Een dag uit het leven van Abed Salama, een Palestijnse tragedie
Nathan Thrall
Oorspronkelijke titel: A Day in the life of Abed Salama, anatomy of a Jerusalem tragedy (Oktober 2023)
Vertaald door Ineke van den Elskamp
Amsterdam: Uitgeverij Cossee
2024
282 blz.
Een hartverscheurend boek. Ontrafeling van een fataal busongeluk in 2012 net buiten Jeruzalem vanuit veel verschillende perspectieven biedt een vlijmscherpe en evenwichtige analyse van Palestijns leven en Israëlisch beleid met betrekking tot de Palestijnen. Zorgvuldige reconstructie van wat Abed Salama en zijn gezin overkwam: de dood van de vijfjarige Milad. Indrukwekkende vervlechting van persoonlijke ervaringen en maatschappelijke ontwikkelingen.
- De Amerikaans-Joodse auteur woont in Jeruzalem en baseert zijn boek op zeer intensieve gesprekken met veel betrokkenen.
- Na een artikel in New York Review of Books (2021) volgde drie jaar zeer grondig onderzoek. Het overzicht van geraadpleegde bronnen telt 29 pagina’s.
- Het boek wordt aanbevolen door o.a. (de in 2021 overleden) bisschop Tutu, André Aciman en J.M. Coetzee (“Een van de beste teksten die ik las over Palestina”) en won de Pulitzer Prize 2024.
- Een dag uit het leven van Abed Salama biedt veel inzicht in Palestijns denken en doen (familieverhoudingen en relatiepatronen) en geeft talrijke voorbeelden van repressief beleid en vernedering van Palestijnen. De structurele ongelijkheid is apartheid in onversneden vorm.
- De tekst is helder al levert de vertaling soms wat stroeve zinnen op (de term Israëli i.p.v. Israeliërs) en een enkele keer vragen gebruikte begrippen enige voorkennis. (IDF, ECF, Mizrachim, charedische organisatie, shabaabnik, keffiyeh). Er zijn wel verhelderende landkaarten opgenomen.
Opmerkelijke passages
- Bij de Eerste Intifafa (1987–1993) werden meer dan 1100 Palestijnen gedood, 130.000 Palestijnen raakten gewond en circa 120.000 werden gevangen gezet. “In die tijd had Israël de grootste gevangenispopulatie per hoofd van de bevolking ter wereld.” (23)
- Over Abeds gevangeniservaringen. Financiële valstrikken voor jonge Palestijnse activisten (24)
- Informanten in de gevangenis (36–37), foltering (37), geen rechtsbescherming (37), gevangeniservaringen (twee keer douchen in twee maanden) (38).
- Ketziot-gevangenis / Naqab in de Negevwoestijn (“op een bepaald moment zat één op de vijftig Palestijnse mannen er gevangen.”(38)
- Meer dan 2000 Palestijnen in administratieve detentie – “dat wil zeggen, werden vastgehouden zonder te zijn aangeklaagd en berecht en met de mogelijkheid dat hun straf voor onbepaalde tijd werd verlengd. (...) Televisie en radio waren verboden, evenals een groot aantal boeken – van Shakespeare, Tolkien, en Tolstoj tot Solzjenitsyn en De Grondwet van de Staat Israël – en geen van de gevangenen mocht familiebezoek ontvangen.” (39)
- Heimwee werd opgeroepen door bij zonsondergang ballades van Umm Kulthum door luidsprekers te laten schallen (40).
- Na zijn vrijlating kreeg Abed een nieuwe identiteitskaart, “met de kleur groen ten teken dat hij een voormalige gevangene was.” (41)
- Identiteitskaarten gebruikt als onderdeel van omvangrijk proces Palestijnen uit Groot Jeruzalem te weren (61).
- Op weg naar ziekenhuis om te bevallen weigerde de grenspolitie Abeds vrouw Haifa doorgang (76).
- Over de etnische zuivering in Haifa (1948) (90–92).
- Palestijnse docent: “man en vrouw zijn als naald en draad – waar de naald gaat moet de draad volgen.” (100)
- Arrestatie, detentie en veroordeling van zestienjarige Hadi. (107–111). Veroordelingspercentage militaire rechtbank 99,7 procent; van 835 aangeklaagde kinderen werden 834 veroordeeld tot gevangenisstraf, honderden waren twaalf tot vijftien jaar oud (109).
- Over ZAKA, de ultraorthodoxe, of charedische vrijwilligersorganisatie, die de doden ophaalt voor de begrafenis (129–133). “Als er bloed op de overalls kwam en een van de slachtoffers was Joods, moesten de overalls met de doden begraven worden.” (131)
- Over steengroeven op de Westelijke Jordaanoever: “In 2010 brachten de steengroeven in de nederzettingen 94 procent van hun natuursteenproducten naar Israël. (...) “Plundering is een oorlogsmisdaad. Maar het hof besloot unaniem dat de staat de natuurlijke hulpbronnen van de Westelijke Jordaanoever mocht exploiteren.” (137)
- Over de bouw van de afscheidingsmuur: “Ten tijde van het ongeluk werd er al tien jaar aan gebouwd en droegen de kosten van de bouw al bijna drie miljard dollar.” (147)
- In februari 1994 vermoordde de religieuze kolonist Baruch Goldstein 29 Palestijnse moskeegangers in Hebron. Op zijn grafsteen staat: “Hij gaf zijn ziel voor het volk van Israël, zijn Thora en land – schone handen en een zuiver hart.” (151)
- Epiloog (221–231).
- Bizarre reacties op de dood van Palestijnse kleuters (221–222).
- “Iedereen wist hoe snel Israëlische troepen op een weg op de Westelijke Jordaanoever zouden zijn als een kind met stenen begon te gooien. Maar de militairen bij de controlepost, de troepen op de legerbasis Rama, de brandweerwagens in de nabijgelegen nederzettingen hadden geen van alle iets ondernomen en de bus meer dan een halfuur laten branden.” (223)
- De chauffeur van de vrachtwagen die het ongeluk veroorzaakte “werd veroordeeld tot dertig maanden cel, een opmerkelijk milde straf voor een daad van grove nalatigheid die zeven mensen het leven had gekost.” De bredere oorzaken van het ongeval en de erbarmelijk late reactie van de hulpdiensten werden buiten beschouwing gelaten (229). Niemand – noch de onderzoekers, noch de advocaten, noch de rechters – noemde de ware oorzaken van de calamiteit (230–231).
Lees ook:
Leesimpressie: Een tuin voor verloren benen door Mahmoud Jouda
Leesimpressie: Geen enkele gevangenis kan je gedicht opsluiten samengesteld door Somaia Ramish
Leesimpressie: De aanslag die onze levens veranderde door Bahram Sadeghi
A hugely important book: A reader’s impression of The bitterness of olives by Andrew Brown