....
Er blijken wel dertien verschillende etniciteiten
in zijn DNA opgesloten te liggen.
....
In Wortelzucht gaat de Amsterdamse Marcel van Kanten op zoek naar zijn roots. Zijn autobiografische speurtocht voert hem langs vier continenten: Europa, Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Maar wat zoekt hij nu eigenlijk en waarom? En zal hij het weten te vinden?
Als mensen hem vroegen waar hij vandaan kwam, had Marcel van Kanten (1963) zijn antwoord al klaar: “Ik ben half-Surinaams en half-Indisch”. Maar als hij van een vriend voor zijn verjaardag een DNA-kit cadeau krijgt, doet hij een verbazingwekkende ontdekking. Het blijkt dat er wel dertien verschillende etniciteiten in zijn DNA opgesloten liggen!
Waar komen al die etnische invloeden vandaan? Van Kanten besluit zijn familiegeschiedenis te onderzoeken. Daarbij wordt hij gedreven door wat de Congolees-Nederlandse schrijver Kiza Magendane “wortelzucht” heeft genoemd: “de drang bij mensen om hun wortels te ontdekken”.
....
Van Kanten ziet zichzelf als de belichaming van de multiculturele samenleving.
....
Maar het gaat Van Kanten niet alleen om zijn persoonlijke zoektocht en ook niet alleen om zijn behoefte om zijn dochter te kunnen vertellen waar haar vaders familie vandaan komt. Van Kanten ziet zichzelf als de belichaming van de multiculturele samenleving. Die multiculturele samenleving is in Nederland inmiddels een voldongen feit, constateert Van Kanten. Toch zijn de verhalen over de families van mensen met een migratieachtergrond volgens hem nog onvoldoende bekend.
Met zijn boek wil Van Kanten laten zien “dat wij allemaal wereldburgers zijn”, “elk met unieke levensverhalen die soms op een bizarre manier met elkaar zijn verknoopt”. Uiteindelijk hoopt hij anderen te inspireren ook hun familiegeschiedenis te onderzoeken en met de buitenwereld te delen. “Niet alleen in de ogen van de ander, maar ook in de verhalen van die ander kan ik mijzelf herkennen”, schrijft hij. “En ik hoop dat dat omgekeerd ook zo is.”
Nederlandser dan de Nederlanders
Voor zijn onderzoek heeft Van Kanten gebruik gemaakt van DNA-analyse, archiefonderzoek en gesprekken met deskundigen, familieleden, en nazaten van andere rolspelers uit zijn voorgeschiedenis. Zijn verhaal wordt verlevendigd met oude foto’s, documenten, tekeningen en schilderijen. Deels gaat het om zwart-wit foto’s die door Van Kanten zelf met de computer zijn ingekleurd.
Zijn beide ouders zijn immigranten. Zijn moeder is in 1950 met haar ouders per boot vanuit Indonesië naar Nederland gekomen; als totoksi en Indo’s waren zij na de dekolonisatie in het vroegere Nederlands-Indië hun leven niet meer zeker. Zijn vader arriveerde in 1958 vanuit Suriname, ook een voormalige Nederlandse kolonie. Ook zíjn ouders zouden later de oversteek wagen.
De kleine Marcel komt graag bij zijn oma’s en opa’s. Het ene weekend eet hij Indische risolles, stinkende trassi en spekkoek, en het andere weekend Surinaamse pom, papaja en pindasoep. Hij merkt al vroeg dat er iets geks is met het Nederlands dat zijn oma’s en opa’s spreken. Wat thuis een banaan heet, heet bij zijn Indische grootouders een “pisang” en bij zijn Surinaamse grootouders een “bacove”. “Lieve help, hoe moet ik dit uit elkaar houden?”
Toch proberen Marcels ouders en grootouders angstvallig om niet op te vallen. Zij hopen op een beter leven in Nederland, zo niet voor zichzelf, dan toch in elk geval voor hun kinderen en kleinkinderen. Daarom zijn de oudere generaties bereid om alles wat aan hun land van herkomst kan herinneren te verloochenen. Marcels vader spreekt als Surinaamse Creool uit Paramaribo “beter Nederlands dan de gemiddelde Hollander”. Marcel en zijn broertje mogen niet met een Surinaams accent praten “want hun toekomst ligt in Nederland”. Ook bij zijn Indische opa en oma wordt er “keurig” Nederlands gesproken.
....
De uitslag van de DNA-analyse prikkelt Van Kanten om zijn familiegeschiedenis uit te pluizen.
....
Inderdaad blijft de discriminatie die zijn ouders en grootouders na aankomst in Nederland hebben ervaren, de jonge Marcel bespaard. Aanvankelijk valt het ook niet aan hem te zien dat hij “dubbelbloedig” is. Het wordt pas verwarrend als zijn steile, blonde haar in zijn puberteit donker kleurt en begint te kroezen.
De term “dubbelbloedig” ontleent Van Kanten aan de gelijknamige, met de Opzij Literatuurprijs bekroonde roman van de Surinaams/Nederlandse schrijfster Etchica Voorn. Voorn bedacht deze term als alternatief voor het gangbare woord “halfbloed”, dat volgens Van Kanten “teveel riekt naar ‘niet voor vol worden aangezien’ door witte mensen”. “I love it!”, schrijft Van Kanten. “Het doet recht aan de culturele verrijking die ik op veel momenten ervaar.”
Wortelzucht is een viering van mensen met een gemixte culturele identiteit, zoals Surinaams-Nederlands of Moluks-Nederlands. Zoals Van Kantens eigen stamboom laat zien, zijn de mogelijke combinaties eindeloos. “Deze cultureel fluïde mensen hebben iets bijzonders”, vindt Van Kanten. “Ze zijn vaak sterk empathisch, denken minder snel in hokjes, ze ervaren minder snel cultuurshocks, passen zich gemakkelijker aan in een veranderende culturele omgeving. Ze hebben vaak een open mind naar de wereld om hen heen. Allemaal eigenschappen om te kunnen gedijen, groeien en bloeien in omgevingen en gemeenschappen, waar je voor je gevoel misschien nooit echt 100 procent bij hoort, maar waarin je toch prima je plekje kunt vinden.”
Terug in de geschiedenis
De uitslag van de DNA-analyse prikkelt Van Kanten om zijn familiegeschiedenis uit te pluizen. Voor zijn Indische familie betekent dat allereerst dat hij stil moet staan bij de ontberingen van zijn moeders familie in de Japanse kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tussen zijn moeders bezittingen vindt hij nog het oude kookboek waarin oma Moes, net zoals veel vrouwen in het kamp deden, uit het hoofd haar recepten neerpende. In de kantlijn hield ze als in een dagboek aantekeningen bij over het leven in het kamp.
Vervolgens volgt Van Kanten de verschillende stambomen van zijn grootouders aan vaderskant en die van zijn grootouders aan moederskant. Dan blijkt dat er van alles voorbijkomt. De voorouders van zijn vader zijn Afrikaanse slaven, Ierse, Schotse en Joodse plantage-eigenaren en slavenhouders, Chinese contractarbeiders en boeren van Madeira. Die van zijn moeder Indische, Hollandse en Duitse militairen uit het Koloniale Nederlands-Indische Leger (KNIL), Javaanse, Sumatraanse en Molukse njai’sii, Hollandse VOC-ambtenaren en een Duits-Joodse rabbijn.
Zoals de Amerikaanse schrijver Alex Hailey in zijn roman Roots (1976; verfilmd tot een tv-serie die door Marcel als 12-jarige gretig werd gevolgd) zijn familiestamboom wist te herleiden tot zijn Afrikaanse stamvader Kunta Kinte, zo weet Van Kanten zijn vaders familie terug te voeren tot de slavin Elisabeth die in 1811 vanuit Afrika in Suriname aankomt. Van Kanten gaat nóg verder door zich te verdiepen in de achttiende-eeuwse karavaanroutes en slavenhandel in West-, Noord- en Oost-Afrika, maar concrete namen levert dat niet meer op.
“Een kleurrijke man”
“De geschiedenis, dat ben ik”, luidt de ondertitel van Wortelzucht. En in het voorlaatste hoofdstuk van zijn boek dicht Van Kanten: “Begrijp mij / En je begrijpt de geschiedenis.”
Marcel van Kanten is geen romanschrijver en geen historicus, hij heeft een achtergrond in marketing en communicatie. In de zomer van 2020 hield hij een crowdfundingsactie om de uitgave van Wortelzucht mogelijk te maken. Het resultaat is een fraai vormgegeven boek dat evenzeer voortkomt uit persoonlijke nieuwsgierigheid als uit idealisme. En doordat Wortelzucht niet is verschenen bij een van de gevestigde uitgeverijen binnen de Amsterdamse grachtengordel, laat Van Kanten zien dat iedereen een verhaal te vertellen heeft en dat de wereld “een stukje leefbaarder” wordt als we leren om onze verhalen te delen en om naar elkaars verhalen te luisteren.
“Ik zie mijzelf als een wereldburger, die trots is op waar hij vandaan komt”, schrijft Van Kanten in het slothoofdstuk van Wortelzucht. “Een kleurrijke man, die zich niet laat wegstoppen achter een enkel etiketje. Dit is wat ik iedereen met gemixt bloed, dubbelbloed, of hoe je het ook noemen wilt, gun... om te genieten van je familieachtergrond, van jouw wortels... zonder wrok of schuldgevoel over jouw familiegeschiedenis, waar je niet verantwoordelijk voor bent, maar die je wel hebt meegekregen. Ik tel mijn zegeningen.”
- Marcel van Kanten, Wortelzucht: De geschiedenis, dat ben ik. Edam: LM Publishers, 2021. ISBN 9789460225222. Paperback, geïllustreerd, 256 pagina’s. Prijs: € 24,50.
***
i Totok: in Nederlands-Indië geboren Nederlander.
ii Njai: inlandse concubine.
Lees ook:
Zij waren erbij: David van Reybrouck bezoekt de laatste ooggetuigen van de Indonesische revolutie
Het slavernijverleden is deel van het verleden van álle Amsterdammers
LitNet-archief: "Gedeeld verleden, gemengd cultuur" – lezing 31 mei 2017, Tong Tong Fair, Den Haag
Fort Nieuw-Amsterdam, Suriname: Gedeeld verleden, ander perspectief
Persbericht: Archieven Surinaams-Nederlands slavernijverleden binnenkort digitaal te raadplegen
Buro: IG