Onderhoude vir LitNet Akademies internasionaal fokus op Europese akademici / Suid-Afrikaanse akademici in Europa wie se navorsing aansluit by geakkrediteerde navorsingsartikels wat in LitNet Akademies gepubliseer is.
Menán van Heerden gesels met Karwan Fatah-Black (Universiteit Leiden, Nederland), kenner van Nederlandse koloniale geskiedenis.
In sy artikel “Lewensomstandighede van slawe in die Boland (Wes-Kaap), 1816 tot 1834: ’n herevaluering van bestaande beskouings aan die hand van die Boland-slawedatabasis” in LitNet Akademies (Geestewetenskappe) in 2023 ondersoek Hans Friedrich Heese die lewensomstandighede van die slawe in die landelike Boland-distrik. Sy vertrekpunt is die goed gedokumenteerde tydperk van 1816 tot 1834, en hy bied ’n herbeoordeling van tradisionele perspektiewe, gebaseer op ’n onlangs gekonstrueerde Bolandse slawedatabasis deur hierdie navorser. Jou navorsing fokus op slawebemagtiging en -agentskap in Suriname in die 18de eeu. Hoe dra hierdie navorsing by tot die algemene narratief of narratiewe oor slawerny in Suriname (en ander lande)?
Het recente werk van Ekama, Heese en ook het eerdere werk van Worden, Shell en Ross geeft blijk van een levendige onderzoekstraditie op dit gebied. Voor mij is het werk over slavernij in de Kaapkolonie belangrijk geweest bij het nadenken over onderzoeksmethoden. Hun gebruik van juridische archieven voor het onderzoeken van slavernijpraktijken heeft me direct geïnspireerd tot mijn eigen onderzoek. Ook, juist, als het gaat om de grenzen van de macht van de eigenaren en het begrijpen van het effect van manumissie en afschaffing. Het is voor mij heel interessant hoe het verschil in raciale categorisering tussen Caribische en andere slavernijpraktijken uitmaakt voor emancipatieprocessen.
Jy is een van die redakteurs van The future of the Dutch colonial past: Curating heritage, art and activism (Amsterdam University Press, 2024). Die boek dek baie vrae, insluitend: Wat kan erfenisinstellings leer van (internasionale) beste praktyke mbt die “dekolonialisering” van museums? Hoe sou jy hierdie vraag beantwoord?
Het boek is geen handleiding, om de simpele reden dat Nederlandse musea niet goed in staat zijn tot culturele dekolonisatie. De cultuur en vooral de collecties van de oudere en meer prestigieuze musea zijn niet los te zien van de vorming van Nederland in de negentiende en twintigese eeuw. Precies op het moment dat Europees Nederland zich het centrum van een wereldrijk waande. Het boek biedt een reeks reflecties op pogingen tot het creëren van een nieuwe manier van cureren in musea. Dat is spannend. De poging tot dekolonisatie, of de ambitie, leidt tot nieuwe inzichten, nieuwe benaderingen, nieuwe samenwerkingen. Dat is spannend.
Suid-Afrika was histories (ook) ’n Nederlandse kolonie. Slawe is ook ingevoer van lande in Suidoos-Asië. Jou navorsing fokus op die Atlantiese Oseaan se slawehandel. Dink jy gesprekke oor die Indiese Oseaan-slawehandel mbt Nederlandse kolonisering is algemeen?
Ik heb bezwaar tegen het Nederlandse methodologische nationalisme dat soms het onderzoek insluipt. Vroegmoderne kolonisten waren niet erg loyaal aan de vlag die toevallig boven het bestuurscentrum wapperde. Ze wensten, botgezegd, lage belastingen, slaven en militaire bescherming. Of dat van de Britten, Portugezen of Nederlanders kwam maakte voor hen weinig verschil. Mensen, goederen en ideeën circuleerden ook over de formele grenzen van imperia. Ook vanuit het perspectief van de tot slaaf gemaakten. Zij deelden meer, qua taal, cultuur, religie en levensomstandigheden met de tot slaaf gemaakten en Marrons in naburige kolonies dan met degenen die toevallig ook in een Nederlandse kolonie leefden. Dat gaat in de publieke discussie soms verloren.
Hoe sou jy die nalatenskap van die koloniale verlede mbt Suriname, ’n voormalige Nederlandse kolonie in Suid-Amerika, beskryf. Baie gesprekke fokus op hoe Nederland sy koloniale nalatenskap aanspreek. Hoe spreek byvoorbeeld Suriname hierdie geskiedenis aan?
Het is moeilijk voor postkoloniale staten om deze geschiedenis en de doorwerking te adresseren. Op het niveau van de nationale identiteit is het betrekkelijk eenvoudig, de geschiedenis van slavernij en verzet zijn deel van het narratief. Zoals ook de inheemse bevolking dat is. Maar op het niveau van bijvoorbeeld de autoritaire bestuurscultuur of de omgang met de grondrechten van inheemsen en Marrons blijkt het heel moeilijk om los te komen van koloniale benaderingen. Het thema wordt vaak geëxternaliseerd. Er zijn uitzonderingen hoor, maar de neiging is toch vaak om het vooral in te zetten voor een moreel appel aan Nederland.
Onderwerpe soos slawerny, Nederlandse koloniale geskiedenis, die onlangse verskoning van die Nederlandse koning vir Nederland se rol in historiese slawerny, die Gouden Koets, Keti Koti, Zwarte Piet: Hoe het gesprekke hieroor oor die jare verander? Hét hierdie gesprekke verander?
Ja, de verandering is onmiskenbaar. Er is veel continuïteit in de argumenten in het publieke debat en wetenschappelijke inzichten dringen maar langzaam door. De houding van het maatschappelijk middenveld is drastisch gewijzigd. Deels door het verdwijnen van de directe koloniale belangen en de generatie die deze bestuurlijk en cultureel verdedigde. Deels ook door de komst van migranten uit de voormalige koloniën en de gastarbeidermigratie. De tweede en derde generatie hebben vanzelfsprekender toegang tot kritische narratieven over Europees kolonialisme. En zien de rafelranden van de uitgedragen tolerantie en wereldwijsheid die Nederland zichzelf graag toeschrijft.
Wat dink jy is die rol van erfenis in die samelewing?
Erfgoed is er om te bewaren, bestuderen en bediscussiëren. En dat vooral over de grenzen van de bestuurlijke eenheden die het beheer nu vaak op zich nemen. En laten we vooral ook erfgoed maken door de definitie ervan op te rekken.
Lees ook in LitNet Akademies:
Lees ook op Voertaal:
Nederlandse koning biedt excuses aan voor rol Oranjes in slavernijverleden
Intercontinental entanglements: slavery, Dutch colonialism and post-colonial identifications
Buro: MvH