Alwyn Roux: Goedemorgen Yves.
Yves T’Sjoen: Hallo. Dag, Alwyn.
AR: Hoe gaat het met jou in Gent?
YT: Alles goed in Gent! Terug uit Stellenbosch sinds afgelopen zomer. Na een verblijf bij STIAS van vijf maanden. Ondertussen ben ik weer helemaal geacclimatiseerd in Gent. Met colleges, lezingen, vergaderingen en onderzoeksprojecten. Het is een goede tijd. En bij jou? Hoe gaat het bij Unisa?
AR: Dit is goed om te hoor dat dit goed gaan met jou. Ek lees heelwat oor jou ondersoeksverblyf in Stellenbosch en dit lyk asof jy baie produktief was in hierdie tyd. Ek is terug in Pretoria en dit gaan ook heel goed. Dit is goed om weer die kollegas te sien en op kampus te wees. Pretoria is tans baie mooi met al die jakarandas.
YT: De paarse gloed van Pretoria in de vroege lente.
AR: Ja. Ja, die pers blomme en die strate, so mooi, dit is definitief die mooiste tyd van die jaar. Sal jy ons meer vertel van jou ondersoektyd in Stellenbosch by STIAS?
Foto: Alwyn Roux
Yves T’Sjoen se STIAS-residensie in Stellenbosch
YT: Ik mocht op uitnodiging van STIAS (Stellenbosch Institute for Advanced Study) in de eerste helft van het jaar werken aan mijn onderzoeksprojecten. Ik mag wel zeggen dat het een productieve tijd was. Ook mede dankzij de faciliteiten van het instituut, maar beslist ook de gesprekken, gedachtewisselingen met de collega’s van verschillende landen. STIAS biedt onderdak aan een intercontinentaal gezelschap van onderzoekers in alle wetenschapsdisciplines. De gesprekken en gedachtewisselingen met collega’s – inter- en transdisciplinair – waren voor mij bijzonder vruchtbaar, omdat je als research fellow wordt uitgenodigd om het eigen onderzoek van op enige afstand te beoordelen en toe te lichten. In vele (lunch)gesprekken met collega’s ben je noodgedwongen verondersteld een andere taal te spreken. Je spreekt er niet voor vakgenoten, voor collega’s in jouw discipline, maar je moet over de muren van disciplines kunnen communiceren over het wetenschappelijk onderzoek, over onderzoektopics en methodologische vraagstukken. Ik heb die onderhouden toch wel als heel erg verfrissend en verrijkend ervaren. Dus ik kan iedereen zeer warm aanbevelen om een aanzoek in te dienen voor een prestigieus fellowship bij STIAS.
AR: Ja, ek kan dink dat dit ’n vrugbare mileiu is vir samewerking op interdissiplinêre gebied. Soortgelyk aan die Universitas-projek aan die Universiteit Gent?
YT: We hebben inderdaad een transdisciplinair project Universitas aan de Universiteit Gent. Collega’s van verschillende faculteiten of wetenschapsrichtingen treden met elkaar in gesprek over actuele (maatschappelijke) thema’s. Telkens brengen we een collega van wat we noemen de alfawetenschappen of dus humanities in contact met een onderzoeker uit de geneeskunde en/of uit de (bio-)ingenieurswetenschappen, de farmaceutische wetenschappen, dierengeneeskunde, etc. Dit levert altijd weer interessante terrein-verbredende gesprekken op die alleen kunnen worden gevoerd vanuit specialismen. Ik denk dat universiteiten steeds meer in die richting moeten evolueren. Internationalisering is belangrijk, maar ook inter- en transdisciplinaire dialogen zijn belangrijk in een universitaire instelling. Ik heb op uitnodiging van STIAS inderdaad heel goede gesprekken kunnen voeren met collega’s verbonden aan verschillende Europese universiteiten, ook met academici van Amerika, in Afrika. Universiteiten zouden ook meer moeten inzetten op Institutes for Advanced Study.
Je verneemt in die gesprekken “good practices”, hoe collega’s aan hun universiteit betrokken zijn bij soortgelijke initiatieven. Het is heel erg stimulerend en vruchtbaar wat we met Universitas doen. Of met Samespraak bijvoorbeeld. Alwyn, misschien moet je iets zeggen over het afgelopen jaar van Samespraak, want het was een heel erg productief jaar mag ik wel zeggen.
Samespraak: Oorsig van 2024
AR: Dit was ’n produktiewe jaar gewees. Laas jaar begin dit eintlik. Jolyn Phillips en Lynthia Julius is toe aangestel as die skrywers-in-residensie by Samespraak. Vir die eerste semester van die jaar word ’n oproep vir referate uitgestuur, wat gaan oor translanguaging. In die eerste gesprek van die jaar verbreed ons die aanbod van Samespraak, wat tot toe nog slegs gefokus het op Afrikaanse en Nederlandstalige letterkunde. Vir die eerste semester verander ons die fokus op Suid-Afrikaanse letterkunde en dit het heelwat nuwe stemme by ons Samespraak-seminare opgelewer. Ons het ook vir Klara du Plessis en Khayashar “Kess” Mohammadi verwelkom uit Kanada om uit hul bundel G vir ons voor te lees. Ons het nog heelwat ander interessante seminare gehad in die eerste semester, asook in die tweede semester, wat weer ’n groter Afrikaans- en Nederlandstalige inslag gehad het. In die tweede semester het ons ’n Breytenbach-seminaar met Breytenbach se vyf-en-tagtigste verjaarsdagviering. Volgende jaar kan ons dan oor uitsien na ’n nuwe skrywer-in-residensie en ’n nuwe tema. Miskien kan jy vir ons meer oor ons nuwe skrywer-in-residensie vertel.
Samespraak: Jolyn Phillips en Lynthia Julius
Simone Atangana Bekono as skrywer-in-residensie van Samespraak in 2025
YT: Het is een primeur. We zijn bijzonder vereerd dat na Lynthia Julius en Jolyn Phillips Simone Atangana Bekono aanvaard heeft om voor Samespraak als residentieel auteur op te treden in 2025. Na Alfred Schaffer, Nachoem M. Wijnberg en beide schrijvers van het voorbije jaar zijn we nu toe aan Simone Atangana Bekono. Zij is een spraakmakend auteur trouwens. Ik mag heel binnenkort een vraaggesprek met de schrijfster publiceren op Voertaal. Zij is betrokken bij een uniek vertaalproject op instigatie van Antjie Krog, namelijk vertalingen van vrouwelijke schrijvers van kleur. Van Babs Gons, Simone Antangana Bekono en Radna Fabias worden gedichten vertaald in Kaaps. En ik heb mij laten vertellen dat komend jaar een mooie boekuitgave is gepland in Zuid-Afrika met die Kaapse vertalingen. Het is de eerste keer dat literaire auteurs uit Nederland in het Kaaps worden gepresenteerd voor een publiek in Zuid-Afrika. Dus dat is heel goed nieuws. Het is fantastisch een nieuwe residentiële auteur te kunnen aanstellen.
AR: Ja, ek was self by Tuin van Digters in September vanjaar gewees, waar Simone ook opgetree het. Die Vrydagaand het sy van haar gedigte voorgelees. Dit was absoluut fantasties gewees. Ek het met die digters Jan Pretorius en Lynthia Julius onderskeidelik in gesprek getree. Ek het ook met Louise Viljoen gesels oor die heruitgawe van Ingrid Jonker se versamelde gedigte wat onlangs by Protea verskyn het.
YT: Nog eens geluk met Weerskyn, Alwyn, jouw poëziedebuut dat het trouwens heel goed doet. Jij was samen met Tom Dreyer afgelopen jaar in Poëziecentrum (Gent), andere ook in Nederland. Jürgen Pieters heeft toen een gesprek gevoerd met jullie beiden. Dit is ook gestreamd op Samespraak. De opname kan nog steeds worden bekeken op de website.
AR: Kreatief skryf is vir my meer persoonlik as akademies te werk gaan. Akademiese werk is meer doelgerig; my kreatiewe werk, dromende denke.
Voortgesette samewerking tussen die Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika (GAZ) en Samespraak
YT: Wanneer ik terugblik op het programma van Samespraak 2024, dan ben ik ook wel heel erg vereerd dat wij met het Gentse Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika (GAZ) en Samespraak gezamenlijk twee webinars hebben kunnen organiseren. Jij had het al over “Breyten Breytenbach en zijn innerlijke Afrikas”, maar we hadden natuurlijk ook onder de leiding van Jozefien Vermeylen een online studiemeeting. Zij was stagestudent (Vergelijkende Moderne Letterkunde) in Gent. Het webinar was getiteld “Dynamiek van vervreemding en toe-eigening. Recente literaire gesprekken tussen Afrikaans en Nederlands”. Ik denk dat de samenwerking tussen het het Gentse onderzoekscentrum en Samespraak altijd weer bijzonder productief is. Volgend jaar zullen we een nieuw webinar samen organiseren. Over Breytenbachs werk in het licht van Afrika-filosofie en het politieke denken in/over Afrika. Over de ideeën van en verwijzingen naar Aimé Césaire, Frantz Fanon, Édouard Glissant, Léopold Sédar Senghor, en de invloed van hun geschriften op het denken en het schrijven van Breytenbach. Ik denk dat het een aspect is dat in de Breytenbach-studie nog steeds onderbelicht is. Op instigatie van Samespraak in overleg met het Gentse Centrum kunnen wij misschien weer zo’n interessante studiebijeenkomst organiseren online. De wetenschappelijke gesprekken die het discussieforum faciliteert, zijn altijd weer stimulerend en bijzonder relevant.
Breyten Breytenbach en zijn innerlijke Afrikas
AR: Natuurlik, en ek sal ook my voelers uitsteek na die filosofiedepartement by Unisa om veral bydraes te lewer oor Afrikafilosofie en -filosowe. Dus is dit beslis iets wat ’n mens van kan werk maak en later selfs daaraan dink om ’n boek daaruit te voorskyn te bring met verskeie hoofstukke wat aan verskillende Afrika-denkers en die werk van Breytenbach gewy word, want op die oomblik bestaan daar niet so iets nie.
YT: Ik denk dat er voor een dergelijk boek behoefte bestaat. Wat je daarnet ook al zei, we spraken dit jaar met collega-onderzoekers vooral over translanguaging en meertaligheid. Wij hadden heel interessante lezingen, van Nkateko Masinga en Busisiwe Mhlangu. We hebben een lezing ook kunnen bijwonen van Tycho Maas (mede namens Thys Human), die het had over samenwerking met departementen in Zuid-Afrika en Nederland. Er is te veel om op te sommen. Ik ga niet de hele lijstje met referaten over meertaligheid en het belang van een pluricentrische cultuur overlopen. De belangstellende vindt de nodige gegevens (en opnames) op de website van Samespraak. Cultuur zien we vooral als een meervoudig gegeven: multiperspectivistisch en divers. Zeker ook in de context van Zuid-Afrika. We hebben daarom naast Afrikaans en Nederlands als voertaal geopteerd voor Engels en ook voor isiXhosa. Multiculturaliteit drukt zich uit in meertaligjheid.
Samespraak: 25 September 2024
Afrikaans Amptelik 100-debat
AR: En natuurlik ook dit vloei voort op volgende onderwerpe. Wat ons volgende jaar gaan ondersoek by Samespraak is byvoorbeeld die Afrikaans Amptelik 100-debat wat aan die gang is. Ek dink Pieter Odendaal het ’n belangrike punt aangeraak dat die honderdjarige viering van Afrikaans ’n viering is van Standaardafrikaans wat uiteindelik lei tot die uitsluiting van al die andere Afrikaanse variëteite. Dit gee aanleiding tot debat vir volgende jaar se program. Ek is by twee projekte by betrokke vir die viering, waarvan telkens diversiteit van die taal gevier word. Ek dink dit is goed as gesprek gevoer word oor Afrikaans en die rol van Afrikaans as inklusiewe taalmedium. Ons kan nie ’n fees laat verbygaan sonder om hierdie polemiek van verskillende kante uit te praat nie.
https://afrikaans100.org/
YT: Het zal ook belangrijk zijn om niet-Afrikaanssprekenden te betrekken. Zeker ook in de context van meertaligheid, waarbij sprekers van andere talen in Zuid-Afrika aan bod kunnen komen over precies dat gevoelige thema in Zuid-Afrika: “Afrikaans Amptelik 100”. Ik weet het, het gaat niet specifiek over de herdenking van Afrikaans sinds 1925. Afrikaans is natuurlijk veel ouder dan die honderd jaar. Daar heeft taalkundig onderzoek al langer de vinger op gelegd. 1925-2025 is een soort symbooldatum (een eeuwfeest). We kunnen naar aanleiding van die symbolische herdenking terugverwijzen naar het verdrag van de Unie van Zuid-Afrika en vandaag een gesprek voeren over de stand en de toekomst van het Afrikaans. Niet alleen op tertiair vlak, maar ook in het maatschappelijk landschap. We kunnen een aantal aspecten ter sprake brengen over hoe Afrikaans vandaag functioneert. Er zijn in dat licht ook heel erg gevoelige thema’s. Een aantal organisaties is elk op hun manier met Afrikaans bezig vanuit verschillende ideologische oogpunten. Ik denk dat zo een samenspraak met verschillende actoren en over uiteenlopende standpunten een interessant gesprek kan opleveren.
Toekomsvooruitsigte
AR: Ja, dit is baie belangrik. Wat ek by jou geleer het, is dat alle mense hulle sê mag uitsê rondom die ronde tafel. Daar moet plek wees vir oop gesprek. Volgende jaar gee ek dan ook as deel van my sabbatsverlof drie maande klas aan die Universiteit van Leiden oor die tema van kontak tussen Afrikaanse skrywers en die Lae Lande. Ek begin byvoorbeeld met die digters van Dertig en eindig met ons mees resente kontemporêre Afrikaanse digters. Die klasse sluit aan by ons alternatiewe literatuurgeskiedenis of kontakgeskiednies wat ons besig is om op te stel. Jy het ook ’n referaat by die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns (SAAWK) gelewer by die jaarlikse simposium.
YT: Over literatuurgeschiedenissen en de methodologie van literaire historiografie. Een aantal theoretische boeken kon ik lezen bij STIAS. Je moet natuurlijk eerst een soort basis hebben, een fundament of een kader voor het onderzoek. Ik noem de tekst die ik heb voorbereid en op diverse plekken heb gepubliceerd een soort discussietekst, een poging tot formulering van een onderzoeksplan dat je dan met collega’s in de Lage Landen en in Zuid-Afrika bespreekt. En dan? Vervolgens kun je aan de hand van casestudies een aantal boeken voorbereiden, en reeks met gevalstudies. Je kunt proberen geleidelijk aan een panorama te ontwerpen van de vele interculturele contacten tussen de literatuur van twee talen, van Nederlands en Afrikaans. En dan gaat het mij vooral over een inclusieve opvatting van Afrikaans. Ook de variëteiten moeten dus aan bod komen. Het gaat trouwens evenzeer over een inclusieve visie op Nederlands, als een veelkleurige taal, een literatuur die multicultureel is. Dus ook Surinaams-, Antilliaans- en Nederlands- en Vlaams-Nederlandse literatuur komen ter sprake, literaire cultuur in de Lage Landen en elders in de wereld. Ik denk dat het een prismatische panorama moet zijn van de veeltalige en veel-gekleurde contacten tussen Afrikaanse en Nederlandse letterkunde. STIAS gaf mij de gelegenheid om daar over na te denken en van gedachten te wisselen (zoals in een online/offline seminarie). Ik mocht inderdaad op het congres van de Zuid-Afrikaanse Academie een paar uitgangspunten toelichten, een tekst die vervolgens op Mondiaal Neerlandistiek is gepubliceerd, waar jij trouwens een van de redacteurs bent.
AR: Ja, dit is die nuwe katern van Neerlandistiek. Dit is genaamd Mondiaal en ons is sewe redakteurs oor die wêreld waar Nederlands aangebied word, onder ander Seoel, Belgrado en Triëst. Dit is dus heel interessant. Ek is verantwoordelik vir die Suider-Afrikaanse streke. Dit is interessant om te sien tot in watter mate Nederlands in wêreldverband figureer en wat daar oral aan universiteite geleer word. Hier is meer te lees oor Mondiaal: https://neerlandistiek.nl/mondiaal/over-mondiaal/.
YT: Ik mag je feliciteren. Je bent dit jaar aangesteld verkozen tot de voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Vereniging voor Neerlandistiek (SAVN), wat een belangrijke functie is. Je hebt nu contacten met de Taalunie, met de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN). Komend jaar is er die aanstelling in Leiden. Dit zal de samenwerking alleen nog doen toenemen, denk ik.
AR:. Ik ga naar Den Haag van 13 tot 17 November, om te vergader met die IVN op 15 November. Ek beplan ook om indertyd met die Taalunie te ontmoet. So, dit is ’n groot voorreg, maar ook ’n groot uitdaging met nuwe projekte. Volgende jaar reël ons saam met die Taalunie ’n taalverwerwingskursus vir dosente as byskoling. So wanneer ons mekaar volgende jaar weer sien, praat ek meer Nederlands met jou as Afrikaans.
YT: Jouw Nederlands is al goed natuurlijk. Ik wil ook nog wijzen op het Vision Keepers-project bij Unisa, “Om Afrika te verbeel”, specifiek over de verbeelding van Afrika in de latere lyriek van Breytenbach. Ik denk dat we op die ingeslagen weg verder gaan met een aantal publicaties die we nu in het vooruitzicht hebben. En er is op 30–31 januari 2025 ook nog Cross-Over Cape Town. We zullen na Praag enkele jaren geleden Cross-Over organiseren in samenwerking met Zuid-Afrikaanse collega’s. Niet alleen docenten van het Kaapse Forum (KFN), ook van het Noordelijk Kennisnetwerk (NKN). En de SAVN. Het zal belangrijk zijn om elkaar dan te ontmoeten. Het centrale thema is “woede”. Verwijzend naar onder andere gedichten van Antjie Krog, Ronelda Kamfer, Lynthia Julius en anderen. “Schrijvers van kleur”, zoals in de Lage Landen deze schrijvers doorgaans worden aangeduid, die het thema van woede, emotie en affect centraal stellen in hun werk en waarover Louise Viljoen in een recent nummer van Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans (2022/2) een belangrijke bijdrage heeft gepubliceerd.
Het centrale thema is “woede”. Verwijzend naar onder andere gedichten van Antjie Krog, Ronelda Kamfer, Lynthia Julius en anderen.
AR: Dit is goed om te weet. Ons het heelwat kongresse en seminare aan die gang en daar is heelwat platforms vir die uitruil van gedagtes oor die literatuur. Ons kan uitsien na Cross Over in Kaapstad en die IVN-kongres in Brussel (VUB) in Augustus 2025.
YT: Het is een uitgebreid werkprogramma, maar ik denk dat dit alles de samenwerking en de gesprekken tussen de Lage Landen en Zuid-Afrika aanzienlijk bevordert. Samespraak heeft een functie als discussieforum. Het faciliteert gesprekken die intercontinentaal zijn en leiden tot een uitruil van zienswijzen en onderzoeksbevindingen. Tot het forum behoren collega’s die in hun wetenschappelijk onderzoek met Afrikaans bezig zijn, niet alleen in Zuid-Afrika of in Nederland en België, maar ook op andere plekken in de wereld. Samespraak berust op twee pijlers: de gesprekken tussen Afrikaans en Nederlands én ook meertaligheid en translanguaging. Enerzijds is er het onderwerp van meertaligheid, met als lingua franca Engels. Collega’s met verschillende moedertalen treden met elkaar in gesprek. Maar daarnaast handelt Samespraak over culturele contacten tussen Afrikaans en Nederlands.
AR: Die lesers moet asseblief artikel voorlê aan Journal of Literary Studies (JLS) oor translanguaging. Die oproep is op die webblad vir diegene wat belangstel: https://unisapressjournals.co.za/index.php/jls/announcement.
Bedankt!
YT: Dank je wel voor dit gesprek, Alwyn. En ik wil jou natuurlijk ook danken voor je ongelooflijke inzet, het tomeloos enthousiasme, het enorme engagement om de gesprekken mogelijk te maken. We kijken in de Lage Landen natuurlijk ten zeerste uit naar jouw komst volgend jaar in Leiden en binnenkort eerst in Den Haag. Dan zullen we de gesprekken ongetwijfeld voortzetten en de belangstellenden op Voertaal ook op de hoogte houden van alle projecten die worden gerealiseerd en initiatieven die in de toekomst worden genomen.
AR: Ja, en baie dankie vir jou, natuurlik. Samespraak sou nie bestaan het sonder jou leiding en wisselwerking met Suid-Afrikaanse kollegas nie. Dit is ’n groot plesier en voorreg om saam met jou te werk.
Lees ook:
Verbeelding van Afrika in Denkend vuur van Breyten Breytenbach
Interuniversitaire samenwerking op het gebied van Afrikaans en Nederlands
Dialoog: Yves T’Sjoen en Alwyn Roux in gesprek oor hulle projekte