Taalkwesties: pleidooi voor een meertalig burgerschap

  • 0

..........

Vanuit het bewustzijn dat de slinger de voorbije jaren volkomen is doorgeslagen, in de richting van een (opportunistisch-mercantiele) keuze voor het Engels van het management en de universiteitsbesturen, gaan stemmen op om de taalklok nu terug te draaien en weer méér (universitair) onderwijs aan te bieden in het Nederlands. Voortschrijdend inzicht heet zoiets. Aan universiteiten in Vlaanderen zien we soortgelijke excessen naar Nederlands voorbeeld, maar het taalbewustzijn in het zuiden van het taalgebied is voldoende ontwikkeld en decreten zijn genoeg verankerd (inzake de voertaal aan Vlaamse universiteiten: het Nederlands) zodat het in België niet zo een vaart loopt.

..........

In de Vlaamse krant De Standaard sprak Ive Marx, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en docent in de sociaal-economische wetenschappen en de sociologie, over de ongekende weldaden van hoger onderwijs in het Engels aan Vlaamse universiteiten (https://www.standaard.be/cnt/dmf20230206_98000157). Op 7 februari jongstleden publiceerde hij het opiniestuk “Calimero of kosmopoliet”. Hij noteerde dat Vlamingen een “absurde obsessie met taal [hebben] die soms aan het pesterige grenst”. Een ruimer citaat uit een toch wel verbazingwekkende tekst:

“Nederlanders, die dus een taal spreken die wat op de onze lijkt, ­kijken er met grote ogen naar. Daar is het hoger onderwijs en een groot stuk van het bedrijfsleven verregaand verengelst. Ja, misschien té verregaand: Bredero en Vondel ­onderwijzen in het Engels, het is ­inderdaad een beetje gek. Maar dat heeft het Nederlands bij onze noorderburen niet meteen in verdrukking gebracht. Wie er weleens komt, zal merken dat de Nederlanders hun taal echt nog wel machtig zijn. Ik zou zelfs durven te zeggen: met meer flair en verbeelding dan wij. Heeft het dan misschien de Nederlandse identiteit doen ver­bleken? Bijlange niet, de Nederlandse natie staat vol zelfvertrouwen, zelfs branie, in de wereld. Soms in het ­Engels, dan weer in het ­Nederlands.”

Behalve de grove veralgemeningen die welig tieren in het schotschrift – “de Nederlanders [die] hun taal echt nog wel machtig zijn” (quod non) en “de Nederlandse identiteit” – storen we ons aan de vooronderstelling dat de Nederlandse natie uitblinkt in “zelfvertrouwen, zelfs branie”. Laten we meteen duidelijk stellen: de taal van de regio is belangrijk, ook voor de integratie van mensen uit andere culturen en taalgebieden in het maatschappelijk leven van Nederland en België.

Foto van Yves T'Sjoen (links onder): Gerrit Rautenbach; foto van Antjie Krog (regs): Menán van Heerden

Laten we bij wijze van tegengewicht voor deze opiniërende bijdrage een wat breder standpunt naar voren schuiven en een paar aannames ontkrachten. Op het gevaar af als pestkoppen te worden weggezet. “We kunnen ons maar beter comfortabel en zelfverzekerd voelen in de gedeelde taal van Europa en de wereld.” Het opiniestuk van Jamila Meischke (DS, 1/2) klinkt heel wat genuanceerder en bepleit de meertaligheid (https://www.standaard.be/cnt/dmf20230131_98006052). In het artikel ‘Swahili steekt koloniale talen in Afrika voorbij’ spreekt de auteur over de opmars van het Swahili in scholen in Ghana, Kenia, Oeganda, Tanzania en in zuidelijk-Afrikaanse landen. “In 2019 werd Swahili de enige erkende Afrikaanse taal binnen de Ontwikkelings­gemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), waarin zestien vooral zuidelijke Afrikaanse landen samenwerken. Kort daarna werd het geïntroduceerd op scholen in Zuid-Afrika en Botswana. Ook is het de officiële taal van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), waarvan zeven landen lid zijn”.  Je kunt de taal studeren in Europa, zelfs in Leiden (en wellicht in het Engels denken we erbij). Een van de onderzoekers laat optekenen: “‘Schrijvers en wetenschappers schreven over dekolonisatie, maar deden dat in de taal van de kolonisator. Sommigen stapten toen al over op hun moedertaal’, zegt Raia. ‘Nu kunnen we zelfs in academische tijdschriften in het Swahili publiceren’”. Naar aanleiding van deze standpunten, tegenstrijdig over het gebruik van het Engels, en recente artikels op Neerlandistiek en in algemeen-culturele periodieken en dagbladen, leggen we een paar bespiegelingen voor.

Engels als lokaas voor internationalisering en geldgewin

In een neoliberale markteconomie, waarin universiteiten internationaal competitief moeten zijn en streven naar topposities, winstmaximalisatie en gemeenschapsfinanciering, wordt soms ongenuanceerd voor het Engels als wetenschapstaal en communicatiemedium gekozen. In de vertaalslag van een lokale naar een globaal gebruikte taal raken nuances wel eens zoek. Wat ons meer zorgen baart, is dat lokale gemeenschappen – niet alleen in Afrika of landen in het Globale Zuiden maar ook in Europa – zich minder betrokken voelen bij het wetenschapsgesprek. Het debat wordt doorgaans verengd tot wat zich in Globish makkelijk of stuntelig laat uitdrukken. Taalkundige onderzoekers, zoals Annette de Groot (Universiteit van Amsterdam), hebben dat afdoende bestudeerd.

Ook andere taalkundigen hebben aangetoond dat in een tweede of derde taal, in een beperkt vocabularium en met beperkte zin voor nuancerend denken en spreken, veelal finesses en toonaarden verloren gaan. Wat vooral zorgen baart: in het dominante discours van wetenschap en cultuur wordt nauwelijks of geen rekening gehouden met denkbeelden en ideologieën die vervat zitten in taal. Het is wat Breyten Breytenbach in Notes from the Middle World de benauwende “pensée unique” noemt van het westerse wetenschapsgesprek.

Denken in taal

Taal is niet uitsluitend een handig medium. Ze bevat een complex van concepten, discoursen, ideeën. Ze is historisch beladen en reduceert de wereld tot een perspectief. Een wereld die veeltalig is en dus meerstemmig en kleurrijk. Inclusief redeneren en betogen veronderstelt naar ons oordeel niet uitsluitend een reductie tot het Engels, maar in het intellectueel en cultureel gesprek ook andere talen waarin uit de aard der historische of culturele zaak andere verhalen worden verteld dan in het Engels. Ook al wordt dat Engels louter instrumenteel ingezet. Vrijblijvend is het geenszins.

Naast onze boekencollecties en (on)bewuste zienswijzen moeten we dus ook onze taal en bijgevolg de denkpatronen die eraan ten grondslag liggen durven ter discussie te stellen. En de literaire canon, die in de westerse wereld nog altijd overwegend eenkleurig wit is en mannelijk. Wanneer ook universiteiten meer aandacht hebben voor veeltaligheid, niet alleen in een faculteit Letteren en Wijsbegeerte maar in het curriculum en het academisch onderzoek van álle wetenschapsdisciplines, zal het gesprek aan openheid en inclusiviteit winnen. Doorgaans worden wetenschappelijke bevindingen in andere talen dan het Engels geformuleerd aan de aandacht onttrokken. 

..........

Waarom niet woorden uit andere talen introduceren, ook in dat Engels als onderwijstaal waarvan sprake, termen waarvoor gewoonweg geen equivalent bestaat in een westerse taal? .... Globaal is immers een complex van aanzienlijk veel: véél lokaal, veelstemmigheid en veeltaligheid. Glocalisation in Engels. Ja, zo is de wereld: beduidend méér, kortweg: véélheid. Ook in linguïstisch opzicht. Taal is voornamelijk méér dan een instrument voor communicatie.

..........

Wat we in het onderwijs vooral kunnen betrachten, is (eurocentrische) zienswijzen onder de loep houden en kritisch bespreken. De kritische oefening begint met onze woordenschat tegen het licht te houden. Dat is een kwestie van dekolonisering die niet alleen Afrika of Zuid-Amerika betreft maar ook het Europese continent. Het startpunt is onze ingesleten en dus niet meer geproblematiseerde keuze voor bepaalde termen en begrippen, getuigenissen van een eurocentrische kijk, te bevragen. Waarom niet woorden uit andere talen introduceren, ook in dat Engels als onderwijstaal waarvan sprake, termen waarvoor gewoonweg geen equivalent bestaat in een westerse taal? We denken dat een blik op de wereld, op wat literatuur is in westerse en niet-westerse omgeving, daarbij aanzienlijk wint. Universiteiten en docenten moeten zich daarvan bewust zijn. Zeker wanneer ze zo makkelijk pleiten voor het loslaten van de maximumlimiet voor de organisatie van bachelor- en masteropleidingen in het Engels aan Vlaamse universiteiten. Globaal is immers een complex van aanzienlijk veel: véél lokaal, veelstemmigheid en veeltaligheid. Glocalisation in Engels. Ja, zo is de wereld: beduidend méér, kortweg: véélheid. Ook in linguïstisch opzicht. Taal is voornamelijk méér dan een instrument voor communicatie.

Ook de ondertekenaars van de oproep op Neerlandistiek, ‘Door handhaven van taalwet kan Dijkgraaf twee problemen oplossen’ (1 maart, geschreven door Annette de Groot, Felix Huygen en Ad Verbrugge), onderkennen het belang van taal als instrument voor “denken en handelen”: “Het bewieroken van de international classroom als probaat middel om diversiteit in denken en doen van de studenten te bevorderen, terwijl met minstens evenveel recht beargumenteerd kan worden dat het bijbehorende Engelstalige onderwijs leidt tot uniformering en verschraling van denken en handelen”. 

Nieuwe perspectieven voor Nederlands en neerlandistiek

De voorbije weken en maanden verschenen in Nederlandse en Vlaamse kranten, in tijdschriften én op internetsites (zie: https://neerlandistiek.nl/2023/03/door-handhaven-van-taalwet-kan-dijkgraaf-twee-problemen-oplossen/ en https://neerlandistiek.nl/2023/02/nederland-is-groter-dan-nederland/) nogal wat bijdragen over de verengelsing van het hoger onderwijs, vooral aan Nederlandse universiteiten, alsook over het belang van onderwijs in de taal of de talen van de regio. Het jongste nummer van de lage landen (2023/1) bevat een katern met als titel ‘Nederlands is een werkwoord. Waarom het debat over onze taal nooit stilvalt’ (blz. 8-54). In Nederland is het taalbeleid aan hogeronderwijsinstellingen volstrekt ontspoord, zodat Nederlandstalige studenten doorgaans in het Engels een bachelor- en vooral een masteropleiding volgen. Bijgevolg kunnen die studenten zich niet altijd oordeelkundig, voldoende genuanceerd en grammaticaal correct uitdrukken in hun eerste taal, of met betrekking tot het vakgebied dat zij bestuderen. Gelukkig is nu een kentering ingezet indien we de opiniestukken mogen geloven. Ook Robbert Dijkgraaf, Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, toont zich in zijn beleidsbeslissingen terdege bewust van de situatie. De beslissing om ongeremd te verengelsen, zonder dat er altijd aanleiding voor bestond, heeft weliswaar veel buitenlandse studenten aangetrokken, maar zoals Ingrid Glorie terecht stelt: die internationale studenten in Nederland en Vlaanderen komen toch ook langs om lokale gebruiken, onze steden en de cultuur, alsook de taal van de regio te ontdekken. Het zou in elk geval deel moeten zijn van het curriculum voor instromende (buitenlandse) studenten. En ook op het gebied van de internationale neerlandistiek viel goed nieuws te rapen: de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek ontving van de Nederlandse minister een dotatie van één miljoen euro, zodat de organisatie die zich richt op de (internationale) neerlandistiek van morgen het verschil zal maken en een constructief beleid kan voeren.

Vanuit het bewustzijn dat de slinger de voorbije jaren volkomen is doorgeslagen, in de richting van een (opportunistisch-mercantiele) keuze voor het Engels van het management en de universiteitsbesturen, gaan stemmen op om de taalklok nu terug te draaien en weer méér (universitair) onderwijs aan te bieden in het Nederlands. Voortschrijdend inzicht heet zoiets. Aan universiteiten in Vlaanderen zien we soortgelijke excessen naar Nederlands voorbeeld, maar het taalbewustzijn in het zuiden van het taalgebied is voldoende ontwikkeld en decreten zijn genoeg verankerd (inzake de voertaal aan Vlaamse universiteiten: het Nederlands) zodat het in België niet zo een vaart loopt.

Met dank aan Dr. Juliana Pistorius (University College London en Universiteit van die Witwatersrand).

Antjie Krog was in oktober–november 2021 gastschrijver van de Universiteit Gent. Zij is als professor verbonden aan de Universiteit van Wes-Kaapland (UWK) en publiceerde recent de bundel Plunder. Het boek verscheen tegelijk in het Engels met de titel Pillage. De schrijver geldt als een van de meest vooraanstaande dichters in Afrikaans en geniet ook in de Lage Landen ruime bekendheid.

Lees, luister en kyk ook op Voertaal en LitNet:

Lokalisering in een globaliserende wereld

Full particulars: Where in the world is the South?

Opperlandse overpeinzingen van een neerlandist

Ook als neerlandicus ben ik dol op internationalisering

Verengelsing en taalbeleid in het hoger onderwijs

Opleiding Nederlands verdwijnt bij Vrije Universiteit Amsterdam

Heeft de neerlandistiek nog een toekomst?

De nieuwe leerstoel in Zuid-Afrika gaat verder dan de traditionele neerlandistiek

Wannie Carstens: "Iedereen verliest bij een te dominant Engels"

LitNet Akademies internasionaal

Belgiese akademikus stuur sterk boodskap aan US

Lees meer oor Antjie Krog op Voertaal en LitNet:

Antjie Krog, writer-in-residence van de Universiteit Gent

Plunder: Artistieke samenwerking tussen Berlinde De Bruyckere en Antjie Krog (Antjie Krog notitie #1)

Bekroonde skrywer Antjie Krog word Offisier in die Orde van die Kroon (België)

Antjie Krog gehuldig by vanjaar se Tuin van Digters

Gent-Universiteit hang solank die vlae uit vir Antjie se koms

Antjie Krog as kulturele bemiddelaar: aspekte van haar skrywerspostuur in die Lae Lande

Gouden Ganzenveer-winnares Antjie Krog: “Bij toenadering tussen Nederlands en Afrikaans moet diversiteit voorop staan”

Antjie Krog, het kloppend hart van Zuid-Afrika, ontvangt de Gouden Ganzenveer

Antjie Krog krijgt Gouden Ganzenveer 2018

Antjie Krog: "We moeten ons afvragen waarom mensen boos zijn"

Buro: MvH
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top