
  • Artis: “En bij z’n neus lijkt de bison op kleine Bep van Vessum, stom en verwaand.” (37)
  • “Voor ‘t eerst vond ik Beppie knap, ze had een lange jurk aan, zodat ze meer gestalte was en minder gezicht.” (39)
  • Over voormalig collega Van der Kwast: “We hebben ruim een half uur heel vriendschappelijk gepraat en over de brugleuning geleund, de zon scheen heerlijk op het water naar de Berlagebrug toe. Toch bleek aan het eind datti nog niet helemaal over z’n rancune heen is, hij kan niet buiten de beperktheid van den kantoorbediende treden. Hij heeft een ietwat oudachtig kindergezicht en lelijke bruine tanden.” (46–47)
  • “D’r moest minder geouehoerd worden.” (57)
  • “ ... hij dee lang over weinig woorden.” (105)
  • “25 KM rondgereden, uit en thuis. Nogal wat wind tegen. Je bent dan niets meer: alles wat je bent, wat je kan en weet en kent, gekund hebt en gekend, en overdacht, je hele carrière, wat je aan beschaving hebt, alles lost zich op in een woord – boerekool. Later worden ‘t twee woorden: geen boerekool.” (105)
  • “...ik ben aan z’n nieuwe vrouw voorgesteld, een figuurtje uit de Libelle, verkleed als huishoudstertje, met geschilderde wenkbrauwtjes en een beetje een bravoure houdinkje.” (116)
  • “Wat Amsterdam voor een stad is geworden: de winkel van Wijnberg op het Dapperplein heeft een groot plakaat: H.H. Inbrekers. Als de winkel gesloten is, zijn geen goederen aanwezig.” (155)
  • “Alles verschooiert.” (161)
Lees ook:

Leesimpressie: Hete bliksem, vreemde smetten door Sietse van der Hoek

Leesimpressie: De maan en het vuur door Cesare Pavese

Leesimpressie: Nargis door Forugh Karimi

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top