Schrijvers van de zogenaamde millennialgeneratie zijn inmiddels een geduchte factor in de hedendaagse Nederlandstalige literatuur. Dat bleek maar weer eens toen op maandag 1 maart de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2021 aangekondigd werd. Vier van de zes genomineerden zijn van ná 1980; hun gemiddelde leeftijd is 34 jaar.
Literatuurwetenschappers Hans Demeyer en Sven Vitse schreven de eerste omvattende studie over deze nieuwe lichting. Daarin tonen ze overtuigend aan dat er in het werk van deze schrijvers sprake is van een “affectieve crisis”. Maar is er ook, zoals de tweede helft van de titel van hun boek suggereert, sprake van “literair herstel”?
“Een wanhopige tijd creëert vertwijfelde literatuur,” schrijven literatuurwetenschappers Hans Demeyer en Sven Vitse in hun onlangs verschenen studie Affectieve crisis en literair herstel. Dat is een zin die erin hakt, zeker als je je als recensent, net als de onderzoekers zelf, stiekem nog tot dezelfde generatie rekent als die van de schrijvers die in het boek besproken worden.
Schrijvers van vandaag
In Affectieve crisis en literair herstel geven Demeyer en Vitse een beeld van de romans van de zogenaamde “millennialgeneratie”. Ze behandelen ruim zestig romans van zo’n vijftig auteurs, vrijwel allemaal verschenen in de periode 2010-2020. De schrijvers zijn over het algemeen geboren tussen begin jaren tachtig en eind jaren negentig. Voor Demeyer en Vitse gaat het begrip “generatie” echter niet alleen over leeftijd, maar ook over thematische en stilistische verwantschap. Dat stelt ze in staat ook romans op te nemen van auteurs die weliswaar ouder zijn, maar die in hun werk worstelen met vergelijkbare problemen en die dezelfde literaire vormen hanteren als de millennials. Vandaar dat het werk van een schrijver als David Foster Wallace (1962-2008) ook nog voorbij kan komen.
Demeyer en Vitse hebben om te beginnen gekeken naar de groep schrijvers die losweg verzameld is rond het tijdschrift Das Magazin (2011-2018) en uitgeverij Das Mag (opgericht in 2015): “hoogopgeleide, witte, vaak in Amsterdam residerende auteurs” als Daan Heerma van Voss, Maartje Wortel, Niña Weijers en Hanna Bervoets. Ten tweede hebben ze gekeken naar millennials van buiten deze kring als Lieke Marsman en Marieke Lucas Rijneveld, auteurs met een migratieachtergrond als Karin Amatmoekrim en Murat Isik en Vlaamse auteurs als Lize Spit, Koen Sels, Jeroen Theunissen en Annelies Verbeke. De derde groep wordt gevormd door verwante schrijvers uit andere landen, hoofdzakelijk uit het Engelse taalgebied. Wat al deze schrijvers verbindt, is volgens Demeyer en Vitse een “affectieve atmosfeer en vraagstelling”.Verbroken belofte
Schrijvers van de millennialgeneratie krijgen vaak het verwijt dat ze geen idealen hebben, niet geëngageerd zijn, en te veel op de eigen navel gericht.
Demeyer en Vitse nemen het voor de jonge schrijvers op. Zij zien het proza van de millennials als het product van de “historische condities” waarin het ontstaat. En die condities zijn om moedeloos van te worden: “de ecologische crisis van de klimaatverandering, de financiële crisis van het neoliberalisme, de legitimiteitscrisis van de naoorlogse democratie, de identiteitscrisis van de natie, de politieke crisis van het patriarchaat en van het witte imperialisme, en niet te vergeten de affectieve crisis van onthechting en burn-out”, sommen ze op.
De millennialgeneratie is nog opgegroeid met de naoorlogse verwachting dat kinderen het beter krijgen dan hun ouders. Maar de financiële crisis van 2008 zette een streep door de rekening. De millennials werden geconfronteerd met bezuinigingen, baanonzekerheid en schaarste op de woningmarkt. Een “verhaal van groeien” moest ingeruild worden voor “een verhaal van krimpen”, zoals Demeyer en Vitse het stellen. De millennials werden in de steek gelaten door het systeem waar ze altijd op hadden vertrouwd, zonder de vaardigheden om deze tegenslag te boven te komen.
Affectieve crisis
Tijdens het postmodernisme kampten schrijvers met ontologische en epistemologische vragen. Volgens Demeyer en Vitse hebben de millennialschrijvers niet radicaal gebroken met het postmodernisme van hun voorgangers; eerder is er sprake van een verschuiving. De vragen die de millennials bezighouden, hebben meer betrekking op het affectieve: “Hoe kan ik de realiteit (mezelf, de ander, het verleden) voelen en ervaren?” Het stellen van deze vraag is geen ironie, zoals in het postmodernisme, maar dodelijke ernst.
Sociale media en internet zorgen voor een verdere vervreemding van de fysieke werkelijkheid. Het feit dat we elkaar dag en nacht berichten en “likes” kunnen sturen zonder elkaar te zien, te horen of aan te raken, bevestigt slechts de afstand die er tussen ons bestaat.
Nu ze niet langer doelgericht ergens naar onderweg zijn, beleven de schrijvers en hun personages het heden als een “temporaliteit zonder ontknoping”, schrijven Demeyer en Vitse. Hun teleurstelling uit zich in “een ervaring van onthechting én een verlangen naar verbinding – als twee zijden van dezelfde munt”.
Nieuwe generatie op de kaart
De romans zijn verdeeld over zes hoofdstukken en zes thema’s: “Verstoorde ontwikkeling: Bildung in een gemedieerde maatschappij”, “Identiteit en politiek: paranoia en herstel”, “Autofictie: realisatie en exploitatie van het zelf”, “Tijd en geschiedenis: terugblikken, zijdelings bewegen”, “Het huis en de wereld: impasse als tussenruimte” en “Klimaatcrisis en engagement”.
Methodologisch roept het boek van Demeyer en Vitse wel een paar voor de hand liggende vragen op. Zo brengen de auteurs aan het begin van elk hoofdstuk en vaak ook aan het begin van elke paragraaf een indrukwekkende hoeveelheid theorie in stelling. Die theorie zorgt voor een verdieping van de analyse van te bespreken romans. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de romans af en toe ook gebruikt worden als illustratie bij de theorie. Onvermijdelijk ontbreken er namen van schrijvers die ook tot de millennialgeneratie behoren maar die misschien niet zo mooi in het plaatje passen. En andersom weet ik ook niet of alle schrijvers die wél genoemd worden, zich zo thuis voelen in het geschetste beeld, van hoeveel nuances dat ook wordt voorzien.
Verwarrend is ook dat Demeyer en Vitse geen duidelijk onderscheid maken tussen de millennialschrijvers en hun personages. Soms gaat het inderdaad om autofictie waarbij werkelijkheid en fictie of autobiografie en roman door elkaar lopen. Maar over het algemeen moet toch de vraag gesteld worden wíe er nu eigenlijk in een impasse is geraakt: de schrijver of zijn personage.
Demeyer en Vitse geven aan dat ze werken vanuit een progressieve cultuur- en ideologiekritische benadering. Helaas doen ze dat in een wetenschappelijk jargon dat herinnert uit het proza van de marxistische literatuurcriticus Jacq Vogelaar uit de jaren 1970. Hun verdienste is echter dat zij als eersten in een omvattende studie het werk van deze jonge schrijvers als literaire generatie hebben geïdentificeerd en in een betekenisgevend kader hebben geplaatst.
.....
“In de millennialroman zien wij auteurs aan het werk die zich aan de eigen haren uit het moeras proberen te trekken.”
.....
Literair herstel
“In de millennialroman zien wij auteurs aan het werk die zich aan de eigen haren uit het moeras proberen te trekken,” schrijven Demeyer en Vitse.
Want uiteindelijk proberen de schrijvers – of hun personages – wel uit de impasse te komen. Dat doen ze niet met een groots en krachtig engagement, waarschuwen Demeyer en Vitse. “Wie op het microniveau van het leven geen verbinding vindt, zal op het macroniveau van samenleving en politiek evenmin aansluiting vinden.” Eerst moet het contact met de werkelijkheid op affectief niveau hersteld worden.
Demeyer en Vitse zijn in de romans van de millennialschrijvers op zoek naar die “reparatieve beweging”. Dat doen ze met een bijzondere welwillendheid en persoonlijke betrokkenheid. Ze willen niet alleen naar de literatuur van deze millenialgeneratie kijken als object van onderzoek; ze willen ook met de schrijvers mee kijken naar de gevonden oplossingen. Ze willen een “hechtende houding” innemen “om voorbij de huidige impasse een collectief én gedifferentieerd verlangen te openen naar een meer gelijke en solidaire wereld”. Inderdaad, de auteurs van Affectieve crisis en literair herstel zijn de millennialgeneratie waarover ze schrijven nog niet ontgroeid.
.....
Hans Demeyer en Sven Vitse
Affectieve crisis, literair herstel. De romans van de millennialgeneratie.
Amsterdam: AUP, 2021. 316 pagina’s.
Paperback: ISBN 9789463726917; prijs: € 24,99.
E-book: ISBN 9789048544707; prijs € 12,99.
.....
Lees ook:
Persbericht: Lieke Marsman is de nieuwe Dichter des Vaderlands
Marieke Lucas Rijneveld se The discomfort of evening: wenner van die 2020 International Booker Prize
"I ended up writing poetry because of the Wachowskis" – an interview with Simone Atangana Bekono
Buro: IGNederlandse migranten- & vluchtelingenliteratuur: Murat Isik