...
De kennismaking met het Nederlands heeft, zo herinnert Krog zich, haar Afrikaans aanzienlijk rijker gemaakt. Contact met andere talen voegt onmiskenbaar veel toe aan de eigen taalontwikkeling.
...
Onder het opschrift ‘Skrif is aan die muur vir Afrikaans, Nederlands en Vlaams’ publiceerde Antjie Krog op 10 januari 2024 een opinietekst die aanzet tot verder nadenken en van gedachten wisselen (Netwerk24/Die Burger: https://www.netwerk24.com/netwerk24/stemme/menings/krog-skrif-is-aan-die-muur-vir-afrikaans-nederlands-en-vlaams-20240108). Zij betreurt de verarming van het Afrikaans als gevolg van de afschaffing van Nederlandse boeken op Afrikaanse scholen. Aan de hand van een persoonlijke anekdote verwijst zij naar haar schooljaren toen de roman De onrustzaaier van Willem G. van Maanen is voorgeschreven. Het boek is opgenomen in de reeks ‘Literatuur van die Lae Lande’ in het uitgeverijfonds van Human & Rousseau. Dat deel is het meest herdrukte boek in de geschiedenis van de Zuid-Afrikaanse serie met Nederlandstalige titels (https://voertaal.nu/uitgever-koos-human-acquisiteur-hendrik-prins-en-de-schoolboekenmarkt-voor-nederlandstalige-literatuur-in-zuid-afrika-1969-1987/). De kennismaking met het Nederlands heeft, zo herinnert Krog zich, haar Afrikaans aanzienlijk rijker gemaakt. Contact met andere talen voegt onmiskenbaar veel toe aan de eigen taalontwikkeling. Voor Afrikaanssprekenden nodigt de (historische) taalverwantschap met het Nederlands uit om de eigen woordenschat uit te breiden. Hoewel beide talen uit elkaar zijn gegroeid de afgelopen honderd jaar – de voorbije decennia meer dan tevoren, zeker nu tal van variëteiten van Afrikaans naast het Standaardafrikaans een eigen plek opeisen – delen zij een geschiedenis. Zij pleit voor ruimere (of nieuwe) blootstelling aan Nederlandse literatuur, een nieuwsgierigheid die naar haar oordeel voor taalwinst zorgt: linguïstische bevruchting van het Afrikaans door het Nederlands. Daarnaast looft zij de manier waarop in de Lage Landen een structureel vertaalbeleid wordt gevoerd door het Nederlandse en Vlaamse letterenfonds, waarbij veel anderstalige literatuur, zoals in Duits, Engels, Frans, Spaans en Russisch, binnen de kortste keren in een uitstekende Nederlandse vertaling beschikbaar is. In de Lage Landen bestaat inderdaad een gesubsidieerde en sprankelende vertaalcultuur, waarvoor de nodige infrastructuur en middelen (zoals Vertalershuizen in Amsterdam en Antwerpen) beschikbaar worden gesteld.
Verhaal van diglossie
Afrikaans en Nederlands zijn historisch gesproken nauw verwante talen sinds de VOC in 1652 een verversingspost oprichtte bij Kaap de Goede Hoop en de volgende decennia een kolonie is tot stand gekomen. Nederlandse kolonisten waren bijna anderhalve eeuw in beheer van het koloniale stelsel. Taalkundigen vertellen ons dat meer dan 85 procent van de woordenschat van Afrikaans en Nederlands vrijwel identiek is. Die overeenkomsten zorgen ervoor dat Nederlanders, Vlamingen en Afrikaanstaligen elkaar doorgaans goed kunnen begrijpen. Het Nederlands had dan ook een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van het Afrikaans, vanzelfsprekend naast tal van andere talen. Voordat het Afrikaans in 1925 een ambtelijk statuut verkreeg in Zuid-Afrika en er sprake was van diglossie – twee talen (Nederlands en Afrikaans) die in andere omstandigheden als volwaardige talen naast elkaar in omgang waren – is sinds de koloniale tijd, ook ten tijde van de Britse kolonie vanaf 1806, een Nederlandstalige literatuur geschreven. In hun boek Geen land voor dromen. Geschiedenis van de Nederlandse Zuid-Afrikaanse literatuur (2023) presenteren Eep Francken en Olf Praamstra hiervan een uitvoerig panorama. Hoewel het Nederlands geen officiële taal meer was in Zuid-Afrika sinds 1925, bleef het Nederlands lange tijd een spreek- en ook schrijftaal in Zuid-Afrika. Geleidelijk ontwikkelde het Afrikaans zich als een taalsysteem, ook een literair systeem, met een eigen dynamiek en dus geleidelijk weg evoluerend van het Nederlands. Afrikaanse en Nederlandse schrijvers en instituten onderhielden de voorbije eeuw in mindere of meerdere mate altijd contacten, hoewel de talen zoals gesteld altijd maar verder uit elkaar dreven. Bekende Zuid-Afrikaanse schrijvers, zoals Breyten Breytenbach, André Brink, Ronelda Kamfer, Antjie Krog, Etienne van Heerden, Eben Venter en Ingrid Winterbach, genieten aanzienlijk erkenning in de Lage Landen. Historisch-letterkundig en cultuursociologisch onderzoek toont aan dat het taalcontact tussen Afrikaans en Nederlands de afgelopen honderd jaar aanleiding gaf tot een productieve uitruil van literaire teksten en andere cultuurgoederen. Er zijn hoogtepunten, zoals in de jaren 1934-1955, en ook momenten van verwijdering in de apartheidsperiode en ten tijde van de Nederlandse culturele boycot.
...
Bekende Zuid-Afrikaanse schrijvers, zoals Breyten Breytenbach, André Brink, Ronelda Kamfer, Antjie Krog, Etienne van Heerden, Eben Venter en Ingrid Winterbach, genieten aanzienlijk erkenning in de Lage Landen.
...
Taalvariatie en polyfonie
Wanneer Antjie Krog verwijst naar Nederlandse literatuur op school, verwijst zij naar de jaren zeventig. Toen waren er volgens Wilfred Jonckheere zestien departementen Afrikaans en Nederlands aan Zuid-Afrikaanse universiteiten, waar een volwaardige studie Nederlands kon worden gevolgd. Vandaag is dat aantal geslonken tot een viertal departementen waar naast Afrikaans ook Nederlands aan bod komt. Die geschiedenis heeft alles te maken met politieke besluiten, ook beslissingen van universiteitsbesturen, naast de organische ontwikkeling van Afrikaans in tal van variëteiten, in regiolecten en sociolecten. Mikhail Bakhtin duidde variëteiten in een taal aan met de term “heteroglossia” (“many voices”) en verwijst daarmee naar uiteenlopende wereldbeelden die in elk van die talen voorkomen. Het zijn in Afrikaans taalvariëteiten die naast het lange tijd normatieve Standaardafrikaans een eigen plek verwerven en intussen in sommige gevallen zich ontwikkelen als de schrijftaal voor overwegend schrijvers van kleur en hun gemeenschappen. Feit is dat er een dieper wordende kloof ontstaat tussen bijvoorbeeld Kaaps en Nederlands. Zo verloopt de taalontwikkeling. Krampachtig vasthouden aan een Nederlandse stam is intussen een anachronisme, een taalpolitieke houding die steeds meer aan draagkracht inboet.
Nochtans zijn er volgens Krog goede redenen om studenten aan te moedigen Nederlandse literatuur te lezen en niet te kiezen voor een vertaling in Afrikaans. Die vertalingen zijn wellicht ook niet nodig, omdat Afrikaanstaligen gewoonweg liever in het Engels lezen. Wat Zuid-Afrikaanse uitgevers van vertalingen uit de Nederlandse literatuur stellen: voor Afrikaanse vertalingen van Nederlandse gedichten en romans bestaat geen noemenswaardige belangstelling in Zuid-Afrika. Wie taalbewust is, zeker als Afrikaanssprekende, zal in de dialoog met het Nederlands heel veel opsteken. In ons opiniestuk in Die Burger stellen wij onder meer het volgende: “diegene wat taalbewus is, sal aansienlik baat vind by die interaksie met Nederlands. Beide tale kan verryking vind by die ander se woordeskat, veral waar spreekwoorde en uitdrukkings unieke maniere vind om ervarings en gebeurtenisse te verwoord. Sou mens Vlaams, met sy eiesoortige verhouding tot Hollandse Nederlands, byreken, word die moontlikhede selfs nog groter”.
De vernauwende blik van monoglossia
Door zich niet als puristen te beperken tot één taal, een standaardtaal die als enige norm geldt (“monoglossie”), maar door zich open te stellen voor andere talen(variëteiten), niet alleen het Engels, wordt een taal verrijkt en dus ook de taalgebruiker. We moeten ons bewust zijn wat de keuze voor het Engels als implicatie heeft, of dus de ontwikkeling naar een monoglossie. Engels is de internationale lingua franca die de wereld van kennis en onderwijs, ook van het wetenschapsgesprek, in een greep heeft. Louise Viljoen had het al eerder in een bijdrage in Internationale Neerlandistiek (2014) over een wereld die steeds meer “monoglossies” is. 21 februari is door UNESCO uitgeroepen als de internationale moedertaaldag (https://www.unesco.org/en/days/mother-language). Op die dag wordt de rijkdom van linguïstische variatie en dus heteroglossie benadrukt. Het belang van moedertaalonderwijs wordt onderstreept: hoe we in onze eerste taal kennis overdragen, verhalen vertellen, het makkelijkst concepten en inzichten verwerven, et cetera. Monoglossie en verengelsing overschaduwen de meertaligheid. Internationalisering is meer dan verengelsing, zoals ook Ludo Beheydt vorig jaar schreef in Knack Magazine (https://www.knack.be/nieuws/belgie/onderwijs/internationalisering-wordt-weer-verengd-tot-verengelsing/). Het Anglo-Amerikaanse denk- en spreekmodel fungeert dezer dagen als een standaard, zelfs als een fuik, zodat veeltaligheid stelselmatig aan waarde moet inleveren. In verschillende talen en culturen worden andere verhalen verteld. Talen zijn geen neutrale communicatiemiddelen.
Taalblootstelling en “morsige veelvuldigheid”
Op de dag van de meertaligheid mag het worden beklemtoond: meertaligheid is niet alleen een praktisch instrument in sociaal en professioneel verkeer. Het mens- en wereldbeeld van de spreker wordt verruimd en “taalblootstelling” verrijkt ook in cultureel opzicht. Door de banden aan te halen met het Nederlands in Nederland en Vlaanderen wordt, zoals Krog stelt, het Afrikaans bloeiender en meer gedifferentieerd. De verwijzing naar de vertaalinfrastructuur is in dat opzicht belangrijk. In een meertalig land zoals Zuid-Afrika moet meer worden geïnvesteerd in vertaling: in opleiding, middelen en infrastructuur. Niet alleen om beter met elkaar te kunnen communiceren en zienswijzen uit te wisselen, maar ook om wederzijds respect af te dwingen tussen talen en culturen. Dat is dus niet alleen door eenzijdig en soms uit gemakzucht voor (slecht) Engels te kiezen. Investeren in vertalingen is een fundamentele manier om in samenspraak aan een meertalige en cultureel diverse gemeenschap te bouwen. Krog spreekt over “’n immer uitbreiende selfs morsige veelvuldigheid” en “geen gesuiwerde eenheid”. Te lang was het literaire bedrijf in het Afrikaans, zo kan de stelling worden gelezen, in de (nationalistische) wurggreep van een opgelegd en normatief Standaardafrikaans. Hierin komt nu verandering. Niet door een conservatieve egelstelling in te nemen, maar door te kiezen voor “progressieve bevrijding”. Openheid van geest en taalnieuwsgierigheid wordt in het gesprek tussen mensen en culturen bevorderd.
...
Dat is dus niet alleen door eenzijdig en soms uit gemakzucht voor (slecht) Engels te kiezen. Investeren in vertalingen is een fundamentele manier om in samenspraak aan een meertalige en cultureel diverse gemeenschap te bouwen.
...
De conclusie is de volgende: “Deur ons verbintenisse met Nederlands in Nederland en Vlaandere te versterk, sowel as met Surinaams-Nederlands en Antilliaans-Nederlands – wat ook tale is wat met ander tale en kulture in aanraking kom – word Afrikaans ’n meer diverse taal”.
Netwerk24/Die Burger publiceerde op 19 februari 2024 een aanzienlijk ingekorte versie in Afrikaans: Alwyn Roux en Yves T’Sjoen, ‘Mens en taal verryk deur meer taalkontak’ (https://www.netwerk24.com/netwerk24/kunste/boeke/boekevat-mens-en-taal-verryk-deur-meer-taalkontak-20240219).
Lees ook:
Geen land voor dromen blaast het stof van Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur
Antjie Krog notitie #4: De beeldvorming van Krogs poëzie door het oog van Gerrit Komrij
Gent-Universiteit hang solank die vlae uit vir Antjie se koms