Wie op vrijdag 9 november net na het middaguur het Zuid-Afrikahuis binnen zou zijn gelopen, zou klanken opvangen die daar niet vaak te horen zijn. Op dat moment vond namelijk het symposium “Afrikaanse rymklets en de Nederlandse context” plaats.
Twee uur lang praatten artiesten en academici over ontwikkelingen in de Afrikaanse en Nederlandse hiphopscene, hybride identiteiten en taal als middel van verzet tegen dominante instituties. Zoals rapper en muzikant Frazer Barry (Tribal Echo) het formuleerde: “Niemand speelt met de taal zoals rymkletsers.”
Deze stimulerende bijeenkomst, door het Zuid-Afrikahuis georganiseerd in samenwerking met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en het cultureel debatinitiatief North South Lines, werd geopend door dr. Eep Francken van de Maatschappij, en gemodereerd door prof. dr. Margriet van der Waal, bijzonder hoogleraar Zuid-Afrikaanse letterkunde, cultuur en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
Letterkundige en neerlandica Aafje de Roest, wier scriptie zowel door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde als de Universiteit Utrecht is bekroond, opende het symposium. Waar hiphop dikwijls wordt begrepen als een genre dat gemakkelijker over nationale grenzen reist, pleitte De Roest er juist voor aandacht te geven aan lokale situaties en omstandigheden. Of het nu in de Bronx, Kaapstad, de Bijlmer of Venlo is, hiphop ontstaat altijd in een bepaalde lokale context. Rappers, zo stelde De Roest, doen altijd aan een vorm van representatie: expliciet of impliciet vertegenwoordigen zij een straat, wijk, stad of, soms, land. Ze eindigde haar betoog met een interpretatie van enkele teksten van het collectief SMIB (een omkering van Bims, de Bijlmer), waarin ze liet zien dat deze artiesten door verwijzingen naar postcodes en wijk- of straatnamen tegelijkertijd spreken tot en namens hun gemeenschap.
Na De Roests interessante uiteenzetting schoven vier kunstenaars en artiesten aan: Catherine Henegan, regisseur van hiphopopera Afrikaaps; Lee-Ursus Alexander, rapper; muzikant, schrijver en rapper Frazer Barry; en, via videoconnectie vanuit Kaapstad, rapper en dichter Jitsvinger. Allen houden zich bezig met het Afrikaans, al dan niet in de Kaapse variant (ook wel “Afrikaaps” genoemd), en allen hebben zij een band met Nederland. Sommigen wonen hier te lande (zoals Lee-Ursus en Henegan), zijn hier op tournee (Barry met Krotoa) of hebben met Nederlandse artiesten gewerkt (Jitsvinger met Akwasi en Barry met de muzikanten van het Volksoperahuis). Ze gingen met elkaar in gesprek over hiphop in Zuid-Afrika en Nederland, en de banden die tussen beide landen en talen bestaan.
Als het gevoel van het panel in één woord samengevat zou moeten worden, dan is het wel: trots. Afrikaans, lange tijd gezien als taal van witte Zuid-Afrikanen “is baie meer”, aldus Frazer Barry. Meer dan ze ons vertellen, vulde Lee-Ursus aan, want de taal leeft in de bruine en zwarte sprekersgemeenschap. Maar in het verleden werd er vaak op deze vorm van het Afrikaans neergekeken, omdat het als een sub-variant van het standaard-Afrikaans werd beschouwd. Henegan was het daarmee eens. “You’re not speaking a broken language, you’re speaking the original language”, vatte zij het idee achter Afrikaaps, een hiphopopera over deze variant van het Afrikaans die vooral op de Kaapse Vlakte gesproken wordt, samen. Lee-Ursus haalde ook nog een bekend gedicht van de Amerikaanse rapper Tupac Shakur aan: Afrikaanse rap is “een roos die door beton groeit”. Men mag trots zijn op de taal, die een (kleur)rijk verleden kent en een veelzijdig heden.
Wat niet wil zeggen dat Afrikaanse rappers het altijd makkelijk hebben: er zijn vele obstakels en uitsluitingsmechanismen. Zo zijn (officiële) instanties niet altijd bereid geld beschikbaar te stellen voor bijvoorbeeld woordenboeken en andere publicaties in het Afrikaaps, en worden veel sprekers nog vaak geconfronteerd met xenofobie, racisme en minachting. Het is moeilijk samen te leven als groep, vond Jitsvinger, om een echte familie van sprekers en artiesten te worden.
Ook in Nederland is de situatie niet zonder gebreken. Hoewel er in Nederland duidelijk interesse bestaat voor Zuid-Afrikaanse rymkletsers en hun muziek, weten Nederlanders niet altijd goed om te gaan met het Afrikaans. De perceptie dat deze taal een soort mislukt, ouderwets Nederlands of “kindertaaltje” is, blijft sterk. “Mijn ego”, zei Lee-Ursus, “heeft een tik gekregen hier.”
Catherine Henegan plaatste projecten als Afrikaaps in een groter historisch en transnationaal verband: de opera is een van de vele manieren om Nederlanders anders naar hun koloniale geschiedenis te leren kijken. De eenzijdige nadruk op de zeventiende eeuw als een “Gouden Eeuw” ontneemt het zicht op andere aspecten van Nederlands snelle mars naar rijkdom, zoals overheersing, uitbuiting en slavernij. In deze context moet ook de bijdrage van hiphoplabel TopNotch aan een boek als Roofstaat (over het Nederlandse slavernijverleden) en het “Ik ben een Nederlander”-project gezien worden. De hiphopindustrie, rappers en Afrikaanse rymkletsers gaan expliciet de dialoog aan met overheersende beelden van en over Nederland en de Nederlandse geschiedenis.
Rymkletsers onderzoeken dus processen van sociale in- en uitsluiting, zowel in hun historische dimensie als in de hedendaagse wereld. Het symposium maakte goed duidelijk hoe een artistiek, kunstzinnig genre kan worden ingezet om uiting te geven aan politieke en culturele kwesties rondom behoren en thuis voelen. In een afsluitende column gaf Vivien Waszink een overzicht van lexicale ontwikkelingen binnen het Nederlands onder invloed van hiphop en rap. Door de taal creatief te gebruiken weten rappers een bepaalde street cred te bemachtigen en identiteit neer te zetten.
Het symposium maakte de poëtische creativiteit en taalacrobatiek van rymklets in zowel het Nederlands als het Afrikaans duidelijk. Onder invloed van rymkletsers verandert onze perceptie van het verleden en onze waardering van het heden.
- Tekst: Jesse van Amelsvoort
- Foto’s: Elize Zorgman
Lees meer oor Afrikaanse rymkletsers en kunstenaars
God praat Afrikaans met HemelBesem en Raj Mohan: ’n teaterresensie
Lees meer oor Nederlandse rymkletsers
Muchu gustu: ''Als ik mijn lach niet had''. Oor die Nederlandse rapper Typhoon
Lees meer oor Margriet van der Waal
Lees meer oor Afrikaaps
Buro: IG