De zaal was tot de laatste stoel gevuld, en bij de deur van De Brakke Grond moest de organisatie van het Festival voor het Afrikaans mensen wegsturen. Iedereen kwam voor Antjie Krog. Maar wie een plaatsje had kunnen bemachtigen, kreeg de jonge dichteres Jolyn Phillips en rapper Meneer Naudé er gratis bij. Dat bleek een aangename verrassing.
Voor de lezers die nog niet bekend zijn met het fenomeen: spoken word is een vorm van poëzie waarbij de voordracht centraal staat. Het gebruik van de eigen stem en ritme zijn daardoor belangrijk, en de onderwerpen zijn vaak emotioneel en maatschappelijk geëngageerd.
Het optreden van Krog, Phillips en Naudé op de tweede dag van het Festival voor het Afrikaans begint met een gezamenlijke voordracht. Krog en Phillips dragen samen het door Krog geschreven Engelstalige gedicht “The Black Gaze” voor, begeleid door de mondharmonica van Naudé. Het gedicht gaat over de rassendynamiek in het hedendaagse Zuid-Afrika en wordt krachtig gebracht met een dramatische uitvoering door Krog en een ironische reactie van Phillips.
Na deze sterke opening stapt Krog opzij en geeft ze het woord aan Phillips, die verdergaat in het Afrikaans. Haar eerste gedicht is een liefdesgedicht, en na het explosieve begin van de voorstelling moet het publiek even omschakelen; men is nog zo overdonderd dat men bijna vergeet te klappen. Gelukkig heeft Phillips een stevige performance en eist ze met haar heldere voordrachten al snel weer voldoende aandacht op. Ze gebruikt een fijne cadans, heeft een goed gevoel voor ritme en met haar sobere fysieke presentatie van het gedicht houdt ze de focus op de tekst.
Krog gebruikt haar stem veel dramatischer, maar staat ook statisch op het toneel. Ze lijkt zich volledig te concentreren op de kracht van haar woorden. Ook haar tweede gedicht is vrij politiek en duister, alhoewel iets subtieler. Ze gebruikt thematiek die we van haar gewend zijn, al zullen de meeste mensen in het publiek het nog niet in deze vorm ervaren hebben.
Tijdens de voordrachten wordt achter de artiesten de Nederlandse vertaling van de Afrikaanse teksten geprojecteerd. De teksten van Antjie Krog waren eerder al vertaald door Robert Dorsman, maar de vertalingen van Naudé en Phillips zijn speciaal voor de gelegenheid gemaakt door Rob van der Veer, Dorien de Vries, Jente Rhebergen en Ingrid Glorie – een mooi bijproduct van het festival. Zeker tijdens de vlotter gesproken teksten is het voor de Nederlandse bezoekers fijn om af en toe terug te kunnen vallen op de vertaling, al was het wel aan te raden je daar niet op blind te staren: het zou zonde zijn als het de aandacht voor de klank en het ritme wegneemt.
Als Meneer Naudé voor het eerst aan de beurt is, krijgt het publiek een heel nieuwe ervaring. Naudé brengt zijn bekende rap “Praat saam my”, wat uitstekend werkt omdat daarin ook juist gereflecteerd wordt op taal en nieuwe manieren om de taal te gebruiken. “My taal is kanniedood,” zegt hij, en hij verzet zich tegen mensen die hem vragen te conformeren aan het standaard-Afrikaans. Hij wil de vrijheid om zijn taal creatief te gebruiken op een manier die bij hem past.
Naudé wordt weer opgevolgd door een nieuw cluster gedichten van Jolyn Phillips. Deze gedichten zijn narratiever, en vertellen over een reis door verschillende regio’s van Zuid-Afrika en de kennismaking met verschillende groepen daar: wit, zwart, rijk, arm, christen en moslim. Graag gebruikt zij humor in haar stemgebruik en presentatie: ze rolt met haar ogen en doet stemmetjes na van verschillende typen personages.
Deze humor biedt een goede overgang naar een rustiger deel van het optreden. Er zit nu voldoende kalmte in de voorstelling om Antjie Krog de ruimte te bieden voor meer verstilde, meer lieflijke en hoopvolle poëzie, over minder politieke onderwerpen, zoals ouderdom. Meneer Naudé volgt haar op met een tekst over verdriet. Nu wordt het duidelijker voor het publiek: Naudé bijt zich vast in een onderwerp, definieert het, neemt een standpunt in en verdedigt dat met hand en tand. Zijn teksten zijn bijna uiteenzettingen en het lijkt zeker indruk te maken bij het publiek.
Bij haar laatste solo-optreden stapt Jolyn Phillips af van enkel het gebruik van haar stem en neemt ze er een gitaar bij. De nadruk blijft echter op de tekst, als ze eindelijk de humor wat meer links laat liggen en emotionelere onderwerpen aansnijdt in teksten als “Pappa’s einde”. Ze maakt veel gebruik van herhaling en vergelijkbare klanken, waarmee de gitaar wordt verklaard: de gedichten uit haar bekroonde bundel Radbraak zijn songteksten geworden.
De voorstelling word afgesloten met weer een gezamenlijke tekst, waarin Krog, Phillips en Naudé het belang van het woord en woordkunst benadrukken. Veel bezoekers zullen op Krog af zijn gekomen, zij is tenslotte toch een grote naam, maar ze lijkt bewust, soms zelf letterlijk, een stapje opzij te hebben gedaan om ruimte te bieden aan nieuwe stemmen. Gelukkig kunnen we het aan Krog toevertrouwen dat ze daar de juiste mensen voor kiest, want bij dit optreden deden Jolyn Phillips en Meneer Naudé zeker niet voor haar onder. De voordrachten smaakten naar meer en doen verlangen naar een langere voorstelling waarbij ook Krog meer de tijd zou kunnen nemen voor haar werk.
.............
Lees ook
Hannelore oor Festival voor het Afrikaans 2018: kyk ’n video-onderhoud
Veilinghuis Strauss & Co verricht taxaties tijdens Festival voor het Afrikaans
Festival voor het Afrikaans 2018: Fonteine in die Dorsland en meertaligheid
Zelda la Grange in Amsterdam: "Kunst kan mensen aan het denken zetten"
Taal en muziek verbroederen tijdens Festival voor het Afrikaans
Buro: IG