Vrouwelijke auteurs bundelen krachten in schrijverscollectief Fixdit

  • 0

Fixdit is een collectief van Nederlandse en Vlaamse schrijfsters dat genderongelijkheid in de letteren aan de kaak wil stellen en de canon wil uitbreiden met het werk van belangrijke vrouwelijke auteurs. Prominente leden van Fixdit zijn onder meer schrijfsters Sanneke van Hassel, Jannah Loontjens, Christine Otten, Manon Uphoff en Annelies Verbeke, academica Yra van Dijk en recensent Fleur Speet.

In dit interview vertellen twee Fixdit-vrouwen, de Nederlandse schrijfster, theatermaakster en columniste Shantie Singh en de Vlaamse auteur, journalist, librettist en scenarist Gaea Schoeters, over het streven en de activiteiten van Fixdit. Vertrekpunt voor het gesprek is een LitNet Akademies-artikel van Marian Human-Nel en H.P. van Coller over de receptie van het literaire werk van de Afrikaanse schrijfster Eleanor Baker. 

Het geval-Eleanor Baker

Hoewel ze dertig jaar als schrijfster actief was, wilde het met de literaire erkenning van Eleanor Baker (1944-2002) tijdens haar leven nooit echt lukken. In hun artikel “Literêre prestige: Die geval Eleanor Baker” inventariseren Human-Nel en Van Coller de argumenten waarom de Afrikaanse critici van haar tijd haar werk niet zagen zitten.

Argumenten die genoemd worden, zijn bijvoorbeeld dat Baker in haar romans koos voor vrouwelijke thema’s, een als “vrouwelijk” beschouwde elliptische structuur en een stijl die op het moment van verschijnen al verouderd was óf juist zijn tijd vooruit. Zo zou Baker in de jaren zeventig, toen in de Afrikaanse literatuur het realisme de toon aangaf, nog steeds in de trant van het existentialisme en surrealisme van de jaren zestig schrijven; haar latere romans zouden juist als voorlopers van het postmodernisme worden getypeerd.

Wat ook niet hielp, was dat Baker actief was als schrijfster van literaire romans én als schrijfster van lichtere leesstof. Het gevolg was dat haar literaire pogingen niet altijd serieus genomen werden.

Bakers werk werd soms aangeprezen door haar over één kam te scheren met de belangrijkste vrouwelijke romanschrijver van haar tijd: Elsa Joubert. Daarmee werd voorbijgegaan aan het feit dat Joubert en Baker een totaal andere thematiek en werkelijkheidsvisie hadden.

In algemene termen constateren Human-Nel en Van Coller dat Baker niet gecanoniseerd werd omdat haar thematiek en poëticale ideeën niet strookten met dié van de hoofdzakelijk mannelijke critici die in haar tijd als “poortwachters” optraden. Pas ná Bakers overlijden in 2006 is er een inhaalslag gemaakt en werd er een overzichtshoofdstuk aan haar gewijd in het toonaangevende literatuurgeschiedenishandboek Perspektief & Profiel.

Shantie Singh / Foto: Patricia Borger

Hoe is Fixdit ontstaan?

Shantie Singh: Fixdit is ontstaan in reactie op de Boekenweek 2019. Het thema was dat jaar “De moeder, de vrouw”. Dat thema, ontleend aan een gedicht van Martinus Nijhoff, moest het beeld oproepen van sterke en zelfstandige vrouwen. Maar de organiserende instantie, het CPNB, had twee mannelijke auteurs gevraagd om het Boekenweekgeschenk en het Boekenweekessay te schrijven. Het feit dat er geen enkele vrouwelijke auteur was benaderd, riep veel verontwaardiging op.

Sanneke van Hassel vroeg me of ik wilde meedoen om een open brief te ondertekenen waarin de ongelijke behandeling van vrouwelijke auteurs aan de kaak werd gesteld. Die brief werd uiteindelijk door tweehonderd schrijvers en mensen uit het boekenvak ondertekend, en later kwamen daar nog eens driehonderd handtekeningen bij. Twee jaar later werden alle Boekenweekuitgaven door vrouwelijke auteurs geschreven. Mogelijk hebben acties zoals de onze daar invloed op gehad.

Dat was de eerste keer dat we gezamenlijk optrokken. Ik kan niet één persoon aanduiden die het initiatief heeft genomen. We vónden elkaar gewoon in die gedeelde missie. Al snel merkten we dat we het niet bij die ene brief in de krant wilden laten. We wilden verder gaan, vanuit de inhoud, en met andere vormen, zoals podcasts en een leesclub. We besloten dat we er tijd in wilden stoppen om ons te organiseren. Inmiddels zijn we ons aan het professionaliseren en kijken we hoe we ons willen neerzetten als organisatie. Daarna gaan we kijken hoe we de groep kunnen uitbreiden.

Wat betekent de naam “Fixdit”?

Shantie Singh: Toen die brief in de krant stond, hadden we nog geen naam. Ik herinner me dat we daar in de eerste sessies over hebben gesproken. Er zijn vele varianten voorbijgekomen, ook heel grappige. Uit die gesprekken bleek dat het ons er niet om te doen was zekere auteurs uit de canon te schrappen of op allerlei tenen te trappen. We wilden “fixen” wat er nu niet klopt. We willen de canon aanvullen, rijker en breder maken. Dat woord “fixen” bleef hangen, en zo kwamen we op “Fixdit”.

Herkennen jullie vanuit jullie eigen schrijfpraktijk enkele van de uitsluitingsmechanismen die in het artikel over Eleanor Baker aangestipt worden? 

Shantie Singh: Zeker! Toen mijn eerste boek was verschenen, kreeg ik het gevoel dat ik met een 10-0-achterstand was begonnen. Mensen verwachtten niet dat ik ook schrijver zou kunnen zijn. Misschien had het met mijn uiterlijk te maken. Zo kreeg ik vaak de vraag of ik veel hulp had gehad bij het schrijven. Of er werd gezegd dat ik te mooi was om te kunnen schrijven. Daar word ik heel boos over. Hoe ik me presenteer, is mijn zaak. Ik ga mijn uiterlijk niet aanpassen. Ik wil liever de vooroordelen doorbreken.

Ik word ook vaak gezien als representant van de Surinaamse of hindoestaanse gemeenschap. Terwijl ík denk dat ik een unieke stem en een uniek verhaal heb, word ik op zo’n moment gereduceerd tot één aspect van mijn identiteit. Ik had verwacht dat de wereld van de literatuur ruimdenkend zou zijn. Maar zelfs hier word je in een hokje geduwd.

Schrijven kan een eenzaam beroep zijn. Het fijne van Fixdit is dat het me in contact heeft gebracht met een grote groep vrouwelijke auteurs. Je ontdekt dat je niet alleen staat met je worstelingen. Het is fijn om je ervaringen te kunnen delen en er dan ook samen iets aan te kunnen doen.

Gaea Schoeters: Ik vond het beeld dat in het artikel geschetst wordt ook heel herkenbaar, al verschilt mijn ervaring misschien van die van Shantie. Het is duidelijk dat je als vrouw binnen de letteren op een andere manier wordt bekeken, gerecenseerd, geplaatst, gelezen en geclassificeerd dan een mannelijke auteur. Dat merk je in prijzen, in subsidies, in de programma’s waar je wel of niet voor uitgenodigd wordt. Interviews met een vrouwelijke auteur beginnen bijna altijd met een beschrijving van de fysieke verschijning van de auteur, gevolgd door een vraag over het autobiografische gehalte van je boek. Terwijl er met een mannelijke auteur veel eerder over vorm, stijl en ideeën wordt gepraat.

Ik pas helemaal niet bij het beeld van de vrouwelijke auteur. Maar je wordt gebruikt als representant van een groep. Vrouwelijke auteurs mogen wel over hun eigen identiteit schrijven, want die keuken kennen ze. Maar zodra je daarbuiten wilt kijken, is dat een probleem. Een jonge debuterende schrijfster die autobiografisch schrijft, daar kunnen de media en het omringende kader iets mee. Daarnaast heb je de oudere gevestigde schrijfster à la Connie Palmen die ook iets intellectueels mag zeggen. Maar schrijfsters die tussen die twee polen in zitten, worden niet ernstig opgenomen. Vooral als je als vrouw de pretentie hebt om in een boek níet persoonlijk te worden en liever hardop na te denken, zorgt dat voor paniek. Ik krijg vaak van mannen uit het literaire veld te horen dat ik misschien wat minder mijn best zou moeten doen.

Het viel me op, toen ik A Room of One’s Own weer eens las, dat Virginia Woolf honderd jaar geleden dezelfde vaststellingen deed. We zijn geen halve meter vooruitgekomen. Dat heeft niet eens met status te maken. Joke van Leeuwen, toch een gelauwerd auteur, heeft een keer verteld dat toen zíj een prijs had gewonnen, niet zíj geïnterviewd werd, maar de man die als tweede geëindigd was.

Het ingewikkelde is dat Joke van Leeuwen vaak primair als schrijfster van kinderboeken wordt beschouwd. Dat zag je bij Eleanor Baker ook.

Gaea Schoeters: Vrouwen mogen wél kinderboeken schrijven. Poëzie kan ook, want dat heeft de laatste jaren zijn status verloren. Mannen lezen geen gedichten meer. Trouwens, iemand zei laatst: “Binnenkort krijgen jullie vrouwen ook het proza, want dat heeft ook geen status meer. Zolang je maar van de non-fictie en de essays afblijft.”

In de tijd van A Room of One’s Own gold het omgekeerde. Toen had poëzie bijna goddelijke status terwijl proza een beetje plat werd gevonden. Dus mochten vrouwen wél proza schrijven, als ze maar van de poëzie afbleven. Waar het telkens op neerkomt, is dat vrouwen genoegen moeten nemen met het tweede plan. 

Wie zijn in de hedendaagse Nederlandse en Vlaamse literatuur de poortwachters? 

Gaea Schoeters: Je hebt poortwachters op verschillende plekken en niveaus: de uitgeverijen, subsidiefondsen, jury’s die prijzen toekennen, de media, organisatoren die de line-up van festivals en performances kunnen bepalen…

De parameters liggen bij al die instanties eigenlijk hetzelfde. Zo moet er ruimte zijn voor debutanten. (Het beleid dringt aan op talentontwikkeling, en dat wordt vaak vertaald als “debutanten”.) Een andere eis is diversiteit. Heel lang was er helemaal geen diversiteit in het veld en hadden we alleen maar witte mannen. Diversiteit werd eerst alleen ingevuld met etnische diversiteit. Later werd ontdekt dat er ook zoiets bestond als queerness en werd dat ook meegenomen.

Maar vaak wordt er geprobeerd die verschillende groepen intersectioneel te benaderen. Er wordt vanuit gegaan dat er een vast bestanddeel is van zo’n 80 procent: de gevestigde witte mannelijke auteurs. Daarnaast blijft er dan nog één hokje over dat zowel talentontwikkeling als alle vormen van diversiteit moet bevatten. Maar het probleem is dat dat hokje even groot blijft. Van het canongedeelte kan blijkbaar niets af. De rest wordt in die overblijvende twintig procent geduwd. Dus wordt er gezocht naar iemand die aan zoveel mogelijk criteria voldoet. En dat is natuurlijk voor geen enkele van die emancipatoire bewegingen positief, want op zo’n manier worden we allemaal tegen elkaar uitgespeeld.

Shantie Singh: Een positieve ontwikkeling is de invloed van sociale media. Die zijn onafhankelijk van de strenge poortwachters die Gaea beschrijft. Op sociale media is ruimte voor eigen criteria. Daar kan een boek dat op die andere podia geen aandacht krijgt, toch best groot worden.

Gaea Schoeters: Misschien is de smaak van lezers al diverser dan die van het literaire veld, doordat bij hen andere mechanismen spelen. De studenten die ik spreek, lezen een heel andere mengeling van literatuur dan wat er uit het veld naar voren komt. En dat verschil wordt alsmaar groter. Deze studenten lezen bijvoorbeeld veel meer werk van mannelijke én vrouwelijke schrijvers naast elkaar. En dat geldt zowel voor de jongens als de meisjes – iets wat vroeger niet zo was. Ze lezen ook diverser wat etniciteit en queerness betreft en ook – en dat is net zo prettig – wat literaire genres betreft. Dus er zit veel variatie in en ze lezen zeker niet alleen maar de geijkte titels of boeken die media-aandacht hebben gehad. 

Zijn er, als het om de receptie en de kansen voor vrouwelijke auteurs gaat, verschillen tussen het Nederlandse en het Vlaamse literaire veld? 

Gaea Schoeters: Veel Vlaamse schrijfsters publiceren bij Nederlandse uitgevers. Maar ook los daarvan denk ik dat de verschillen niet zo groot zijn.

Een uitzondering is dat jonge vrouwelijke auteurs naar mijn idee in Nederland iets makkelijker doorgroeien. Rond het weekblad De Groene Amsterdammer zie je bijvoorbeeld een groep relatief jonge schrijfsters, zoals Niña Weijers, Bregje Hofstede en Hanna Bervoets, die duidelijk een ander niveau hebben bereikt. In Vlaanderen is er eventjes aandacht voor opkomende schrijvers, maar tegen het derde boek zakt die aandacht weg en verdwijnen veel schrijvers in de onzichtbaarheid.

Er is in Vlaanderen een groot probleem met de carrièrekansen van auteurs. Dat geldt zowel voor mannen als vrouwen. Daar wordt beleidsmatig nu wel aandacht aan besteed.

Shantie Singh: Veel ondersteunende maatregelen zijn gekoppeld aan leeftijd. Programma’s worden vaak op jongere schrijvers gericht.

Gaea Schoeters: Precies. Net alsof je op latere leeftijd niets meer te leren hebt. En als je laat begonnen bent, heb je helemaal pech.

Shantie Singh: Terwijl het juist zo mooi is dat je ook op latere leeftijd nog van alles kunt ontdekken en ontwikkelen.

Door de discussie over de Nederlandse vertaling van het boek van Amanda Gorman werd het duidelijk dat er een groot tekort is aan vertalers die affiniteit hebben met Gormans achtergrond of met het genre spoken word. Er worden nu doelbewust meer van dit soort vertalers opgeleid. Hebben jullie het idee dat er als het om vrouwelijke auteurs gaat ook zulke acties plaatsvinden?

Gaea Schoeters / Foto: Sebastien Van Malleghem

Gaea Schoeters: Nee. Er is de laatste jaren nooit zo’n brede maatschappelijke beweging geweest die op dezelfde manier druk heeft uitgeoefend als de druk die Black Lives Matter heeft gezet op het feit dat daar toch echt een gat geforceerd moest worden. Ik heb het gevoel dat het veld sterk reageert op druk en impulsen van buitenaf, maar niet proactief kijkt hoe het probleem structureel opgelost kan worden.

Het is goed dat er een grotere, diversere en meer gespecialiseerde poule van literaire vertalers gecreëerd wordt. Hoewel ik me afvraag of het wel zo’n goed idee is dat er een-op-een vertaald wordt, want vertalen is juist iets waarbij je ook buiten je eigen identiteit zou moeten kunnen kijken.

Shantie Singh: Er is door Black Lives Matter een golf losgekomen van dingen die heel lang niet gezien, gehoord of erkend werden. Je kunt er niet meer omheen! En van poortwachters gesproken: er is nu een grote macht bijgekomen die óók meekijkt wie er wel of niet wordt toegelaten.

Volgens jullie mission statement streeft Fixdit naar “meer diversiteit in de canon en de literaire wereld”. Bij het woord “diversiteit” denk ik niet alleen aan de tegenstelling man-vrouw. Zijn er nog andere groepen schrijvers voor wie het lastig is om tot de canon door te dringen?

Gaea Schoeters: Ik denk dat er heel veel gaten in de canon zitten. De canon is altijd een reflectie van de maatschappelijke structuur in een bepaald tijdsegment. Je merkt gewoon dat er een heteroseksueel, mannelijk, wit, middenklasse tijdsegment was. En nog steeds is.

Dus ik denk dat je het kunt uitbreiden naar alle mogelijke vormen van queerliteratuur. En het gaat ook over kleur, leeftijd en sociale achtergrond. Maar het gekke is dat vrouwen de helft van de bevolking vormen. Vrouw-zijn is een biologisch feit dat geen invloed heeft op de literatuur. Ik meen dat het Niña Weijers was die ooit zei: “Ik schrijf niet met mijn tieten!”

Shantie Singh: In 2016 is er een bundel verschenen onder de titel Vrouwen schrijven niet met hun tieten. Daar heb ik ook aan meegewerkt. Je zou die bundel als een voorloper kunnen zien van wat we nu met Fixdit doen. Het werd met dezelfde drive gemaakt.

Dé vrouwelijke auteur bestaat niet. Ook onder vrouwelijke schrijvers bestaan verschillen. Is er binnen Fixdit ruimte voor verschillen? 

Gaea Schoeters: Als je kijkt naar wie er nu in Fixdit zitten, merk je dat je er al heel uiteenlopende profielen hebt.

Shantie Singh: Klopt. En al die verschillen maken ons zo krachtig. Maar wat ik ook bijzonder vind, is dat je ondanks die verschillen toch ook zoveel overeenkomsten ontdekt. Je hebt in de groep schrijfsters die al heel lang bezig zijn. Ik vond het frappant om te horen dat ook zij met dit soort worstelingen te maken hebben. Het is bevrijdend om dat met elkaar te delen.

Hoe vaak spreken jullie elkaar, in deze coronatijd? 

Shantie Singh: De meeste leden heb ik tot nu toe vooral online gezien. Eens per maand hebben we met z’n allen digitaal overleg. Er zijn ook allerlei werkgroepen rond verschillende onderwerpen; zij hebben hun eigen overlegmomenten. En dan hebben we ook nog een heel actieve Whatsapp-groep. Dus er is best veel contact, ook al hebben we het allemaal heel druk.

Gaea Schoeters: Nóg een overeenkomst tussen iedereen die in Fixdit zit, is dat al die vrouwelijke auteurs chronisch overbevraagd zijn. Ze werken tien keer harder dan de gemiddelde mannelijke collega, doordat ze zich tien keer harder moeten profileren, meer moeten produceren, veel meer aan zelfpromotie moeten doen. Meer kwaliteit moeten leveren om dezelfde erkenning te krijgen. En daarnaast hebben ze allemaal ook nog een leven te runnen. Het is iets waar je iedereen over hoort en iets wat, denk ik, nog altijd wordt onderschat als je met mannelijke collega’s praat die de mond vol hebben van kansengelijkheid.

Shantie Singh: Desondanks zetten we ons allemaal in voor Fixdit en het maatschappelijke doel. Dat hoor je niet zo vaak van mannelijke auteurs. Zíj zijn vooral bezig met hun eigen boeken.

Het werk voor Fixdit doen we tot nu toe onbezoldigd. We zijn aan het kijken hoe we projectsubsidies kunnen binnenhalen, maar vooralsnog doet iedereen alles vrijwillig, uit hart voor de zaak. 

Het voor de buitenwacht meest zichtbare project is de heruitgave van boeken van schrijvers uit het verleden: Een revolverschot van Virginie Loveling, Een coquette vrouwvan Carry van Bruggen en Laten we vader eruit gooien van Mary Dorna. Hoe komt het dat deze boeken in de vergetelheid zijn geraakt? En wat hebben ze lezers in onze tijd nog te zeggen? 

Shantie Singh: De keuze gebeurt in overleg met de uitgever van de Salamander-reeks, en is ook in samenspraak met ons andere zichtbare en vooral goed beluisterde project, namelijk de verdiepende Fixdit-podcasts, gemaakt door Annelies Verbeke en Jannah Loontjens. Er zijn er inmiddels vier verdiepende podcasts over de genoemde boeken gemaakt. De laatste podcast gaat over de Indische auteur Lin Scholte. Gelukkig vinden we elkaar altijd wel. Er zijn helaas zoveel vergeten vrouwen! Dus we kunnen er nog een hele stapel boeken en podcasts aan toevoegen.

Ik ben tot nu toe steeds de presentator van de leesclubs geweest, en iedere keer snap ik gewoon niet waarom zo’n boek in de vergetelheid is geraakt. De vernieuwing, voor die tijd, spat ervan af. De gedurfdheid. En ook de actualiteit. Bij Een coquette vrouw van Carry van Bruggen kun je bijvoorbeeld een link leggen met slutshaming in onze tijd. Bij Mary Dorna viel me vooral op hoe sprankelend ze schrijft, en hoe makkelijk haar boek te lezen is, ook voor jongeren. Dat die boeken in de vergetelheid geraakt zijn, is alleen te wijten aan het gendervraagstuk.

Gaea Schoeters: Het heeft ook te maken met wie de geschiedenis heeft geschreven. Blijkbaar is het altijd al zo geweest – ik vond dat ook weer bij Virginia Woolf terug – dat mannen heel nauwgezet hun eigen verwezenlijking en geschiedenis documenteren, terwijl vrouwen dat minder doen. Ten eerste omdat ze meer andere dingen om handen hebben, en ten tweede omdat ze er ook niet zo op gefixeerd zijn om dat allemaal bij te houden. Ook bij de collecties van het Letterenhuis in Antwerpen valt het op dat mannen dingen beter bijhouden dan vrouwen, en blijkbaar al veel meer mikken op een soort onsterfelijkheid.

Natuurlijk is een canon ook iets wat repetitief is. Als je aan mannelijke auteurs vraagt welke schrijvers hen beïnvloed hebben, noemen ze mannelijke auteurs. En vrouwelijke auteurs noemen dezelfde namen uit angst om niet serieus genomen te worden. Het is een sneeuwbaleffect dat telkens dezelfde namen consolideert en waar heel moeilijk tussen te komen valt.

Zijn er al resultaten te bemerken van het werk van Fixdit?

Gaea Schoeters: Ik heb het gevoel dat de heruitgaven en de leesclubs dingen doen resoneren die al verdwenen waren. In ieder geval weten ze het publiek tijdens zo’n avond wel te raken. En je hoort altijd een soort verbazing: “Ik had nooit gedacht dat Virginie Loveling kon schrijven.” Bij een mannelijke auteur zul je nooit horen dat een boek “desalniettemin” goed is.

Shantie Singh: De heruitgaven krijgen veel media-aandacht en ook de podcast wordt hoog gewaardeerd. Het is fijn dat we een uitgever hebben die onze missie snapt en die ook moeite neemt bij onze leesclubs en lezingen aanwezig te zijn. Maar de uiteindelijke macht ligt bij de lezer. 

Wat doet Fixdit nog meer?

Shantie Singh: In het begin was de website heel belangrijk; die staat nu en daar zijn we trots op. We hebben een nieuwsbrief die regelmatig verstuurd wordt en we zijn ook actief op sociale media.

Nu zijn we druk bezig met het manifest dat we volgend jaar willen uitbrengen. Daarmee willen we duidelijk maken waar we voor staan en wat we doen. Dat manifest moet echt impact maken. We willen aan het manifest ook een schrijverstournee verbinden. Eigenlijk is het de bedoeling dat er heel veel acties uit dat manifest zullen voortkomen.

Verder lopen er ook projecten voor het onderwijs, want bij de leeslijsten is er natuurlijk ook nog veel winst te behalen. Waar we kunnen spelen we ook in op de actualiteit, bijvoorbeeld met essays in De Standaard en Trouw en een opiniestuk in de Volkskrant. En we zijn aan het kijken waar we allianties kunnen sluiten en bondgenootschappen kunnen creëren: samen een vuist maken.

Kunnen andere schrijfsters zich bij Fixdit aansluiten?

Shantie Singh: We zijn nu nog even bezig om de organisatie goed neer te zetten. Daarna komt op onze website te staan hoe we de uitbreiding voor ons zien. Dat zal volgend jaar zijn.

Gaea Schoeters: Hoe meer schrijvers en profielen, hoe beter. Dan krijgen we duidelijker in beeld waar de knelpunten zitten en wat mogelijke oplossingen zouden kunnen zijn. We krijgen dan ook meer impact, een bredere spreekstem, want elk van ons heeft wel zijn eigen mediakanalen of momentum waar we Fixdit in kunnen meenemen. 

Wat doen jullie zelf om je als schrijver te profileren?

Shantie Singh: Ik heb hier geen strak gecoördineerd plan voor, want ik vind het zelf ook best nog wel ingewikkeld. Maar ik denk dat het belangrijk is dat je je laat zien, bijvoorbeeld door opiniestukken, lezingen en optredens. En waar ik kom, probeer ik ook altijd naar Fixdit te verwijzen.

Gaea Schoeters: Ik werk veel interdisciplinair, met muziektheater, libretto’s voor opera, filmscenario’s... Ik schrijf ook in allerlei genres: essays, romans, en de volgende wordt een jeugdroman.

Als mannen multidisciplinair actief zijn, krijgen ze daar gewoonlijk veel waardering voor. Vrouwen krijgen te horen dat ze hun talent versplinteren; tast dat de kwaliteit niet aan? Als je je niet op één ding concentreert, word je niet serieus genomen.

Ik ben op een gegeven moment veel minder opiniestukken gaan schrijven omdat ik merkte dat het me literair tegenwerkte. Een man met een mening is tof; een vrouw met een mening – daar willen we eigenlijk niet aan. Maar ik probeer heel aanwezig te zijn en min of meer bewust een duidelijk profiel te hebben. Hoewel dat met mijn uitgesproken mening niet een heel vrouwelijk of populair profiel is.

Als je je wilt profileren is het ook belangrijk – en in dit opzicht vind ik Fixdit ook een heel goed project – dat je actief in het veld van de poortwachters gaat spelen. Dat je bewust gaat netwerken binnen het mainstream literaire veld, gaat proberen daar een zekere invloed uit te oefenen, en dat je zelf in al die commissies en instanties gaat zitten. Zelf heb ik daar de afgelopen jaren bewust in geïnvesteerd. Ik wíl deel zijn van dat literaire beleidsveld, ik wil in de Auteursvereniging zitten, ik heb binnen de commissies van Literatuur Vlaanderen een aantal taken op me genomen.

Natuurlijk is dat opnieuw een enorme investering die je naast je artistieke werk doet. Ik moet denken aan een gesprek met de Finse componiste Kaija Saariaho, die tijdens de laatste Muziekbiënnale van Venetië de Gouden Leeuw kreeg voor haar hele carrière. Op de vraag hoe ze componiste was geworden en hoe ze als vrouw zover was gekomen, antwoordde ze: “You just stay in the room until you can’t be ignored any longer”. Ik denk dat dát de tactiek is die we als vrouwen binnen de literatuur moeten toepassen. Maar dat vraagt natuurlijk ontzettend veel energie. 

Shantie Singh: Zeker. En daarom is het zo mooi dat we nu onze krachten gebundeld hebben. Dat we dat al deze dingen doen, daar zit al een soort bevrijding in.

Lees ook op LitNet Akademies:

Literêre prestige: Die geval Eleanor Baker (Marian Human-Nel, Hennie van Coller, 2016)

Lees ook op Voertaal:

"De moeder de vrouw": thema Boekenweek leidt tot discussie over positie vrouwelijke auteurs in literaire wereld

Bervoets en Van Iperen: de Boekenweekboeken gerecenseerd

Waarover ging de ophef rond Rijnevelds Gorman-vertaling nou écht?

Yra van Dijk en Marie-José Klaver: "Pulpboeken horen niet thuis in het onderwijs"

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top