Een jongen vermomd als brandweerauto scheurt met gierende banden door de speeltuin; zijn zusje bereikt de hoogste balken van het klimrek. Hun ouders komen wel vaker in deze speeltuin, maar kijken nu voor het eerst nieuwsgierig naar het gebouw waar deze kleine oase achter schuilgaat; het West-Indisch Huis, in de zeventiende eeuw hoofdkwartier van de Amsterdamse Kamer van de West-Indische Compagnie. De klanken die twee muzikanten over de speeltuin uitgieten wijzen erop dat er iets staat te gebeuren.
In het West-Indisch Huis werd in 1635 besloten om naast in suiker, tabak en goud ook in slaven te handelen. Doordat het slavernijverleden lange tijd als ondergeschoven kindje van de Nederlandse geschiedschrijving gold, laat de beeldvorming rond de vroegste gekleurde aanwezigheid in Amsterdam veel te wensen over. Vanuit het thema changing portraits renoveerden kunstenaars van Poetry Circle Nowhere tijdens het Amsterdam Roots Festival een aantal herinneringen van bekende en onbekende persoonlijkheden uit heden en verleden van Amsterdam. De speeltuin achter het West-Indisch Huis vormt het startpunt van de theaterboottour Sites of Memory, die ons door het historische stadshart zal voeren.
Dwars door het gegil van de spelende kinderen heen hollen de acteurs van Poetry Circle Nowhere de speeltuin binnen en beginnen hun verhaal. De jonge theatermakers zullen de boot zodra de trossen los zijn, vanaf de kade blijven inhalen en telkens opduiken om door middel van dans, muziek en poëzie de gekleurde geschiedenis van Amsterdam tot leven te wekken. De stad is het theater, en de grenzen tussen heden en verleden, acteur en passant, vervagen al gauw.
Terwijl de boot de Keizersgracht afzakt, wijst Jennifer Tosch, oprichter en directeur van Black Heritage Tours, ons de huizen van verschillende zeventiende-eeuwse prominenten: VOC-bestuurders, ondernemers en slavenhandelaren. Welgestelde handelslieden van wie de trotse nazaten vaak liever zwijgen over de keerzijde van alle welvaart. Van achter de ramen van nummer 141, tegenwoordig het Zuid-Afrikahuis, staan de vooruitgesnelde acteurs ons al op te wachten voor een korte dansvoorstelling. Het Zuid-Afrikahuis is volgens Tosch een mooi voorbeeld van een veranderend portret; waar het voorheen alleen gericht was op de witte Afrikaner cultuur, probeert het Huis zich nu opnieuw uit te vinden en bij te dragen aan een inclusiever beeld van Zuid-Afrika.
Verderop wordt gestopt bij het Homomonument. Hier staat de boot stil bij de onderdrukking van homoseksuelen gedurende de zeventiende eeuw en voeren de acteurs het publiek mee in de angstige gevoelens van anders zijn.
Terwijl we langs de Reestraat varen, wijst Tosch haar publiek op een van de panden van het Pulitzer Hotel, waar nog geen eeuw geleden de Surinaamse verzetsheld Anton de Kom woonde. De schrijver van het boek Wij slaven van Suriname (1934) woonde een groot deel van zijn leven in Amsterdam en streed niet alleen voor de onafhankelijkheid van Suriname, maar sloot zich tijdens de Tweede Wereldoorlog ook bij het verzet aan. De Kom zou om het leven komen in een Duits strafkamp. Zijn heldenstatus blijft echter beperkt. In 2006 werd in Zuidoost op het Anton de Komplein een beeld van de activist onthuld. Het beeld van de halfnaakte wilde toont echter maar weinig gelijkenis met de goed geklede Anton de Kom en bevestigt daarmee volgens Tosch de koloniale fantasieën over zwarte mensen als slaven en inboorlingen.
Wanneer we langs het hoekhuis op de Keizersgracht 419 varen, wijst Tosch ons op de vijf gevelstenen die refereren aan de handel in koloniale producten: een weegschaal, een koggeschip, een staand vat, een baal en een “suikerbrood”. Ze vertelt over de waarde van suiker en hoe rietsuiker door slaven geoogst werd en uiteindelijk als vloeibare suiker in kegels van ongeveer een halve meter werd gegoten. Plotseling komt naast mij in de boot een Marokkaanse jongen overeind met een suikerkegel in zijn handen. Hij vertelt over de plek die suiker in zijn cultuur inneemt, als zoete vertrooster op begrafenissen. Terwijl de opvarenden een kopje zoete Marokkaanse thee krijgen en Tosch benadrukt dat ook hier sprake is van een veranderend portret, stapt de jongen van boord en voegt zich bij de andere acteurs aan de wal.
Door de hele stad vind je het familiewapen van de familie Van Loon terug, laat Tosch zien. Opvallend aan het wapen is de aanwezigheid van drie ”moorkoppen”. Volgens Tosch is de aanwezigheid van de jonge zwarte mannen in het huis van de familie Van Loon lange tijd ontkend. Tot voor kort werd zelfs beweerd dat de aanwezigheid van een zwarte bediende op een bruiloftsportret van de familie slechts als metafoor bedoeld was voor de rijkdom van de familie, en dat de zwarte persoon in kwestie “niet echt” was. De familie Van Loon was betrokken bij zowel de oprichting van de VOC als van de WIC. Verschillende familieleden werden later onder andere burgemeester van Amsterdam. Maar er is hoop, vertelt onze reisleidster wanneer we langs het Museum Van Loon varen. De directeur, met wie ze nu al een tijdje in gesprek zijn, begint schoorvoetend te erkennen dat ook dit deel van de familiegeschiedenis in beeld gebracht dient te worden.
Wanneer we weer aanmeren achter het West-Indisch Huis, zijn de kinderen verdwenen. De speeltuin ligt er verlaten bij, maar onder het publiek heerst een vrolijke stemming. Het zal nog wel even duren voordat het geheugen van Amsterdam volledig is opgefrist, maar Sites of Memory heeft ons laten zien dat de verhalen voor het oprapen liggen.
- Tekst en foto’s: Jente Rhebergen
De voorstelling Sites of Memory is helaas alweer achter de rug, maar voor wie geïnteresseerd is in de zwarte geschiedenis van Amsterdam, geeft Jennifer Tosch van Black Heritage Tours regelmatig rondleidingen door de stad. Wie liever alleen op stap gaat, kan terecht bij het boek Gids Slavernijverleden Amsterdam | Amsterdam Slavery Heritage Guide, waarvan eind juni de tweede, herziene editie verscheen. |
Lees ook
Persbericht: Archieven Surinaams-Nederlands slavernijverleden binnenkort digitaal te raadplegen
Op toekomstige expositie verdient ook Zuid-Afrikaans slavernijverleden een plaats
Buro: IG