Symbolische waarde van literaire vertalingen uit het Nederlands in het Afrikaans
In deze bijdrage onderstreep ik het belang van investeringen in de productie van vertalingen van Nederlandstalige literatuur in het Afrikaans. Niet alleen is de oproep gericht aan subsidiërende letterenfondsen, die overigens reeds vele jaren vertalersbeurzen toekennen aan Zuid-Afrikaanse vertalers, maar ook aan commerciële uitgeverijen in Zuid-Afrika die de boekproductie mogelijk maken en er zoals uitgeefdirecteurs mij meedelen veel financiële middelen voor over hebben. Verder is er een acute nood aan goede opleidingen voor (jonge) vertalers in het Afrikaans. En last but not least dringt zich een meer inclusieve canon op in Zuid-Afrika van Nederlandse literatuur. Bij wijze van primeur licht ik aan het eind van het artikel de sluier van een bijzonder interessant vertaalproject waaronder Antjie Krog de schouders zet en dat ik in de Lage Landen nieuwsgierig opvolg. Voor de anthologiebundel moeten uitgevers in Zuid-Afrika en in het Nederlandse taalgebied warm te maken zijn.
Vertaling als productiereceptie van anderstalige literatuur
In het themanummer ‘Het buitenland bekeken. Vijf internationale auteurs door Nederlandse ogen (1900-2000)’ van Nederlandse Letterkunde, samengesteld door Els Andringa, Sophie Levie en Matthijs Sanders (2006), wordt literaire dynamiek omschreven als een afwisseling van allochtone en autochtone ontwikkelingen in een literaire cultuur, een complex van convergenties en divergenties tussen taal- en cultuurgebieden. De basisstelling is dat buitenlandse literatuur deel uitmaakt van een nationale literatuur. Interviews met schrijvers, receptieteksten zoals recensies en ook kritische repertoires van schrijvers en critici, én vooral niet te vergeten vertalingen, spelen een rol in de internationale cultuurtransmissie. In de transnationale literatuurstudie worden onder meer met behulp van de vertaalwetenschap en vergelijkende letterkunde literaire relaties tussen culturen bestudeerd. Naast de kritische ontvangst van anderstalige teksten, al dan niet beschikbaar in vertaling, wordt gesproken over een creatieve productiereceptie van literatuur (naast de kritische literatuurbeschouwing). De vertaling biedt een tekstinterpretatie die per definitie wordt bepaald door literaire tradities in het ontvangende taalgebied, door een vertalerspoëtica en vanzelfsprekend door de culturele context waarin de vertaling wordt geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd. De relaties tussen het Afrikaans en het Nederlands, wat de trans-linguïstische literaire vertogen betreft, worden ondanks of net dankzij de historische taalverwantschap al vele jaren bepaald door vertalingen.
Uitgeverslandschap in Afrikaans
Een panoramisch overzicht van de vertaalgeschiedenis van literaire teksten in beide taalrichtingen biedt een indrukwekkend beeld van de literaire (creatieve) receptieproductie. De bibliografische lijst van Protea Boekhuis, met “145 boeke wat óf in Nederlands óf uit Nederlands in een van die elf amptelike tale in Suid-Afrika vertaal is en deur Protea Boekhuis gepubliseer is” (1998-2022), presenteert een substantieel onderdeel voor een dergelijk overzicht (e-mail Nicol Stassen aan Yves T’Sjoen, dd. 28/10/2022). Hoewel Protea jarenlang de meest ondernemende uitgeverij is van vertaalwerk uit het Nederlands in het Afrikaans begeeft zich sinds enige tijd een handvol spelers in het uitgeverijlandschap. Vermeldenswaard zijn jongere uitgeversinitiatieven die de moeite doen om vertaalwerk uit te geven. In het bijzonder Naledi (Johan Coetzee), met in het vertaalfonds onder meer Benno Barnard, Diane Broeckhoven, Saskia de Coster, Jef Geeraerts, Mark Tritsmans en W.F. Hermans. Ik denk aan het kleinschalige bedrijf Imprimatur (Martjie Bosman), uitgever van Liedjes/Liedjies van Nachoem M. Wijnberg (vertaling Daniel Hugo). Verder bieden internetsites, zoals LitNet/Voertaal en ook Versindaba, de gelegenheid om vertalingen te publiceren en/of te recenseren. Daarnaast worden vertalingen weliswaar beperkt maar opvallend gunstig onthaald in de Afrikaanstalige media. Dankzij de steun van de letterenfondsen in Nederland en Vlaanderen worden vertalingen geproduceerd: het honorarium voor de vertaler wordt vergoed met buitenlands werkingskrediet en de Zuid-Afrikaanse uitgeverij staat borg voor productie- en promotiekosten.
Wanneer ik een boekwinkel bezoek in Zuid-Afrika, ga ik doorgaans eerst het aanbod na van vertaalde boeken uit het Nederlands. Zowel bij Protea Boekhuis als in filialen van Exclusive Books vind je makkelijk uitgaven met vertalingen, makkelijker dan vroeger. Ik denk dat de distributie van de boeken inmiddels beter verloopt dan jaren geleden. Nagouders van Saskia de Coster (Wium van Zyl), Koningin Lear van Tom Lanoye (Antjie Krog), Die tienduisend dinge van Maria Dermoût (Ena Jansen) en Die trouservies van Benno Barnard (Daniel Hugo) trof ik begin dit jaar nog aan in een boekwinkel in George. Elders vind je vertalingen van romans van Kris van Steenberge (Woesten, Fanie Olivier), Ilja Leonard Pfeijffer (Die mooiste meisie van Genua, Fanie Olivier), Hugo Claus (Die verdriet van België, Daniel Hugo) en bijvoorbeeld Griet op de Beeck (Kom hier dat ek jou soen, Christine Barkhuizen-Le Roux). De lijst met voorhanden vertaalwerk is zoals gezegd bijzonder uitgebreid (in 2019 publiceerde ik dit overzicht: https://www.litnet.co.za/onstuimig-knetteren-nederlandse-letteren-onder-het-zuiderkruis/).
Symbolische kapitalisering
Een commerciële uitgeverij die investeert in de uitgave van vertaalde literatuur verhoogt zijn symbolisch kapitaal, zowel in het eigen taalgebied als in het buitenland. Het is niet alleen van cruciaal belang voor een schrijver en bij uitgebreid voor een taalgebied en een literaire cultuur dat titels worden vertaald. Ook de uitgeverij die investeert in wat meestal een onrendabele activiteit is, oogst hiermee geloofwaardigheid en uitstraling in het buitenland. Daarenboven brengen vertalingen literaturen met elkaar in contact, hoezeer de culturele inbedding van literaire productie ook verschillend is in Zuid-Afrika, Nederland en Vlaanderen.
In Zuid-Afrika is het aantal uitgeverijen dat zich toelegt op vertaalde werken niet groot, maar wel performant en van bijzonder belang voor de verspreiding van Nederlandstalige literatuur in het Afrikaans. De vele literaire festivals en kunstenfeesten zijn gelegenheden voor Nederlandse en Vlaamse schrijvers, meestal met nodige Nederlandse en Vlaamse overheidssteun, om op te treden en het werk bekend te stellen aan een steeds weer belangstellend publiek.
Is de kentering ingezet? Zullen we de komende tijd het aantal vertalingen zien krimpen op de Zuid-Afrikaanse boekenmarkt? De meest ondernemende uitgeverij in Zuid-Afrika die zich door toedoen van de directeur Nicol Stassen al lang toelegt op boekuitgaven van vertalingen uit het Nederlands, gaf vorig jaar te kennen niet langer te zullen investeren in dergelijke boekproductie. De uitgaven van vertalingen zijn duur, niet lucratief of voldoende rendabel (lage verkoopcijfers), én er moet worden bespaard door het uitgevershuis. Nochtans blijft de steun van letterenfondsen in de Lage Landen onverminderd. Mogelijk kunnen andere spelers zich verder profileren, met de stellige hoop dat Protea Boekhuis toch weer zal investeren in vertalingen.
Nieuwe en bekende spelers op de boekenmarkt
Naledi bouwt sinds enkele jaren een vertalingenfonds uit en de wens is dat méér Afrikaanse vertalingen zullen verschijnen, of beter gezegd: andere accenten zullen worden gelegd in de bestaande teksttransmissie vanuit het Nederlandse taalgebied naar het Afrikaans. Met professionele uitgeeforganisaties zoals Lapa Uitgewers, deel van het concern Penguin Random House South Africa (waartoe onder andere ook Umuzi behoort, uitgever van de tweevoudige Hertzogpryslaureaat S.J. Naudé), kan worden bekeken of ook vertalingen in het fonds worden opgenomen.
Protea Boekhuis heeft niet alleen een lange uitgaventraditie met vertaald werk. Uitgeverijen in Zuid-Afrika met een interessant fonds literaire en non-literaire fictie, spelers die er echt toe doen en zich toeleggen op Afrikaanse literatuur (zoals Kwela, Queillerie, Tafelberg en de gevestigde uitgeverij Human & Rousseau in het consortium van NB Uitgewers, jonge uitgeversprojecten zoals Naledi en Imprimatur), richten zich in sommige gevallen ook op vertaalwerk uit het Nederlands. Een literatuurhistorische studie van dat vertalingenrepertorium moet nog worden geschreven, zoals ook uitgeverijgeschiedenissen noodzakelijk zijn en bij uitbreiding studies van de literair-institutionele infrastructuur van de Afrikaanse literatuur. Dergelijke literaire instituties blijven voorlopig nog onderbelicht in de Afrikaanse literatuurstudie.
Vertaalopleiding en inclusieve canon
In dit licht is het mijns inziens van belang dat verder wordt ingezet op professionele opleiding van jonge vertalers met als resultaat uitstekende vertalers maar ook een grotere diversiteit. Vertalers, waaronder Zandra Bezuidenhout, Heilna Du Plooy, Daniel Hugo, Ena Jansen, Charl-Pierre Naudé, Hennie van Coller en anderen, hebben zoveel ervaring opgebouwd dat zij een stimulerende rol kunnen spelen in de vorming van jonge vertalers uit het Nederlands. Daarnaast moet de titellijst van vertaalde romans en dichtbundels tegen het licht worden gehouden. Het tekstencorpus dat nu in het Afrikaans beschikbaar is, is bijna uitsluitend gericht op de literatuur van de Lage Landen. Een meer inclusief beeld van de Nederlandstalige literatuur dringt zich op: tot op heden zijn geen teksten vertaald van “schrijvers van kleur”, in Nederland en België, én al helemaal niet uit de Surinaams-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse literatuur. Het profiel van auteurs die zijn vertaald is nogal eenzijdig. Dit manco dient te worden verholpen. Uitgeverijen die risicovol durven te investeren en daarin geholpen worden door fondsen uit de Lage Landen – zoals Protea Boekhuis al meer dan twintig jaar doet en naar ik hoop ook de komende tijd nog of weer zal doen – bestaan in Zuid-Afrika.
Investeringen zijn lonend, zowel wat de buitenlandse uitstraling betreft als het symbolisch kapitaal of het prestige dat de uitgeverij ermee verwerft in het taalgebied zelf. In de Lage Landen (Amsterdam en Antwerpen) zijn er niet alleen de vertalershuizen, ook voor Zuid-Afrikaanse vertalers. Er wordt en plus een bijzonder actief vertaalbeleid gevoerd waarvoor de letterenfondsen aanzienlijk veel krediet ter beschikking stellen.
Ik herhaal het graag nog eens: vertalers met een lange staat van verdiensten wacht een belangrijke taak in de opleiding van vertalers. Zowel voor door de wol geverfde als jonge vertalers die de stiel moeten leren staan veel bijzondere titels ter beschikking die een Afrikaanse vertaling verdienen. Waar zijn de Nederlandstalige “schrijvers van kleur” in het Afrikaans? Er is alles voor te zeggen vooral voor studenten Afrikaans en Nederlands en voor andere lezers vooral die boeken aan te bieden. Doe het toch maar (2021) van Babs Gons, Jaguarman (2020) van Raoul de Jong, Habitus (2018) van Radna Fabias en Confrontaties (2020) of Zo hoog de zon stond (2022) van Simone Atangana Bekono verdienen zonder meer een vertaling in het Afrikaans.
Alleen al vanuit didactisch oogpunt valt hierover van alles te zeggen in colleges letterkunde. De collegereeks van Alfred Schaffer in Stellenbosch, over koloniale en postkoloniale literatuur, bevat titels waarvoor met name Afrikaanstalige studenten ruime belangstelling hebben. Laten we die titels vertalen in een context van postkoloniale letterkunde en discussies over dekolonisering.
Nederlandse literatuur in Kaaps/Afrikaans
Een vertaalproject dat thans wordt ondernomen bij UWK op instigatie van Antjie Krog en Marni Bonthuys laat het beste verhopen. De bloemlezing met vertalingen van werk van hedendaagse vrouwelijke auteurs in de Lage Landen en in Zuid-Afrika, vertalingen uit het Nederlands in Kaaps/Afrikaans door studenten onder de leiding van Marni Bonthuys en Valda Jansen, zal in totaal dertig gedichten bevatten: van Simone Atangana Bekono, Radna Fabias en Babs Gons.
Babs Gons (Neerlandistiekdag 2022, SASNEV) (Foto: Menán van Heerden)
Radna Fabias (Open Book Festival, 2019) (Foto's: Menán van Heerden)
Simone Atangana Bekono (Open Book Festival, 2019) (Foto's: Menán van Heerden)
De selectie wordt gecombineerd met werk van onder anderen Lynthia Julius, Jolyn Phillips en Ronelda Kamfer in verscheidene variëteiten van het Afrikaans. Dergelijke initiatieven met medewerking van schrijvers en vertalers in de Lage Landen en in Zuid-Afrika laten op die manier een rijker, diverser en inclusiever beeld zien van het actuele literaire klimaat en hedendaagse debatten over ras en etnie, kolonialisme en gender in de literaturen van het Nederlands en van het Afrikaans. Het is in spanning uitkijken naar een vertaalwerk dat niet alleen een correctie biedt op het beeld dat vandaag bestaat van de Nederlandse literatuur in het Afrikaans. Het biedt daarenboven een relevant, inclusief en indringend beeld van onderwerpen die er vandaag echt toe doen in het literair en dus in het maatschappelijk debat.
Lees, luister en kyk ook:
"Hedendaagse troebadoere": Wat is die rol van die gesproke-woord-kunstenaar?
"I ended up writing poetry because of the Wachowskis" – an interview with Simone Atangana Bekono
Nederlandse digkuns gevier by Open Book Festival 2019 (Kaapstad)
Bijeenkomst rond derde Nelson Mandela-lezing roept gemengde emoties op
Betogings bring tersaaklikheid van boekfeeste en gesprekke sterk na vore
Alfred Schaffers kijk op poëzie zal na Zuid-Afrika nooit meer hetzelfde zijn
Lees ook op LitNet Akademies:
Buro: MvH