Belangrijk thema had een sterkere auteur verdiend

  • 0

In Plantage Wildlust beschrijft Tessa Leuwsha de ondergang van een Surinaamse koffieplantage aan het begin van de twintigste eeuw. Terwijl er in Nederland bij het brede publiek weinig bekend is over de slavernij in Suriname, is er over de inzet van Aziatische contractarbeiders nóg minder bekend. Leuwsha doet een terechte poging deze verborgen geschiedenis op te tekenen, maar schiet uiteindelijk als romanschrijver te kort.

Tessa Leuwsha werd in 1967 in Amsterdam geboren als kind van een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. Een opdracht om een reisgids over Suriname te schrijven bracht haar in 1996 voor het eerst naar haar vaders geboorteland. Leuwsha is schrijver en documentairemaker en werkt als cultureel attaché bij de Nederlandse ambassade in Paramaribo.  Plantage Wildlust (2020) is haar vierde roman.

Voor Plantage Wildlust kon Leuwsha gebruikmaken van brieven, verslagen en foto’s uit het archief van de Nederlandse familie die begin twintigste eeuw aan het bewind stond van Plantage Peperpot, net als Plantage Wildlust in het boek gelegen aan de rechteroever van de Suriname-rivier. Daarnaast kwam Leuwsha veel te weten over het dagelijkse reilen en zeilen van zo’n plantage nadat haar man in 2016 samen met drie andere ondernemers de plantage Frederiksdorp had aangekocht, met het doel deze historische plek in stand te houden en werkgelegenheid te bieden aan nazaten van de contractarbeiders die daar vroeger gewerkt hebben. Dit “plantage resort” (zoals het nu wordt geadverteerd) zal vermoedelijk model hebben gestaan voor het openluchtmuseum Plantage Wildlust uit de proloog van het boek, die volgens Leuwsha moet fungeren als een “deur naar het verleden”.

Leuwsha’s roman speelt zich af in de jaren tien van de twintigste eeuw. De keuze voor deze periode is interessant. In Suriname werd de slavernij afschaft in 1863, maar in de praktijk zouden de slaven pas tien jaar later echt vrij zijn; vandaar dat 1873 bij de herdenking van de slavernij ook een belangrijk jaartal is. In Nederland woedt al jaren een discussie over de rol van Nederland bij de trans-Atlantische slavenhandel. Voor excuses vindt de Nederlandse regering het nog te vroeg; wel zijn er plannen om in 2023, 150 jaar ná 1873, een herdenkingsjaar te houden. Leuwsha had handig gebruik kunnen maken van het feit dat het Nederlandse slavernijverleden op dit moment een veelbesproken onderwerp is, maar in plaats daarvan heeft ze ervoor gekozen haar verhaal te situeren in een latere periode, als de slavernij al voorbij is en het plantagestelsel zijn ondergang tegemoet gaat.

Tessa Leuwsha / Foto: Sirano Zalman

Een sfeer van verval en naderend onheil

Leuwsha heeft een deel van de personages gebaseerd op historische figuren uit het archief van Plantage Peperpot. Haar hoofdpersonen: Oscar Brouwer, de laatste directeur van Plantage Wildlust, zijn vrouw Janna en de louche opzichter Creebsburg, zijn echter verzonnen.

Oscar en Janna zijn opgegroeid in het Zeeuwse Middelburg: Oscar als zoon van een aan lager wal geraakte ex-legerofficier uit Nederlands-Indië, Janna als dochter van een gegoede zeilmaker. Oscar wil ontsnappen aan zijn tirannieke vader; Janna gruwt van het vooruitzicht “een net gehuwd meisje” te moeten worden. Om weg te komen uit hun verstikkende milieu grijpen ze de gelegenheid dan ook met beide handen aan als Oscar een baan kan krijgen als directeur op een koffieplantage in Suriname. Dat ze niets van het land afweten en totaal niet voorbereid zijn op een bestaan in de tropen, lijkt daarbij geen belemmering.

Oscar wordt uitgestuurd door de Nederlandse Handel-Maatschappij, een organisatie met slechts een doel: winst maken. Na de afschaffing van de slavernij haalde de Maatschappij contractarbeiders uit “Brits-Indië” en later ook uit Nederlands-Indië om de slaafgemaakten op de koffie-, suiker- en cacaoplantages te vervangen. De contractarbeiders kwamen in eerste instantie voor een periode van vijf jaar; daarna kon hun contract verlengd worden, ze konden een lapje grond krijgen om een zelfstandig bestaan op te bouwen of ze konden een gratis scheepsreis krijgen terug naar hun land van herkomst. Het invoeren van goedkope arbeidskrachten uit India en Indonesië gaf een belangrijke impuls aan Suriname als multi-etnische en multiculturele samenleving.

Eigenlijk hoeft Oscar ook niet zo veel te kunnen, omdat Wildlust in de praktijk gerund wordt door de zwarte opzichter Creebsburg. De onsympathieke Creebsburg maakt in Oscar herinneringen wakker aan zijn despotische vader. Terwijl hij gaat inzien dat de koffieoogst nauwelijks geld oplevert en hij zich bewust raakt van het groeiende verzet onder de arbeiders, dragen de confrontaties met Creebsburg bij aan Oscars onzekerheid.

Voor Janna is het leven in Suriname net zo verstikkend als dat in Middelburg. In Paramaribo neemt ze deel aan een vergadering van de Damessociëteit over onderwerpen als “Reinheid in het tropenhuis” en “Het belang in de kolonie van normen en waarden”. Op de plantage is er weinig voor haar te doen. Terwijl Oscar het druk heeft met de koffieoogst, zit zij opgesloten in de directeurswoning. Haar enige aanspraak is de gekleurde huishoudster Alma.

Op het moment dat Oscar en Alma in Suriname aankomen, gaat het al niet goed meer met het plantagestelsel. Als Oscar een tochtje verder het binnenland in maakt, ziet hij dat de plantages verder stroomopwaarts er verlaten bij liggen, teruggegeven aan de natuur. Leuwsha’s beschrijvingen van het Surinaamse landschap, met name het bruine water en de stank van de rivier, onderstrepen de sfeer van verval en naderend onheil.

Misschien is het grootste probleem van Oscar en Janna wel dat ze geen respect afdwingen; ze zijn om oneigenlijke redenen aan het avontuur begonnen en ze brengen niets mee dat hun bevoorrechte positie zou kunnen rechtvaardigen. Oscar voelt zich in het nauw gedreven door de spanningen op de plantage, de machtspelletjes van Creebsburg en de druk vanuit de Maatschappij die nu eindelijk wel eens winst wil zien. Janna hunkert naar vertrouwelijkheid. Maar Alma stelt zich terughoudend op; zij weet maar al te goed dat zij en haar “misi” in de koloniale samenleving die Suriname nog altijd is, nooit vriendinnen zullen kunnen zijn.

Er was meer van te maken

De roman komt traag op gang. Leuwsha schetst een interessant beeld van een stuk gedeelde geschiedenis waar in Nederland weinig over bekend is. Ze laat zien dat er over de Surinaamse geschiedenis meer te vertellen valt dan alleen het slavernijgedeelte en de ontwikkelingen sinds 1980. Ook geeft ze een indruk van het ontstaan van die smeltkroes van culturen: indianen, marrons, creolen, hindoestanen en Javanen, Europeanen en alles ertussenin. Helaas legt Leuwsha te veel uit, en haar stijl is zo afgemeten dat je je als lezer moeilijk in het verhaal kunt inleven.

Pas ver na het midden van het boek begin je te voelen dat het boek opbouwt naar een dramatische climax. Ieder op hun eigen manier, ingegeven door wie zij in Middelburg al waren, overtreden Oscar en Janna de sociale codes die ervoor zorgden dat de spanningen op de plantage tot nu toe nog enigszins beheersbaar waren. Langs meerdere lijnen komt het verhaal tot een apotheose.

De verschillende gegevens hebben beslist potentiaal, maar helaas is Leuwsha als schrijver niet bedreven genoeg om er alles uit te halen. De gebeurtenissen worden onvoldoende uitgediept, zodat het onduidelijk blijft wat de auteur ermee wil. De proloog, waarin de zoon van een van de opstandelingen een eeuw later een bezoek brengt aan museum Wildlust om te zien waar zijn vader eens heeft gewoond, krijgt geen vervolg. En het is onbegrijpelijk waarom Leuwsha de scène die het dramatische hoogtepunt van het boek zou moeten vormen, bijna letterlijk in een vloek en een zucht voorbij laat gaan. Dit belangrijke historisch verhaal had een sterkere auteur verdiend.

  • Lees hier het eerste hoofdstuk van Plantage Wildlust.
  • Kijk hier de Cola Debrot-lezing 2020 door Tessa Leuwsha, getiteld “Wij hebben helden, wij bestaan!”

.......

Tessa Leuwsha, Plantage Wildlust. Amsterdam: uitgeverij Atlas/Contact, 2020.
ISBN 9789025458942. 176 pagina’s, € 19,90.

.......

130 jaar Javaans-Surinaamse geschiedenis

Op 10 augustus werd in Suriname herdacht dat het op die dag precies 130 jaar geleden was dat de eerste groep Javaanse contractarbeiders in Suriname aankwam, om onder erbarmelijke omstandigheden tewerkgesteld te worden op de plantages. Tijdens de herdenkingsplechtigheid bij het Gunungan-monument in Sana Budaya kondigde minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken aan dat de nieuwe regering van president Chan ­Santokhi die in juli is aangetreden, een cultureel beleid tot bevordering van bekendheid en respect van elke groep in de samenleving wil voeren. Aan de universiteit zullen er bijzondere leerstoelen gevestigd worden voor onderzoek naar en behoud van het culturele erfgoed van de verschillende bevolkingsgroepen. Lees hier verhalen over 130 jaar Javaans-Surinaamse geschiedenis.

.......

Lees ook

Grote Suriname-tentoonstelling probeert leemte te vullen

Nederlands in Suid-Amerika

Fort Nieuw-Amsterdam, Suriname: Gedeeld verleden, ander perspectief

Het Nederlandse slavernijverleden nader verkend

Persbericht: Archieven Surinaams-Nederlands slavernijverleden binnenkort digitaal te raadplegen

Amsterdam biedt excuses aan voor rol in slavernijverleden

Amsterdam wil museum over Nederlands slavernijverleden

Keti Koti

Muchu gustu: "En dit licht/ dat straks uitdoven zal"

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top